|
week 24-2018
|
Fotoquiz snelste
|
|
De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week
was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan
ook van haar. IJspret! De vraag is:
Waar vindt de ijspret plaats?
Welke zijstraat komt voor de brug uit?
Oplossingen via deze
link
Foto: Stadsarchief Amsterdam
|
Oplossing vorige week
|
Dat was een té goede hint, die sneeuw. We kregen diverse
meldingen van het snelle resultaat met de zoektermen "bouw" en
"sneeuw". Wij vragen ons af of er net zoveel inzendingen waren gekomen zonder deze hint. Wat er aan bebouwing te zien is heeft namelijk niets te maken met het Zeemanshuis, anders dan dat ze tegenover de uitbreiding ervan op de Hoogte Kadijk stond. Prominent in beeld nr.30-32.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
Op de Google Earth View hieronder staat het grote huis Hoogte Kadijk 30-32 met een pijl aangegeven.
|
Anthony Kolder maakte attent op de gevelsteen in het huis op de achtergrond: Hoogte Kadijk 30-32, het Tehuis voor R.K. militairen. Knap dat hij dat uit de quizfoto gedestilleerd heeft. Het gebouw is van 1914 maar aan te nemen is dat de steen ouder is. De VVAG zwijgt over de herkomst en betekenis van de steen. |
Goede oplossingen kwamen van Harry Snijder, Ria Scharn, Arjen
Lobach, Robert Raat, Mike Man, Aschwin Merks, Jos Mol, Adrie de
Koning, Anje Belmon, Mike Man, Anthony Kolder,
|
Fotoquiz: Joost's keuze
|
|
Dat kon Joost niet weten maar degenen die al vele jaren
deelnemen (al meer dan 10 intussen) herkennen deze straat
misschien nog. Onherkenbaar veranderd, deze situatie. De naam
ook, tot zover de hint. Oude en nieuwe naam worden goed
gerekend.
Welke straat/gracht/kade kijken we in?
Welke brug begint rechts in beeld?
Oplossingen graag via deze
link
Foto: Stadsarchief Amsterdam
|
Oplossing: Anneke's keuze
|
De redactie ging wel uit z'n bol van deze tweeling maar verder
is er over de pandjes Haarlemmerdijk 119-121
weinig te vertellen.
Voor de een waren de tramrails een steuntje bij het zoeken, voor
anderen weer een stoorzender als men de straat alleen zonder rails kende omdat ze al jaren geleden
verwijderd zijn.
De zijstraat die helemaal links net begint, is de Binnen
Dommerstraat.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
|
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Harry Snijder, Anje
Belmon, Ria Scharn, Robert Raat, Anna Denekamp, Jos Mol, Adrie
de Koning, Mike Man, Hans van Efferen, Anthony Kolder,
|
Heeft u ook een opvallende foto gevonden?
|
Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze
link en alléén via deze link a.u.b.
|
Fotoquiz Waar? Wat?
|
Ter voorbereiding van een restauratie werden foto's gemaakt van
een omvangrijk complex. Deze poort was één der ingangen.
Welke straat is dit?
To welk object gaf deze poort toegang?
Oplossingen graag via deze
link
Foto: Stadsarchief Amsterdam
|
Oplossing vorige week
|
U werd 'uitgenodigd' of verleid om met Halsteeg het verkeerde
antwoord te geven. De redactie zelf ging enigszins in de fout
door te stellen dat na het opnieuw bebouwen van deze bouwplaats
deze foto nooit meer gemaakt kon worden. Dat wat er hier gebouwd
werd, is twee keer opnieuw afgebroken en dit pandje kon toen
opnieuw gefotografeerd worden.
De valkuil was: u te laten denken dat dit de afbraak van de
huizen aan de noordzijde van de Halsteeg betrof. U kijkt
namelijk naar de huizen aan de noordzijde van de Pijlsteeg
met prominent in beeld het proeflokaal van Wijnand Fockink op
nr.31 en links daarvan het kantoor van deze firma. De quizfoto
werd rond 1878 gemaakt maar hieronder (links) hetzelfde pand in
1930 en (rechts) 1994. In de bouw van 1878 was een passage
gemaakt die recht tegenover het proeflokaal uitkwam. Die mocht
daar van de Gemeente Amsterdam 'eeuwig' blijven, maar - zoals
Ria Scharn vaststelt - eeuwig is in Amsterdam nooit eeuwig want
de passage is verleden tijd.
Wat veel deelnemers over het hoofd zagen was de vraag wat er
gesloopt moest worden om deze foto te kunnen maken. Dat waren Damstraat
17-19. We hebben er maar niet te moeilijk over
gedaan, zolang de foto maar goed gelokaliseerd was.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
|
In 1993 werd het in 1930-'31 gebouwde kantoor/winkelcomplex
(later Leger des Heils) weer gesloopt voor nog
weer een uitbreiding van hotel Krasnapolsky
(zie foto hieronder).
|
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobasch, Anneke Huijser,
Adrie de Koning, Kees Huyser, Harry Snijder, Ria Scharn, Anje
Belmon, Robert Raat, Jos Mol, Dick van der Kroon, Mike Man, Hans van Efferen, Anthony Kolder,
|
Met de camera op pad...
|
Eens iets anders..., gewoon een eigentijds stadsbeeld. U loopt
hier niet zo vaak, vermoeden wij, maar dat hangt natuurlijk af
van uw hobby's.
Waar is dit?
Laat het ons weten via deze
link
Foto: Stadsarchief Amsterdam
|
Foto van vorige week
|
De fotograaf met "oog voor detail" was Han van Gool en hij deed
dat allemaal in opdracht van het BMA en volgens Anje Belmon ook
voor de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Het zijn altijd
architectuuropnamen die verband houden met uitgevoerde of op
handen zijnde restauraties. In dit geval is dat het Huis
de Neufville op de Herengracht 475.
Foto: Stadsarchief Amsterdam
|
Het gaat om het kapitale pand op twee erven dat Denys Nuyts in
1665-'70 liet bouwen. We zien dit pand op een der twee beroemde
schilderijen van Gerrit Berckheyde uit 1672 (onder). Onderwerp
was de Gouden Bocht in de Herengracht. Daarop is het pand nog
niet volledig afgebouwd te zien (helemaal links; binnenbocht).
Het huis nr.473, links van nr.475, gaf Nuyts in 1677 als
huwelijkscadeau aan zijn zoon Adam. Nuyts had gelijk een
corresponderend erf aan de Reguliersdwarsstraat (nr.28) gekocht
als koetshuis. Nr.473 en 477 vormen vandaag een eenheid met 475,
met gemeenschappelijke tuin waarin een groot tuinhuis de
achterzijde van de panden in de Reguliersdwarsstraat afdekt.
Nuyts was zoon van een suikerbakker maar zelf zag hij meer in
speculatiebouw.
De naam 'de Neufville' ontleent het huis aan de volgende
eigenaar Petronella de Neufville, dochter van zijdefabrikant
David de Neufville. Petronella erfde na het overlijden van haar
vader in 1729 ongeveer ƒ900.000,- en kocht daarvan Herengracht
475, uit handen van de erven Denys Nuyts. Zij had daarna nog wat
over en liet het pand rond 1735 ingrijpend verbouwen tot het de
huidige vorm bereikte. U leest en ziet meer over dit pand en
vooral de prachtig gedecoreerde interieurs bij Amsterdamse Grachtenhuizen.
|
|
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser,
Erik-Jan Noomen, Kees Huyser, Adrie de Koning, Anje Belmon, Ria
Scharn, Robert Raat, Jos Mol, Mike Man,
|
Nog meer dubbele straatnamen
|
In de rubriek 'Vraag en Antwoord' vorige week hadden we 't over
doublures bij namen van stegen en gangen. We zochten een paar
veel voorkomende namen en dat bleken allemaal beroepen te zijn.
Harry Snijder kende ook een steeg waarvan er meer voorkwamen: de
Schapensteeg. Zijn overgrootmoeder woonde in een steeg van die
naam, die tussen Reguliersbreestraat en -dwarsstraat liep.
Lopende op de Heiligeweg komt u aan de even kant een wel erg
smalle deur tegen met het huisnummer 16 (foto links). Altijd een
teken voor een inpandig huis. Ooit was dit ook een Schapensteeg
die nog steeds bestaat maar afgesloten is. Die steeg kwam t.h.v.
Kalverstraat 184 uit, maar in de 18de eeuw is die uitgang
verdwenen. Op de plattegrond kunt u echter zien dat de steeg in
wezen nog is en van die deur in de Heiligeweg tot de achterpui
van Kalverstraat 184 loopt.
Volgens de lijst van Willem Blok waren er nog meer
Schapenstegen. Eén vlakbij, uitkomend op het Spui t.h.v. het
Boerenverdriet. Dan een in de Rozenstraat en nog een aantal
waarvan de ligging onduidelijk is.
|
Toestel van Sinck
|
door Frans Oehlen
Het is nogal in het nieuws: paardenvlees dat tot de consument komt zonder dat deze weet dat het om paardenvlees gaat. In de collectie van het Amsterdam Museum bevindt zich een bijzonder object dat te maken heeft met een zaak waar men er niet aan hoefde te twijfelen welk vlees werd verkocht: paardenslagerij Het Zwarte Paard aan de Marnixstraat. Het bedrijf werd gerund door Johan Christoph Sinck (1837-1923). Deze paardenhandelaar zou vooral bekend worden als uitvinder van het paardenhijstoestel.
Johan was in 1852 samen met zijn vader Gerrit die leerlooier was, gestart met Het Zwarte Paard op deze locatie aan de toenmalige stadsrand. De zaak groeide uit tot een groot bekend bedrijf met een fors gebouwencomplex, waar plaats was voor stallen, paardenverhuur, paardenslachterij, leerlooierij en een winkel waar paardenvlees werd verkocht. Rond 1860 vond Johan een toestel uit waarmee paarden, die te water waren geraakt, op het droge konden worden gehesen: een paardenhijstoestel. Het werd bekend onder de naam ‘het toestel van Sinck’, ook wel verbasterd tot ‘Zinktoestel’.
Foto's: Stadsarchief Amsterdam
|
Het kwam nog al eens voor dat paarden in het water kieperden. Eind 19de eeuw telde Amsterdam zo’n 4000 paarden. Veel vervoer (karren, wagens, koetsen, trams) ging met behulp van paarden. Grote bedrijven, zoals bierbrouwerij Heineken, hielden er eigen paarden op na. En in de stad waren tientallen stalhouderijen, waar paarden konden worden gehuurd. Sinck rekende per reddingsactie tussen de tien en veertig gulden. Als het paard niet meer te redden was, dan kocht hij het paard ter plekke op en nam het gelijk mee naar zijn slachterij en al ras lag het vlees in zijn winkel.
|
Als het toestel van Sinck in actie kwam voor een paardendrenkeling was er massale toeloop. Op de beeldbank van het Stadsarchief staan diverse foto’s waarop dit is te zien, waaronder de foto bovenaan van een takelactie aan de Leliegracht uit 1929.
Destijds verkeerde het gebruik van de paardentakel echter in zijn nadagen. Paarden in het stadsverkeer hadden steeds meer plaats moeten maken voor met name het opkomende autoverkeer en in 1917 was het hijstoestel door de zonen van Sinck verkocht aan de gemeente. Aldaar werd de takeltaak overgenomen door de brandweer, waar het toestel werd gebruikt tot in de jaren dertig.
|
Verdwenen hotels: de Kalverstraat stroomt leeg
|
Van de Kalverstraat vertelde men: "Wat geen winkel is, is een hotel, restaurant of koffiehuis". Als we vijf hotels volgen tot hun sluiting zien we ze allemaal winkel worden.
|
Hotel Adrian
Op nr.33 stond tot 1879 het Fransche Koffijhuis dat sinds 1846 ook logies aanbood en toen omgedoopt werd tot Hotel du Café Français. In 1879 komt het etablissement in handen van W.J.Adrian die architect Bijvoet meteen opdracht geeft tot een grootscheepse verbouwing. In 1881 volgt een doorbraak naar het Rokin wat het aantal kamers op 60 brengt. Het is een goed middenklassehotel dat door Adrian tot bloei gebracht wordt. Deze ondernemer heeft echter niet zelf het geld om al deze uitbreidingen te betalen en moet dus alles lenen. Daartoe zet hij de onderneming in 1890 om in een N.V. waardoor Adrian de greep op re onderneming verliest. De maatschappij wordt geliquideerd, het hotel gaat in handen van de ervaren hotelier Karl Wüst over die de naam wijzigt in Hotel Amsterdam. Tot 1908 wordt het hotel driemaal verkocht, de laatste keer aan glasfirma Hoyng die het tot winkelhuis verbouwt. Nu is het een kledingzaak, maar boven de winkelpui straalt nog steeds de 19de-eeuwse schepping van Bijvoet.
|
|
Hotel du Commerce
Op nrs.45-47 was Grand Hotel Café Restaurant Reinsberg gevestigd. In 1882 laat A.R.Reinsberg door architect Salm een nieuwe voorgevel plaatsen en inwendig verbouwen. In 1883, weer dat jaar van de Wereldtentoonstelling, opende het hotel onder de naam Hotel du Commerce. Zoals de naam aangeeft mikte men op de handelsreiziger.
Het is een bescheiden middenklassehotel met 30 kamers. In 1899 breekt ook dit hotel door naar het Rokin en krijgt het naar ontwerp van architect A.Boerma opnieuw een nieuwe gevel aan de Kalverstraat. Op 3 maart 1900 gaat het vernieuwde hotel open. Het houdt het vol tot 1939 als het verkocht wordt aan Witteveen om veranderd te worden in een kledingmagazijn. De typische per verdieping achterwaarts wijkende voorgevel bleef lang gespaard maar nu wordt die afgedekt met grauwe gevelplaten en vindt u er McDonalds.
Foto: Jan van Dijk 1940 met de net verbouwde winkel van Witteveen; bron: Stadsarchief Amsterdam
|
Hotel Neuf
Op nr.41 opende in 1871 Hotel Neuf zijn deuren. Het is een bijzondere samenvoeging van twee panden waardoor de gevel zes vensters breed is maar de bovenverdieping en de middelste twee vensters van de verdieping eronder terugwijken. Enkele jaren later wordt dit door de nieuwe eigenaar W.P.Werker ongedaan gemaakt om meer kamers te kunnen bergen en dat is de situatie zoals vandaag nog steeds bestaat. Op begane grond was het druk bezochte café dat bij mooi weer de ramen kon openzetten. Dat bezorgde zowel de passant als de cafébezoeker een heel aparte ervaring. Net als we vorige week bij Mille Colonnes zagen zijn de wanden bezet met spiegels die het tot de sluiting in 1951 uithouden. In dat laatste jaar betrekt Blokker het pand en zit er nog steeds, hoe donker de wolken ook samenpakken.
Afbeelding: Stadsarchief Amsterdam
|
Hotel Suisse
Voor één hotel moeten we oversteken naar de even zijde. Op nr.22-24 zal zich nog menige lezer Hotel Suisse herinneren. Het wordt in 1876 door architect P.F.Laarman gebouwd als café voor rekening van G.A.Hiller (tekening links). Nr.24 was daarvóór al een koffiehuis De Jonge Graaf, dat na de bouw in het café was opgenomen. In 1882 breidt Hiller uit met 42 hotelkamers waarbij de voorgevel fors gewijzigd wordt. Een middenrisaliet geeft de gevel meer reliëf. De hele benedenverdieping is café dat net als Neuf de ramen kan wegdraaien zodat er contact ontstaat tussen binnen- en buitenpubliek. In 1889 brandt het pand geheel af maar meteen begint de herbouw naar ontwerp van archiect W.Hamer.
Afbeelding links: Hotel Suisse 1876
Onder links: Hotel Suisse 1890
Foto onder: Wintertuin Hotel Suisse; bron: Stadsarchief A'dam
|
In 1890 opent het gloednieuwe Hotel Suisse met hetzelfde aantal kamers als voorheen. Nog datzelfde jaar wordt Suisse overgenomen door de uitbaters van het Poolsche Koffiehuis, even verderop in de Kalverstraat. Deze N.V. bouwt Suisse enkele malen verder uit waardoor het aantal hotelkamers toeneemt tot 80. Het uiterlijk blijft echter bewaard tot de sluiting van zowel café als hotel in 1974.
In 1983 brandt het gebouw helemaal af, maar dan vinden er al geen horeca-activiteiten meer in plaats.
Vandaag vindt u op deze plek het glas-en-staal-paleis van modewinkel River Islands.
|
Hotel Polen
Het laatste hotel dat de Kalverstraat verliet was Hotel Polen.
De voorgeschiedenis hiervan gaat veel verder terug en begint in de 18de eeuw met het Poolsche Koffiehuis waar Poolse beurshandelaren elkaar ontmoeten. Het staat in de Kalverstraat, hoek Papenbroeksteeg. In 1857 wordt het koffiehuis uitgebreid met logiesmogelijkheid, waarschijnlijk is dan het buurpand al erbij getrokken. Het dubbele perceel krijgt in 1853 het huisnummer 15. Door onmiddellijk succes wordt het koffiehuis in 1861 al uitgebreid waarbij de gevel voorzien wordt van sierpleisterwerk en balcons aangebracht worden. In 1890 neemt pachter Caspar Trier de onderneming over en laat het jaar erop al nieuwbouw neerzetten naar ontwerp van architecten Van Rossum & Vuyk. De hele benedenverdieping is ingericht als koffiehuis/café met donkere eiken betimmering. De bovenverdieping met diverse restaurants wordt bereikt via een marmeren statietrap. Op de twee daarboven liggende verdiepingen bevinden zich 32 hotelkamers.
Tekening: het Poolsche Koffiehuis in de Kalverstraat, hoek Papenbroeksteeg; bron: DBNL |
In 1892 weet Trier de panden in de Papenbroeksteeg en aan het Rokin te bemachtigen en geeft hij archiect Ed. Cuijpers opdracht tot een enorme uitbreiding van het hotel. De ingang ervan verplaatst nu naar het Rokin en de capaciteit wordt vergroot tot 80 kamers. Er wordt nog vele keren verbouwd onder auspicien van de nieuwe eigenaar Krasnapolsky, maar het gebouw blijft verder onaangetast. In 1977 vindt een noodlottige brand plaats en is het hele complex als verloren te beschouwen. Het hotel wordt nooit meer opgebouwd.
Tekening: aanzicht Rokinzijde (links) en aanzicht Kalverstraat.
|
Vraag en antwoord
|
Peter Pijst vraagt of iemand meer info heeft over het
voormalige Keyserrijck in de Spuistraat (tussen huisnrs. 189 en
197; foto links).
Even een schot voor de boeg: de oorsprong van de huidge
gelijknamige steeg zijn drie inpandige huisjes onder een
gemeenschappelijk dak, die bestemd waren voor zgn. huiszittende
armen der Gereformeerde parochie. Ze stonden achter de kaatsbaan
van Trijn Arents. Toen in 1645 de grote Huiszitten-Weduwenhof in
de Kartuizerstraat werd geopend waren o.a. deze drie huisjes
niet meer nodig en werden ze verkocht. Na die datum heeft de
gang naar de inpandige huisjes de ontwikkeling doorgemaakt die
de huidige steeg opleverde.
Opvallend is de parallel met de huisjes voor huiszittende
weduwen in de steeg die tegenwoordig Vliegendesteeg heet.
Stichter daarvan was Jan Jansz Vijf Vlieger die zijn naam weer
te danken had aan een uithangbord op de hoek van de steeg: de
Vyf Vlieghen. Deze Jan komen we op de gevel van het Weduwenhof
in de Jordaan tegen als een der stichters. Ook de huisjes in die
steeg lagen achter een kaatsbaan, in dit geval die van Jan Bloem
die tot 1750 heeft bestaan. Kaatsen was een populaire bezigheid
in die eeuwen.
Bron: De Spuistraat, door Joh.C. Breen in Amstelodamum
Jb.32 (1935) pp.35-47
|
Heeft u nog meer gegevens over de voorloper van het huidige Keizerrijk?
Laat 't ons weten via deze
link
|
Amsterdamse hofjes: de Amstelhoven
|
Amstelhof, Corvershof, Van Limmikhof en Hodshonhof
door Adrie de Koning en Jos Mol
Dit keer duiken we in de geschiedenis van vier hofjes. Deze liggen namelijk vlakbij elkaar en lijken ook wel bij elkaar te horen. Ze zijn bekend onder de verzamelnaam Amstelhoven. Ze maken tegenwoordig onderdeel uit van het complex waar het prachtige museum de Hermitage aan de Amstel is gevestigd.
Ligging
De hofjes liggen in het gebied dat begrensd wordt door de Amstel, de Nieuwe Herengracht, de Nieuwe Keizersgracht en de Weesperstraat.
Het Amstelhof ligt voornamelijk aan de Amstel.
Het Corvershof bevindt zich aan de Nieuwe Herengracht 6-18 en is gebouwd op het terrein van de -oudere- Amstelhof. Aan de oneven zijde van de Nieuwe
Keizersgracht liggen twee hoven. Het Van Limmikhof (nummer 1a) uit 1875 en het ernaast gelegen Hodshonhof uit 1876 (niet te verwarren met het Hodshon
Dedelhofje, 1e Weteringdwarsstraat 83-95, dat later aan de orde komt). Deze laatsten maakten wel onderdeel uit van het Amstelhof, maar maken geen onderdeel uit
van de Hermitage. Nu zitten de Protestante Kerken en daaraan verwante organisaties hierin. Zij komen hier niet afzonderlijk aan de orde.
|
Ouderdom
Het Amstelhof dateert uit de 17e eeuw. In 1681 werd de eerste paal geslagen voor het Diaconie Oude Vrouwenhuis. Op 17 november 1683 werd het geopend.
Het Corvershof is in 1723 gesticht.
Stichters
Het Amstelhof werd gesticht met behulp van het legaat van de rijke koopman Barent Hellemans, die zijn hele vermogen naliet aan de Diaconie van de Hervormde Kerk.
Het Corvershof is gesticht met de nalatenschap van de in 1719 overleden Mr. Joan Corver. Hij was schepen (nu noemen we dat wethouder) en raadslid. Maar ook van zijn in 1721 overleden echtgenote, Sara Maria Trip, dochter van burgemeester Trip, werd een legaat verkregen.
|
Bijzondere kenmerken
Het Amstelhof heeft vanaf de Weesperstraat een mooie tuin met allure. In het gebouw is aan de Amstelzijde een fraaie kerkzaal met een mooi orgel. Ook de regentenkamer en de oude keuken zijn in hun oude glorie bewaard gebleven.
Het Corvershof heeft in de voorgevel de wapenschilden van Corver en Trip, drie korfjes en drie tripjes. Daarbij de tekst:
Zo weldoen dank verdient en Armenzorg belooning,
Druipt Corvers naam en Trips, op yeders tong als honing,
Door wiens geschenk en wil, dit Godshuis is gebouwt,
Dat met haar Wapens pronkt, hun naam onsterflijk houd.
Het gebouw, dat vermoedelijk is ontworpen door Steven Vennecool, is een stijlvol gebouw met meerdere etages. De etages zijn later (1757) aangebracht met behulp van een legaat van Vrouwe A.E. Geelvinck van Hoogelande. Erachter lag een fraaie tuin, die nu geïntegreerd is in de tuin van de Hermitage. In het gebouw bevinden zich een statige regentenkamer en een gelagkamer.
Foto: Gemeenschappelijke tuin van Amstelhof en Corvershof, door Martin Alberts; bron Stadsarchief A'dam
|
Doelstelling
Het Amstelhof was bestemd voor hervormde bejaarde vrouwen. Aanvankelijk bood het plaats aan 400 vrouwen. Nadat het gebouw met behulp van een legaat van ene Jan van Aken werd uitgebreid, konden vanaf 1719 ook alleenstaande en hulpbehoevende mannen een plaats krijgen in het gebouw. Tot 2007 is het een verpleeg- en verzorgingshuis gebleven.
Het Corvershof was bestemd voor behoeftige, gehuwde oude lieden en stond eveneens onder beheer van de Hervormde Diaconie. Tot 1928 woonden er uitsluitend echtparen; na de verbouwing, die toen plaatsvond, werden ook alleenstaande vrouwen toegelaten. In 1978 maakten de oudjes plaats voor studenten.
|
Toegankelijkheid
Het Amstelhof is als onderdeel van de Hermitage voor museumbezoekers tegen betaling toegankelijk. De tuin is vanaf de Weesperstraat vrij toegankelijk en een bezoekje meer dan waard, want het lijkt of je even in een andere wereld stapt.
Het Corvershof huisvest naast Protestantse instellingen een wijnhandel in de kelder en een restaurant in de gelagkamer. Beide zijn toegankelijk.
Links: Binnenplaats Corvershof
Alle afbeeldingen: Stadsarchief Amsterdam
|
Column: Mijmeringen rond het Begijnhof
|
|
oen onlangs op deze pagina
aandacht besteed werd aan de Begijnhof schoot mij een
dergelijk epistel in herinnering met heel andere overwegingen.
Met anecdotes, legenden, overleveringen, mijmeringen....
Zoals het meters lange schilderij van Antoon Derkinderen in de R.K.
kapel HH.Johannes en Ursula. Vier jaar had Derkinderen eraan
gewerkt vanaf 1866, met de opdracht het te plaatsen in die
kapel. De kunstenaar ontwierp een enorm lang doek waarop een
fictieve processie t.g.v. de jaarlijkse herdenking van het
Mirakel staat afgebeeld. Toen het af was sprak pastoor Klönne
zijn ban over het werk uit en weigerde het te laten
aanbrengen. In 1929 zwichtte de kerk voor de aandrang en werd
het werk alsnog geplaatst. Derkinderen heeft dat niet meer
mogen meemaken.
Of het graf in de goot van begijn Cornelia Arents die als
boete voor de afvalligheid van haar familie niet in de kerk
maar in de goot ernaast begraven wilde worden. Toen ze op 2
mei 1654 overleed gaf men geen gehoor aan haar bede en begroef
haar gewoon binnen de Engelse kerk, waar alle begijnen
begraven werden. Ook nog in 1654, maar daar kom ik direct op
terug. Men had niet op de halsstarrigheid van de begijn
gerekend en op een morgen vond de koster het graf open en de
kist ernaast. Tweemaal heeft men haar opnieuw begraven en haar
toen maar op de gewenste plaats ter aarde besteld. Het graf is
in 1727 geruimd omdat er grote funderingswerkzaamheden aan de
kerk werden uitgevoerd. Het gebeente werd in een klein kistje
in het plantsoen begraven maar op de oorspronkelijke plek in
de goot ligt tot vandaag een gedenksteen.
De Engelse kerk, vreemde zaak toch. Na de Alteratie werden
alle kloosters door de stad genaast maar het Begijnhof was de
uitzondering. Officieel omdat het hof geen klooster was maar
in werkelijkheid omdat er diverse dochters van burgemeesters,
schepenen of hoge ambtenaren onder de begijnen huisden. De hof
bleef dus gespaard maar de klederdracht (met zwarte sluier)
behoefde aanpassing naar minder katholiek. En die kerk..., dat
ging echt niet. Zij werd gesloten en werd opslagruimte voor de
stad tot de Engelse Prebyteriaanse gemeente in Amsterdam haar
kocht en in 1607 de eerste dienst hield. De lidmaten waren
heel wat minder fanatiek dan de Calvinisten en leefden in
harmonie samen met de begijnen, die na hun overlijden als
vanouds in de kerk begraven mochten worden.
|
De begijnen intussen belegden kerkdiensten in
één van de huizen. Met een belendend huis werd dit in 1672 hun
nieuwe kapel die gewijd was aan de HH. Johannes en Ursula.
Ach, die Ursula, die 11.000 maagden verborg in de plooien van
haar gewaad. Met zo'n wonder bereik je toch maar
heiligenstatus. De begijnen zagen zich in goed gezelschap
tussen de 11.000 maagden. Ursula is op diverse plekken op de
hof vereeuwigd. Natuurlijk in en aan de kerk maar ook op
enkele gevelstenen. boven de ingangen en aan huizen.
Die kapel kunnen we gevoeglijk als schuilkerk zien. Aan de
buitenkant duidde niets op de nieuwe bestemming. De jongste
begijntjes werden aangesteld om gebedsdiensten aan te kondigen
door deur aan deur aan te kloppen en fluisterend hun boodschap
over te brengen. De 'klopjes' werden deze postiljons van het
verboden geloof genoemd.
Niemand schijnt nog te weten dat tijdens de laatste oorlog de
Engelse kerk gevorderd was door de Duitsers en tot
Evangelische Standortskirche "verheven" werd. Jarenlang hebben
stampende soldatenlaarzen de vloer van de kerk gegeseld.
Misschien dat daar de banderol op huisnummer 25 op slaat:
INIVRIA VLCISCENDA OBLIVIONE. Dat staat voor iniuria
ulciscenda oblivione: het onrecht wordt gewroken door de
vergetelheid. Alhoewel..., die steen is natuurlijk dik 2½ eeuw
ouder.
Het was deze kapel van de HH Johannes en Ursula waar Joost van
den Vondel definitief voor het Roomse geloof gewonnen werd
door toedoen van een biechtvader op de hof: priester Leonard
Marius. Eindeloze gesprekken voerden de twee, al wandelend
rond het grote grasveld van de hof. Op een avond zocht Marius
zijn vriend maar kon hem niet vinden. Tot hij de deur van het
schuilkerkje op een kier zag staan en Vondel met zijn gezicht
op de vloer voor het altaar zag liggen, badend in zijn eigen
tranen.
Door toedoen van koning Lodewijk Napoleon
zouden de begijnen eindelijk hun kerk terugkrijgen, die nu in
gebruik was bij de Engelsen. Zoals we weten werd binnen twee
jaar Lodewijk weer ontheven van zijn taak en werd Nederland
bij het Franse keizerrijk ingelijfd. Pech voor de
begijntjes..., het is er daarna nooit meer van gekomen en ze
doen het vandaag nog steeds met de schuilkerk van 1672. Dat
wil zeggen, tot de laatste begijn in 1971 overleed.
|
|
Deze week honderd jaar geleden
|
Dinsdag 18 juni 1918 - Wegens gebrek aan zilvergeld geeft het postkantoor postzegels als wisselgeld.
Vrijdag 21 juni 1918 - In Roermond wordt een Amsterdammer aangehouden die 230 gouden tientjes het land uit probeert te smokkelen.
|
Oude afleveringen
|
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het
jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste
aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu
voor dat jaar.
|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
wk01 |
wk02 |
wk03 |
wk04 |
wk05 |
wk06 |
wk07 |
wk08 |
wk09 |
wk10 |
wk12 |
wk13 |
wk14 |
wk15 |
wk16 |
wk17 |
wk18 |
wk19 |
wk20 |
wk21 |
wk22 |
wk23 |
wk24 |
wk25 |
wk26 |
wk27 |
wk28 |
wk29 |
wk30 |
wk31 |
wk32 |
wk33 |
Aanmelden
voor deze digitale uitgave - Afmelden voor deze digitale uitgave
|