week 35-2018 |
||||||||||||
Fotoquiz snelste |
||||||||||||
De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Anje Belmon. De nieuwe opgave komt dus van haar. Zij maakt 't u niet heel moeilijk. De vraag is: Waar is dit?U zult 't niet geloven maar naast het grote gebouw aan de linkerkant van de foto komt een niet al te brede steeg uit. Dat brengt Anje tot de volgende vraag: Welke steeg komt daar uit?Oplossingen via deze link Foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Oplossing vorige week |
||||||||||||
Toen brug #117 vernieuwd moest worden werd deze noodbrug gelegd. Brug #117 ligt in de Rozengracht over de Lijnbaansgracht. Op de foto staan de huizen 117-123. Daarvan hebben alleen de huizen 119-121 overleefd en het laatste heeft dan wel dezelfde raamindeling maar het metselwerk is vernieuwd (zandstenen sluitstukken en dakerker zijn verdwenen). Brug #117 werd in 1891 gelegd met het oog op de aanstaande tramconcessie voor de Haarlemse tram. Deze foto zal gemaakt zijn begin 1928 toen een bredere brug gelegd werd. Foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
En dan moeten we ook nog even de snel neergepende zin rechtzetten: "Er heeft er op die plek nooit een [brug] gelegen...". Er heeft wel degelijk een brug gelegen, zoals uit de plattegrond van Gerred de Broen blijkt. Dat was een brug naar de Schans en molen de Victor. Ook op de PW-kaart van 1881 en de buurtkaarten van 1875 is die brug nog aanwezig. Na de demping van de Rozengracht kwam er een nieuwe (1891) en verdween deze. |
||||||||||||
Goede oplossingen kwamen van Anje Belmon, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Jos Mol, Mike Man, Hans van Efferen, |
||||||||||||
Fotoquiz: Rob's keuze |
||||||||||||
Niets is er sinds deze foto aan de panden veranderd, alleen de nering is aan het toerisme aangepast. Welke straat is dit?Aan welke straat/steeg/gracht/kade staat dit hoekhuis?Oplossingen graag via deze link Foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Oplossing: Jan's keuze |
||||||||||||
Dat de brug in de verte de Magere brug is, heeft u wel gezien. Nu was het alleen zaak te zien of we nu aan de west- of oostzijde van de Amstel staan. De relatief lage bouw in de achtergrond lijkt wel het Amstelhof. De Magere brug ligt voor de Kerkstraat dus komt alleen de Prinsengracht in aanmerking. Dan is het hoekhuis de zijkant van Amstel 284. De gevelsteen is van elders afkomstig en hier tijdens de restauratie in 1968 geplaatst. Het onderwerp, een geitebok, heeft volgens de VVAG altijd te maken met een leerlooier(ij). Waar de steen eerder zat is onbekend. Foto: Collectie Six-Amsterdam |
||||||||||||
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Jos Mol, Adrie de Koning, Ria Scharn, Anneke Huijser, Han Mannaert, Onno Boers, Mike Man, Cees Klomp, Dirk Fuite, Harry Snijder, Robert Raat, Hans Olthof, Hans van Efferen, Anthony Kolder, Anje Belmon, |
||||||||||||
Heeft u ook een opvallende foto gevonden? |
||||||||||||
Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze
link en alléén via deze link a.u.b. |
||||||||||||
Fotoquiz Waar? Wat? |
||||||||||||
Geen idee waarom deze brug afgebroken moest worden, Zeker niet om de doorvaart te verbeteren. Er kwam er een terug op precies dezelfde plek. Waar staat de fotograaf?Voor welke straat ligt deze brug?Oplossingen graag via deze link Foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Oplossing vorige week |
||||||||||||
Aan de Zeeburgerdijk 50 werd in 1911-'12 een nieuw hoofdrioleringsgemaal gebouwd dat het afvalwater van de halve stad verzamelde en wegpompte richting Zuiderzee via de zgn. 'smeerpijp'. Die laatste was 4 km lang, mondde uit in het Buiten-IJ en het geheel kwam in 1913 in bedrijf en bleef dat tot de rioolzuiveringsinstallatie Oost in werking trad. Foto's: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Ria Scharn, Mike Man, Jos Mol, Paul Graalman, |
||||||||||||
Met de camera op pad... |
||||||||||||
Behalve foto's maken vanuit zijn sloep gaat Carol de Vries met enige regelmaat wandelen door zijn stad. De camera gaat ook dan mee. Wij pikten er voor deze week weer eens eentje uit. Het grappige is dat Carol na dik twee jaar soms niet meer weet waar hij toen liep. U wel..., toch? Waar is dit?Laat het ons weten via deze link Foto: Carol de Vries |
||||||||||||
Foto van vorige week |
||||||||||||
Blijkbaar was deze foto niet zo moeilijk als wij dachten, met deze haringkar op de Sint Anthoniessluis. Op de achtergrond ziet u de huizen Zwanenburgwal 16 en lager. Op de foto hieronder ziet u meer van de huizen. Nr.16 is onder dezelfde architectuur gebouwd als Sint Antoniebreestraat 83. Op onderstaande foto heeft 't café op de hoek het onderstuk er al bijgetrokken. Wij hopen dat u met ons overtuigd raakt door de erkers van huisnr.10. Anje Belmon: "De vrouw op de foto is Jenette Goudeketting. Duidelijk herkenbaar op de foto is haar marktkaart (zie het archief). Lees meer over Jeanette Goudeketting-Pront via Joods Monument; bedankt Bob Bommellaan voor deze info Beide foto's: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Jos Mol, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Ria Scharn, Anneke Huijser, Han Mannaert, Mike Man, Anje Belmon, Harry Snijder, Robert Raat, Hans van Efferen, Anthony Kolder, |
||||||||||||
Commotie over het fysiologisch laboratorium |
||||||||||||
In 1860 zocht B&W van Amsterdam een nieuwe bestemming voor de grond van het af te breken Leprozenhuis, het proveniershuis naast de Mozes en Aäronkerk. Het bestuur van de Portugees Joodse Synagoge sloeg de plannenmakerij met belangstelling gade. Het werden voor hen tenslotte de buren aan de overkant van de straat. De voorkeur van de Raad ging uit naar een scholencomplex. Groot was de ontzetting toen de snoge hoorde dat de keus op een fysiologisch-anatomisch laboratorium en een politiebureau gevallen was. Vooral de combinatie laboratorium en snijzaal deed hen de haren ten berge rijzen. Geschokt was men! De gemiddelde man in de straat en ook B&W begrepen niets van de commotie; wat was er verkeerd aan? |
||||||||||||
Het was volgens de joodse wetten Joden in het algemeen verboden om naar dode lichamen te kijken. Dat zou de geestelijke integriteit van de overledene aantasten. Het was Kohanim zelfs verboden om ook maar in de nabijheid van lijken te komen, soms tot in het ridicule doorgevoerd. Orthodoxe Joden willen dat El-Al-piloten bij opstijgen of landen niet over begraafplaatsen vliegen. Iemand is dood als hij niet meer ademt. Hij moet dan zo snel mogelijk begraven worden, uitgezonderd op Sabbath, als niet begraven mag worden. Joodse families mogen ook niet de begrafenis regelen als de stervende nog ademt. De rituele wassing van de dode is een nauwgezet omschreven gebeurtenis die door een speciale commissie wordt verzorgd (Chevre Kadisja). Het lichaam ligt onder een laken en wordt gewassen zonder dat laken te verwijderen. Dan krijgt de dode een eenvoudig linnen gewaad aan, een familielid mag één sok aantrekken die met een lint afgebonden wordt. Foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Op een begraafplaats zijn rondom speciale Kohanimpaden, meestal van het grafveld gescheiden door heggen o.i.d. Als een Kohanim overlijdt wordt hij gewoon op een begraafplaats begraven maar altijd aan de uiterste rand, tegen zo'n Kohanimpad.
Paden zo niet onrein, dus een kohanim kan zijn overleden familieleden gewoon bezoeken. Op de foto de begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk; foto: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Waterhaalders |
||||||||||||
In de zestiende eeuw, toen de bierbrouwers allang hun water door waterschepen lieten aanvoeren, waren de inwoners van Amsterdam voor drinkwater nog steeds aangewezen op regenwater. En als de regenbakken leeg waren ging men over op water uit de gracht, ook al smeet diezelfde stedeling alles wat hij aan afval kwijt wilde in diezelfde gracht. Dan hebben wij het nog niet over de honderden privaten die regelrecht op de gracht loosden en er soms boven gebouwd waren. De stedelijke overheid voerde een verbeten maar hopeloze strijd tegen verontreiniging van oppervlaktewater, op straffe van torenhoge boetes van wel drie Karolus guldens per overtreding (keur 1530). Afbeelding: waterschuit |
||||||||||||
Er bleef de stad toen niets anders over dan ook voor de bevolking water van buiten de stad aan te voeren met waterschepen of waterhaalders. Op een centraal punt werd het water overgepompt in leggers die het water naar distributiepunten in de stad brachten. De prijs van een emmer water was afhankelijk van de omstandigheden; kostte het veel moeite het water aan te voeren dan liep de prijs van een emmer water op tot een duit. Er werd pas gecontroleerd op de kwaliteit van het geleverde water als er klachten kwamen. Die bleken meestal terecht; vooral de leggers waren krakkemikkig en het water waar de legger in dreef kwam binnen bij de voorraad schoon water. Als er te weinig water werd aangevoerd gebeurde dat soms ook met opzet. Op de tekening een legger in de stad; afbeelding: Stadsarchief Amsterdam |
||||||||||||
Een omstandigheid die de prijs van een emmertje water kon opjagen, was bijvoorbeeld ijs in Amstel en Vecht. De grootste brouwers bouwden en onderhielden daarvoor sinds 1651 een ijsbreker en dat was niet goedkoop. Zij waakten ervoor dat in zulke perioden brouwers hun water als drinkwater doorverkochten; als men water wilde moest men diep in de buidel tasten. Dat moesten zij ook, per slot van rekening. Het schouwspel van een sleep waterschuiten achter de ijsbreker was een evenement waar de stad voor uitliep, getuige onderstaande prent. De bewering dat de ijsbreker voor de gelijknamige uitspanning naast Lockhorst afgemeerd lag, is onjuist. Hij lag onder een der vele bogen van de Hogebrug in stalling. Afbeelding: doorsneden en aanzicht ijsbreker 1697 |
||||||||||||
Het water moest steeds verder gehaald worden; de nijverheid buiten Amsterdam zat ook niet stil. De brouwers haalden hun water aanvankelijk nog uit de Haarlemmermeer maar weken allengs uit naar de Gein en nog later naar de Vecht. Ook op de Vecht moest steeds verder gevaren worden voor het water drinkbaar was. Dat had o.a. te maken met de vele wasserijen die voor de stedelingen de was deden en de meest smerige zaken in de Vecht loosden. Uiteindelijk moest Amsterdam voor zijn water te biecht bij die van Utrecht. Als de waterstand in de Vecht te laag was voor voldoende goed drinkwater moest er gebedeld worden of de inlaatsluis bij Vreeswijk vaker open mocht. Dat kon niet zomaar; de waterstand van de Lek moest ook bewaard worden en was ook verantwoordelijk voor de waterstand in de IJssel die verder stroomopwaarts van de Rijn aftakte. Het hele stelsel moest met de meeste zorg in evenwicht gehouden worden en daarbij speelde de drinkwatervoorziening van Amsterdam slechts een bijrol. |
||||||||||||
Er was weer zo’n dramatisch keerpunt nodig om een eind te maken aan dat gezeul met drinkwater. Dat knapten een aantal cholera-epidemieën voor ons op. Die van 1832 was nog mild met 1200 doden maar die van 1848-’49 vergde al 2273 doden. Medici over heel Europa zochten naar de bron van de ziekte en tussen de meest bizarre suggesties school ook het vermoeden dat vervuild drinkwater de oorzaak kon zijn. Dat werd in 1850 door Britse artsen geopperd en in 1854 onomstotelijk bewezen door arts John Snow. Al in 1851 leidde het simpele vermoeden tot het voorstel van genie-ingenieur Vaillant om een waterleiding aan te leggen van het duingebied langs de Haarlemmerweg naar Amsterdam. Hij kreeg daartoe ook een concessie van de stad maar kreeg de financiering niet rond. Ten langen leste nam hij zijn toevlucht tot Engels kapitaal en daarmee werd in 1853 het eerste tappunt van duinwater geopend aan het eind van de Haarlemmerweg, voor de Willemspoort. Vers duinwater was een groot succes. Bijna vanaf het begin van de leveringen in december 1853 werden 100.000 liter per dag verkocht. Binnen de tien jaren waren de waterschuiten verleden tijd. De cholera-epidemie van 1859 maakte nog een aanzienlijk aantal slachtoffers maar de statistici stelden vast dat de vroeger zwaarst getroffen Jordaan nu relatief gespaard bleef omdat de bewoners zo dicht bij het tappunt voor de Willemspoort woonden. Het effect van het uitbreidende waterleidingstelsel bleek uit de cijfers van de laatste zware epidemie van 1866-’67 met ‘slechts’ 1100 slachtoffers. Achteraf trok iedereen een zuur gezicht toen bleek dat de enorme winsten op de verkoop van duinwater naar Engeland vloeiden. In 1888 werd een tweede waterleidingbuis aangelegd die Vechtwater naar de stad bracht. In 1898 verlengde de stad de concessies niet langer en trad het Waterleidingbedrijf in werking. Afbeelding: ontwerp van nooit uitgevoerd tappunt annex monument op de Dam; bron: Stadsarchief A'dam Lees over de praktijk van de vroegste drinkwaterlevering: "een cent per emmer" |
||||||||||||
Sarphati en Amsterdam: Meel- en Broodfabriek (M.B.F.) |
||||||||||||
Tijdens een van de avonden van de VvV, februari 1855, gaf Sarphati een lezing over het dure en kwalitatief slechte brood dat in Amsterdam verkocht werd. De honderden bakkers in de stad werkten nog volgens hetzelfde gildesysteem als eeuwen daarvoor. De prijs werd kunstmatig hoog gehouden en er werd op grote schaal geknoeid met de samenstelling van het meel. Sarphati gaf ook aan hoe dit verbeterd kon worden: door broodfabrieken die op stoom werkten. Daarnaast moest de hatelijke accijns op brood en meel afgeschaft worden. Dat kon hij makkelijk stellen want dat was in Den Haag al in de pen. De afschaffing zou de macht van de kartels breken. Terstond stelde de VvV een commissie ‘Broodfabrieken’ in onder leiding van Salomon Bleekrode, omdat deze zich al 10 jaar met graan en meel bezig hield. Bleekrode was hoogleraar in Delft. Toegegeven, dit was een initiatief van Sarphati maar de uitvoering was in handen van deze Bleekrode die de voorbereiding zeer degelijk aanpakte. Hij maakte studiereizen naar diverse landen waar nieuwe vindingen op dit gebied in omloop waren en werkte een compleet plan uit hoe een broodfabriek ingericht kon worden. Al snel voegde hij aan zijn plannen toe, hoe het meel zelf te vervaardigen in eigen maalderij. Zo kon de fabriek het eindproduct beter bewaken en garanderen. De benodigde machines haalde hij uit alle hoeken van Europa. |
||||||||||||
Sarphati maakte zich sterk voor de financiering van het project. Hij voorzag weer een moeizame zoektocht naar kapitaal en in een andere vergadering opperde hij voor de eerste keer het idee dat een eigen hypotheekbank toch prettig zou zijn. Daar komt hij later op terug, net als wij. Hij voorzag dat een startkapitaal van zeker ƒ100.000 nodig was en Sarphati zocht deze keer de oplossing in eenvoudiger mensen die kleine aandelen van ƒ100 konden kopen, nee, zelfs bijeen konden sparen door maandelijks ƒ10 te storten. Het totale kapitaal was toch niet in één keer nodig. Het geheel vertoonde trekjes van een collecte. Directeur werd F.F. Bruyning en die kon eind oktober van dat jaar al melden dat de lening voltekend was. De praktijk van de MBF was voor ons eerder reden om aandacht aan te besteden. Deze keer een kortere aflevering die u kunt voortzetten door het lezen van aflevering 36 in het jaarboek 2015. Klik hier om te lezen. Volgende week: Voorbereidingen Paleis voor Volksvlijt |
||||||||||||
Amsterdamse hofjes: het Deutzenhofje |
||||||||||||
Deutzenhofje Inleiding |
||||||||||||
Stichtster |
||||||||||||
Bijzondere kenmerken
|
||||||||||||
Boven de toegangspoort staat de tekst: |
||||||||||||
Doelstelling |
||||||||||||
Toegankelijkheid Afbeeldingen: Stadsarchief Amsterdam; kleurenfoto entree door de schrijvers zelf |
||||||||||||
En dan dit nog .... |
||||||||||||
Column: Handkar |
||||||||||||
n de bouw heb ik gezeten, mijn leven lang. Eigenlijk wilde ik onderwijzer worden, maar in ons gezin ging je zo snel mogelijk werken om mee te verdienen. Ambachtsschool zat er net nog in. Maar daar was de keuze klein, alles zat vol, behalve timmerman, daar was nog plaats. Timmerman dus en dat is ’t gebleven. |
Deze moet ik je vertellen. We kregen opdracht een schoorsteen nieuw op te metselen. In ouwe huizen zaten die in de kamer en door scheuren was deze gaan lekken. Bouw en Woningtoezicht had een stookverbod uitgevaardigd maar ’t was hartje winter. “He, zeun, dat is vanavond toch wel klaar hè?” “Tuurlijk meneer”, maar ik wist dat het metselwerk eerst moest drogen voor er gestookt mocht worden. Man en vrouw verscholen zich overdag in de voorkamer en toen de schoorsteen weer stond zijn we weggegaan om de volgende dag af te werken. Om te zorgen dat ze niet de kachel zouden aansteken lieten we een paar stenen weg. Niemand deed 's morgens open op ‘t gebel. Tot de buren ons binnenlieten en vertelden wat er de vorige avond gebeurd was. Het stel ouwetjes zat nog steeds in de kou, had z’n heil in de kroeg gezocht en waren daar tot sluitingstijd gebleven. Tegen die tijd waren ze zo laveloos dat ze niet meer op eigen kracht naar huis konden. Op een handkar hebben ze ze naar huis gereden en in de alkoof op bed gelegd. De hele dag dat we nog bezig waren hebben ze liggen ronken. Geen last meer van de kou. |
|||||||||||
Deze week honderd jaar geleden |
||||||||||||
Zaterdag 31 augustus 1918 - Artis viert weer feest. Het nijlpaarden-echtpaar Cyrus en Betsy hebben weer een jong ter wereld gebracht, het negende al. Het fokprogramma van Artis is zeer succesvol. Ter gelegenheid van de zwangerschap was de vorige boreling tijdelijk bij de olifanten ondergebracht tot er een geschikte dierentuin in Europa gevonden was die het tweejarige mannetje wilde overnemen. |
||||||||||||
Zondag 1 september 1918 - In De Bisschop (Dam-hoek Damrak) houdt de Socialistische Partij (SP) een congres. De naam valt ons natuurlijk direct op maar de SP van 1918 heeft niets te maken met de huidige SP. De beginselen waren zeker veel extremer dan van de SP nu. Invoering van de republiek was zo ongeveer het eerste actiepunt, naast de verzelfstandiging van Nederlands-Indië en afschaffing van leger en vloot. Verder de gebruikelijke punten van emancipatie van de vrouw, 8-urige werkdag, verbetering sociale zekerheid, verbod op kinderarbeid en kosteloos onderwijs. Opvallend actiepunt: krachtige bestrijding drankgebruik. De partij zocht uitdrukkelijk toenadering tot alle andere groeperingen en partijen die een gelijksoortig programma aanhingen. |
||||||||||||
Oude afleveringen |
||||||||||||
Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar. |
||||||||||||
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | wk01 | wk02 | wk03 | wk04 | wk05 | wk06 | wk07 | wk08 | |
wk09 | wk10 | wk12 | wk13 | wk14 | wk15 | wk16 | wk17 | wk18 | wk19 | wk20 | wk21 | |
wk22 | wk23 | wk24 | wk25 | wk26 | wk27 | wk28 | wk29 | wk30 | wk31 | wk32 | wk33 | |
wk34 | wk35 | wk36 | wk37 | wk38 | wk39 | wk40 | wk41 | wk42 | wk43 | wk44 | wk45 | |
Aanmelden voor deze digitale uitgave - Afmelden voor deze digitale uitgave |