weekblad-logo

week 33-2018

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Peter Pijst. De nieuwe opgave komt dus van hem. Hij stuurde deze fraaie foto van een straatje dat niet meer bestaat. De mevrouw in de deuropening zag waarschijnlijk voor het eerst een zonnetje in haar huis toen de huizen aan de overkant gesloopt waren. Ook zij moest haar woning snel daarna verlaten. Hartje stad! De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Weinig bekende hoek van de stad, die Plantage Muidergracht. Hier de huisnummers 149-151 in beeld.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Peter Pijst, Anneke Huijser, G. van Amstel, Ria Scharn, Mike Man, Jos Mol, Adrie de Koning,

Fotoquiz: webmaster's keuze

Mooi beeld uit vervlogen jaren. Kort en bondig:

Welke brug is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Jan's keuze

Op brug #39 in de Keizersgracht over de Reguliersgracht stond een oudtante van jonkheer Six van Hillegom en maakte deze foto met helemaal links het huis Reguliersgracht 38. In die jaren (1920-1930) was dit het adres van Fotomaterialen-groothandel C(arolus) Boonen & Co, vandaar het Agfa-reclamebord aan de ingang.
Of er een relatie bestond tussen fotografe en de afgebeelde kinderen vermeldt de historie niet.

Foto: Collectie Six, Amsterdam

 

 

 

 

 

Foto onder: Street View

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Anje Belmon, Ria Scharn, Mike Man, Jos Mol, Paul Graalman, Adrie de Koning, Hans van Efferen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

Dat zie je hier niet vaak, een tent op dit pleintje. Het was ook voor een speciale gelegenheid, een protest. Als u de locatie herkent, is de rest kinderspel.

Waar is dit?
Waar wordt tegen geprotesteerd?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Op brug #38 in de Reguliersgracht over de Keizersgracht staat een bruggentrekker of kar-ga-door te wachten op het volgende 'klussie'. We kijken tegen de zijgevel van Reguliersgracht 39.
Tot 2016 heette deze brug onofficieel de Oetgenssluis. In dat jaar kwam er een andere Oetgensbrug (#76, Amstel / Prinsengracht).

Dat we deze week twee opgaven hadden op dezelfde kruising van grachten is puur toeval. Wel zo makkelijk! Hoefde u niet zo ver te lopen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Robert Raat, Jos Mol, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Katja Kronenberg, G. van Amstel, Rob Philip, Maaike de Graaf, Anje Belmon, Otto Meyer, Ria Scharn, Mike Man, Adrie de Koning, Kees Valentijn, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Hé..., lastig zo'n avondfoto. Niet veel te herkennen van bebouwing. Misschien dat u toch weet waar deze foto gemaakt is? Wij hebben een lichtreclame met een firmanaam weggepoetst, anders hadden we beter meteen de oplossing er onder kunnen zetten.

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Dit rijtje grachtenhuizen vindt u op de Herengracht, tussen Bergstraat en Oude Leliestraat die rechts net buiten beeld uitkomt. Het straatnaambordje staat er half op. Zoals gezegd staat dit rijtje er nog net zo bij..., behalve de auto.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Anje Belmon, Ria Scharn, Mike Man, Jos Mol,

Hulp gevraagd...

Erwin Meijers kwam in het archief van het Rijksmuseum deze foto tegen van fotograaf Willem Frederik Piek. De titel luidt: 'herenhuizen aan de gracht'.
Om u het zoeken iets makkelijker te maken hebben wij de foto gepimpt om meer details zichtbaar te maken. Het origineel vindt u hiernaast.

Dit zagen wij eerder: een huis met aan beide zijden een steeg of gang. Dat 'herenhuizen' kan het Rijks dus meteen vergeten: dit is oude stad. Maar waar?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Rijksmuseum

Hulp gevraagd... en gekregen

Dit was niet erg moeilijk, omdat de foto heel bekend is en in de Beeldbank ook enkele malen voorkomt met de correcte omschrijving 'Nieuwezijds Voorburgwal' met Dirk van Hasseltsbrug en -steeg en de Suikerbakkerssteeg. Helemaal rechts het Makelaarscomptoir. Opvallend is dat de foto wel exact gedateerd werd. We kijken namelijk naar de voorbereidingen voor de demping van de Nieuwezijds in 1883-'84.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Erwin Meijers, Han Mannaert, Anje Belmon, Anneke Huijser, Ria Scharn, Mike Man, Paul Graalman, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

en dan nog even over...

...de schuitenmakerswerf van de hulpvraag van vorige week. Wij stelden dat dit een stadswerf was maar Pieter Klein ontdekte dat dit in 1917 nog de particuliere werf 'De Kleine Boot' van J.P.Vollers was. Deze werf staat tot 1920 nog in de telefoonboeken met het adrfes H.de Grootkade 14. Dit in tegenspraak met bouwtekeningen in de Beeldbank die de werf al in 1898 in de plannen voor de nieuwe schuitenmakers- en stratenmakerswerf hebben opgenomen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Heilig Grafkapel

De 'exploitanten' van de Oude Kerk hebben ontdekt dat je best veel toeristen trekt met rode lampjes in het raam. Ter gelegenheid van een expositie van een Italiaanse kunstenaar was het interieur van de kerk al rood gemaakt. Nu hebben ze het onzalige plan bedacht dat permanent te maken door het glas-in-loodraam van de Heilig Grafkapel van rode glazen te voorzien. Recht tegenover zit een prostitué met haar rode lampje de kerk concurrentie aan te doen, dus moest het wel meteen een raam met flinke afmetingen zijn.
Niet iedereen wordt daar gelukkig van. De commissie Ruimtelijke Kwaliteit van Bureau Monumenten en Archeologie raadt van het voornemen af. De VVAB heeft bezwaar aangetekend maar 'de kerk' geeft geen krimp. Als u de ontwikkelingen wilt volgen klikt u hier.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Wiegbrug

Pieter Klein was toch voor ons aan het spitten om de oplossing van de foto van de Hugo de Grootgracht boven water te krijgen. En passant vond hij een mooi schema van een wiegbrug, zoals we die veel in Noord-Duitsland en Denemarken kunnen vinden. En een tijdlang in Amsterdam natuurlijk. Wiegbrug, dat voor de brug over de Kostverlorenvaart een eigennaam is geworden, stamt namelijk van het principe van de rol-basculebrug van het Scherzer-type: Rolbasculebruggen, ook wel Scherzer- of Wiegbrug geheeten, vormen een bijzondere soort van basculebruggen …; zij draaien niet om een as, maar loopen rollend achteruit, ZWIERS 1, 82 b [1917]

De Wiegbrug werd geopend in 1904 en was hoofdzakelijk van nut voor de Haarlemse tram (Kikker) die in datzelfde jaar ging rijden. De EMS had de brug ook betaald en die was tegen de laagst mogelijke kosten gebouwd, vandaar het betrekkelijk eenvoudige mechanisme. Ondanks dat de Kikker een elektrische tram was, kreeg de brug voorlopig geen bovenleiding en moesten de trams de brug met een aanloopje ‘nemen’. Zie daarvoor de prentbriefkaart helemaal bovenaan.

Op de foto links de daadwerkelijke constructie van de eerste Wiegbrug; bron: Stadsarchief Amsterdam

Latere versies van de Wiegbrug waren allemaal ‘normale’ basculebruggen, draaiend om een as met kelders voor het contragewicht. Er zijn ook basculebruggen die geen kelder voor de contragewichten kennen, maar die bovengronds en dan buiten of ver boven het wegdek hebben. Voorzover wij weten vindt u die alleen buiten Amsterdam, zoals die links in Ter Aar

Foto: Wikipedia

Sarphati en Amsterdam - Vuilnisophaaldienst

Als armenarts zag Sarphati nog veel erger armoede dan hij ooit eerder gezien had. Het waren enkelingen die hun gezondheid of leven in de waagschaal stelden, waaronder de armenarts.. Hij zag snel in dat medische zorg in dit stadium iets als ‘dweilen met de kraan open’ was. Hier paste geen genezing, hier moest voorkomen worden. Het is niet meer duidelijk in welke volgorde de ideeën elkaar opvolgden maar een aantal waren direct terug te voeren op zijn ervaringen als armenarts.  De hygiëne moest verbeteren, er moest gezorgd worden voor schoon drinkwater en de voeding moest goedkoper en beter. Bedeling was verkeerd; de armen zonken zo steeds verder weg in lethargie. Werkverschaffing was het toverwoord en Sarphati streefde dat in sommige ondernemingen na, ook al was het idee misschien niet uitsluitend van hem.
Eén van zijn meest succesvolle ondernemingen is zwaar onderbelicht: de Maatschappij ter bevordering van Landbouw en Landontginning. Dat zal wel komen omdat er ‘een luchtje aan zat’. Letterlijk, in dit geval. Sarphati vond dat de gemeente Amsterdam dom omging met het afval in de stad. De stad was smerig en stonk, de grachten fungeerden nog steeds als open riool en door gebrek aan huisvesting met privaten deden sommige stadsbewoners noodgedwongen hun behoefte op de openbare weg. Urinoirs waren er in de stad nodig en vuilnisbakken. Schoon drinkwater diende in de stad verstrekt te worden tegen kostprijs of desnoods gratis. Er moest niet nóg een cholera-epidemie uitbreken voordat dit geregeld was.

'Door het beter wegruimen van den mest kan bovendien aan den stedeling niet alleen werk worden verschaft; maar daaruit zal ook in de schamelste woningen zedelijk en stoffelijk heil voortspruiten; want van al de nadelen waaraan de arme bevolking blootstaat, is het overal omringen van mest en het daardoor verpesten van den dampkring, wel een der zwaarste en gevaarlijkste'. -S. Sarphati

Sarphati’s idee was het een maatschappij op te richten die alle afval in de stad zou ophalen. Delen die de stad nu voor zijn rekening nam en verpachtte, kostten de stadskas netto zo’n ƒ43.500,- per jaar. Dat zou de stad uitsparen, om te beginnen. Verder zou Sarphati’s maatschappij de straten schoonhouden en met het verzamelde afval, aangevuld met de opgehaalde as en menselijke fecaliën meststof produceren die aan de landbouw verkocht kon worden. Het permanent uitbaggeren van grachten en havens leverde baggerspecie op die bij het produceren van meststof mede verwerkt kon worden. Alweer een zorg minder, zo redeneerde Sarphati. Hij stootte daarbij op diverse kleinere en grotere belangen en het kostte hem een paar jaar om alle reeds uitgegeven concessies over te nemen. Sarphati had zijn huisartsenpraktijk en zijn aanstelling als armenarts; hij zat niet om een nieuwe baan verlegen en zocht dus een bedrijfsleider die het eigenlijke werk op zich zou kunnen nemen. De gemeente Amsterdam echter vond dat de initiatiefnemer de kar zelf maar moest trekken. Geldschieters vond Sarphati ook niet zo makkelijk; hij bracht het gestelde beginkapitaal dat hij dacht nodig te hebben van ƒ400.000,- naar 300.000,- naar beneden en zelfs dat kreeg hij met de grootste moeite bijeen. Het keerpunt was het intekenen voor tien aandelen van ƒ1000,- door koning Willem II. Driekwart kwam van directe familie, een deel van vrienden en kennissen en de rest van hem welwillend gezinde medeburgers die Sarphati zijn succes gunden, ook al zagen zij niet direct in waarom dat met afval moest gebeuren. Wegens het uitblijven van een geschikte directeur voor de onderneming en de eis van de stad dat ze alleen aan Sarphati als persoon een concessie verstrekten en niet aan een N.V. verplichtten hem zijn werk als armenarts neer te leggen en de leiding van de onderneming zelf ter hand te nemen. De concessie werd 6 augustus 1847 verleend en omvatte het inzamelen van as en vuilnis aan de woningen van de ingezetenen, op de markten en bij schepen in de havens en dokken. Daarbij was bepaald, dat alle door de concessionaris opgehaalde en voor meststof geschikte stoffen, vodden en lompen daar onder begrepen, eigendom van de concessionaris werden.

De Stadsreiniging maakt goede sier met de vuilnisman met de ratel die de komst van de vuilnisophaler aankondigt. Feit is dat Sarphati dit fenomeen bedacht voor zijn vuilnisophaaldienst

De onderneming was van de start af succesvol; het eerste boekjaar 1848 maakte men winst en kon 5,55% dividend uitkeren. De directiepost was in principe onbezoldigd maar zou eventueel een winstuitkering krijgen. Het eerste volledige boekjaar reeds kon Sarphati ƒ1200,- opnemen. Met dit succes op zak kon Sarphati de rest van het benodigde kapitaal ophalen en op jacht gaan naar de andere concessies die hij eveneens ambieerde: het schoonhouden van de openbare weg, het plaatsen van vuilnisbakken en urinoirs in de stad en het ophalen van fecaliën met de ‘Boldootkarren’.
Amsterdam bewees zich een onbetrouwbare partner in dezen door naar believen delen van het stadafval en baggerspecie achter te houden en voor eigen doelen (ophogen, plempen) te gebruiken, zoals het droogmaken van de Buiksloterham. Sarphati moest keer op keer de gemeente wijzen op de afspraken die omtrent de concessie gemaakt waren en keer op keer dacht de gemeente door intimidatie er wel mee weg te komen. Sarphati had verzuimd de mondelinge afspraken op schrift te laten stellen en de opvolgende ambtenaren hadden geen boodschap aan de beweringen van Sarphati. Na een aantal jaren werd hij zelfs gesommeerd de asbelten in de stad, die hij verplicht was geweest over te nemen, weg te ruimen. Het heeft veel van Sarphati’s incasseringsvermogen gekost om hiermee door te gaan, maar hij smaakte het genoegen dat het publiek al na het tweede jaar van het bestaan zichtbare verbeteringen zag. De stad werd schoner! In Rotterdam werd een gelijksoortige onderneming opgestart, in Zwolle werd Sarphati’s maatschappij gekopieerd tot volle tevredenheid en in Zaandijk zette Sarphati zelf een dochterbedrijf op. In 1875 nam de stad het werk zelf ter hand, de geboorte van de Stadsreiniging. Sarphati mocht dat door zijn voortijdig overlijden niet meer meemaken.

Volgende week: Sarphati dringt door tot de elite van de stad

Amsterdamse hofjes: Hofjes van Van Mekeren

Hofjes van Van Mekeren
door Adrie de Koning en Jos Mol

Inleiding
Dit keer twee hofjes die beiden dezelfde stichter hebben, Jan van Mekeren, en die daarom ook wel de Hofjes van Van Mekeren worden genoemd. Het gaat om De Nooteboom Uytkijk en De Eendracht.
Ligging en ouderdom
De Nooteboom Uytkijk is gelegen aan de Spiegelgracht 31 op de hoek bij de Lijnbaansgracht 287 en de Tweede Weteringdwarsstraat. Het is omstreeks 1792 gesticht. 
De Eendracht ligt aan de Overtoom 295. Nadat Van Mekeren in 1780 de panden van de oude porceleinfabriek "Fort de Eendracht" had gekocht, besloot hij er in 1789 een hofje van te maken. Na zijn overlijden werd het gesticht De Eendracht gerealiseerd.

Gevelsteen zijgevel Spegelgracht 31: de klapstoel

Stichters
Jan van Mekeren (1718-1791) was een meubelmaker (vroeger schrijnwerker genoemd), die samen met zijn broer een winkel had in de Kalverstraat. Later ging hij in de houthandel en werd daarmee een welgesteld man. Maar hij stond ook bekend als weldoener. Nadat zijn eerste vrouw, een domineesdochter, overleed, trouwde hij in 1769 voor de tweede maal met de weduwe van een dominee, Johanna Margaretha Okhuysen. Jan van Mekeren en zijn tweede echtgenote waren de grondleggers van het hofje “De Noote­boom Uytkijk” op de Lijnbaansgracht hoek Spiegelgracht, de voormalige werkplaats van de schrijnwerkers, die ook als pakhuis dienst deed. Johanna stierf in 1776. Hij erfde van zijn vrouw de hofstede Vrederust in Loenen aan de Vecht.
Van Mekeren trouwde nog voor een derde keer, wederom met een domineesdochter, Johanna Bontekoning. Zij zijn samen de stichters van de Eendracht. Van Mekeren liet na zijn overlijden een half miljoen na en had uitdrukkelijk vastgelegd dat het geld moest worden besteed voor de oprichting van het gesticht ‘de Eendracht’ voor oude dames. 

Gesticht De Eendracht - Overtoom;
foto: Stadsarchief Amsterdam

Bijzondere kenmerken
De Nooteboom Uytkijk is meer een huis dan een hofje met 9 woningen. Er is geen binnenplaats en wie voor het smalle huis staat op het snijpunt van twee samenkomende straten, zal begrijpen dat daar ook geen plaats voor is. Het werd in 1965 opgeheven en verplaatst naar de Overtoom.
De Eendracht had 15 woningen. Het werd eveneens in 1965 verplaatst en in 1970 afgebroken ten behoeve van de uitbreiding van het ernaast gelegen Diaconessenhuis. Vlak ernaast en met behoud van hetzelfde huisnummer werd een nieuw hof gebouwd, het hof Eendracht-Anslo. De andere helft van de naam verwijst naar de stichter van het vroegere Anslo´s hofje, dat we reeds beschreven bij het Claes Claeszhofje. 
De eerste bewoonsters van Eendracht-Anslo waren gepensioneerde verpleegkundigen van het Diaconessenziekenhuis. De oudere dames kregen nog tot in 1996 eten van het ernaast gelegen revalidatiecentrum. In 2002 is het geheel gerenoveerd. Op de begane grond is nog een regentenkamer, gelegen aan de tuin. Hierin bevinden zich o.a. nog de portretten van de oorspronkelijke stichters, Jan van Mekeren en zijn derde vrouw Johanna Bontekoning. Door de regenten wordt deze kamer vrijwel niet gebruikt, wel door de bewoners.

Doelstelling
De Nooteboom Uytkijk en De Eendracht waren bestemd voor behoeftige mensen. Bij de eerste was bepaald dat het moest gaan om in armoede geraakte leden van de Nederduitse Gereformeerde kerk. Bij de Eendracht was nog expliciet bepaald dat het voor dames was bestemd.

Contemporaine tekening van de Nooteboom Uytkijk

Toegankelijkheid
De Nooteboom Uytkijk heeft nu een commerciële bestemming en is daarom als hofje niet toegankelijk. Omdat op de plaats van het oorspronkelijke hofje De Eendracht aan de Overtoom nu het revalidatiecentrum van Reade staat, zult u daar ook niet graag naar binnen willen, tenzij u er beter van denkt te worden.

Foto gevelsteen: VVAG
Overige afbeeldingen: Stadsarchief Amsterdam

En dan nog dit...
Omdat Van Mekeren zijn vermogen verdiende met hout, is het gepast om hier ook nog iets te schrijven over het Houtzagershofje. Maar als u op oude kaarten gaat zoeken, zult u het niet vinden. Het hofje heeft nooit bestaan! Als vroeger iemand in de gevangenis belandde, werd hij opgesloten in het Rasphuis. Dat kwam aan die naam omdat de gevangenen hout moesten zagen of raspen. Om niet te hoeven zeggen dat een iemand in de gevangenis of het rasphuis zat, omschreef men dit netjes door te zeggen: "Hij logeert even in het Houtzagershofje!".

Column: De blijmakende beiaard 

at kunnen wij nog meer doen om de medemens te verblijden in deze duistere tijd? Ik probeer dan te zingen aan de bar, om de blijheid erin te pushen. Toen ik voor de klas stond deed ik tien minuten voor het naar huis gaan een spontane liedjespotpourri wat tot gevolg had dat de populatie vrolijk fluitend naar moeder en vader ging. 'Mijn Keesje komt toch zo opgewekt thuis, heden ten dage!'. Ook ga ik op marktpleinen staan met een beetje rouge op de neus, een clownspet op en speel daar op mijn trekzak gezellige meezingertjes.
Wie dat ook begrepen heeft, is Reinier Sijpkens; hij heeft een paar kleine bootjes omgebouwd tot ‘muziekboten’ en speelt op diverse festivals in de hele wereld vrolijke wijsjes vanuit een indianentent of vanaf zijn boot, waar warempel een heus pijporgel en een verzameling koperen blaasinstrumenten in liggen die hij gebruikt om de boel op te fleuren. Op dinsdagen waarop stadsbeiaardier Boudewijn Zwart de bronzen klokken vanuit de beroemde Wester over ’Good Old Mokum’ laat galmen, spelen zij ook nog samen, tot groot genoegen van de wachtende toeristenstroom bij het Anne Frankhuis. Reinier regelt ook buitenbruiloften waarbij men met zijn tachtigen in een te klein tentje mee moet doen met zijn muziek en de menigte met een vrolijk belletje of snaarinstrumentje in de hand heftig meeklingelt of -tokkelt. Na afloop ligt men slap van het lachen; de teamspirit en feestvreugde spettert er vanaf.

Eén keer mocht ik mee de Westertoren in - ik ben beiaardstudent - en heb daar het schouwspel vanuit de toren mogen aanschouwen. Wat een machtig mooi gezicht. Mensen horen bekende wijsjes vanuit een kleurig bootje op de Prinsengracht en de toren antwoordt met zijn klokken. Ikzelf ben steeds meer interesse gaan tonen in het luisteren naar en maken van beiaardmuziek - een écht Nederlands/Vlaams verschijnsel trouwens - en heb al een paar miniconcertjes gegeven. Ook maakte ik een paar beiaardmelodietjes die ik speelde en die ook een paar beiaardiers lieten galmen.
Naast het opwekkende van het musiceren is er ook: de historie van de diverse torens, de markten onderaan de toren, de oude stadjes en al die aparte beiaardiers met hun anekdotische verhalen. Besef, als je door de Nederlandse stadjes dwaalt: 'Dat hebben we hier toch maar mooi.....klinkende en vrolijkmakende klanken vanuit de toren'. Bewust en onbewust word en blijf je er vrolijk van.
En….de beste en zuiverste klokken over heel de wereld werden gegoten door twee Amsterdámse broers!

PS: In Finland hebben ze nul beiaards, in Nederland driehonderd. In Korea één en in Australië twee. Een Nederlands koppel liep eens door Canberra en hoorde de beiaard. ‘Luister', zei zij tegen hem, 'Nederland!'

Bij de foto's:
Boven:
Gysbrecht aan het klavier van een beiaard,
Reinier Sijpkens in zijn muziekboot, in de Prinsengracht, onder aan die 'Ouwe Wester'. Op de middelste foto roept hij naar stadsbeiaardier Boudewijn.
Links:
De vrouw van Gijsbreght maakt een fotootje van de Westertorenklokken (foto's: Gijsbreght)

Deze week honderd jaar geleden

Zaterdag 17 augustus 1918 - Moord en doodslag in de Buiten Bantammerstraat. In twee naast elkaar gelegen Chinezenpensions (boardinghouses) vonden onafhankelijk van elkaar twee moorden plaats, die in aanleiding met elkaar te maken lijken te hebben. Er loopt een arbeidsconflict tussen twee groepen Chinezen die allemaal bij de Mij. Nederland werken. Het gaat om bevoordeling van een groep t.o.v. de andere.
Op zaterdagmiddag rond 3 uur ontstond in het eerste pension een woordenwisseling die met een pistool beslecht werd. De dader vluchtte aanvankelijk maar de man gaf zich later toch zelf aan bij de politiepost Sint Pietershal. Hij werd voor verhoor naar bureau Warmoesstraat overgebracht. Net na zessen escaleerde een tweede woordenwisseling in het naastgelegen pension dat eveneens met een pistool beslecht werd. Deze dader was daarmee niet tevreden, pakte een mes en sneed zijn slachtoffer ook nog eens de keel door. Hij werd overmeesterd en aan een passerende politieagent overhandigd. Na nog een derde moord is de politie het zat en laat bij Mij. Nederland pamfletten in het chinees en engels bekendmaken dat elke volgende ongeregeldheid bestraft zal worden met internering in kamp Bergen. Daarover lazen we vorige week al dat dit geen pretpark was.

Deze moorden waren het gevolg van een heuse bendeoorlog. Panden aan Buiten Bantammerstraat bleken doorvoer- en opslagplaatsen van opium te zijn naar steden als Hamburg en Rotterdam. Omdat het merendeel van de Chinezen vreedzaam tussen de Nederlanders leefde had de overheid weinig weet van de activiteiten van de Chinese onderwereld. De eerste moord had bij nader inzien niets met scheepvaart te maken; het slachtoffer trad regelmatig voor de politie als tolk op en de moord was een afrekening om dat te stoppen. De beide andere moorden hadden wel met het arbeidsconflict te maken maar stonden helemaal los van de Mij. Nederland. Twee Chinese bendes ( Bo On en Drie Vingers) verdienden geld aan de tewerkstelling van landgenoten. Eerst hielpen zij de scheepvaartondernemers door stakingen te breken middels inschakeling van grote hoeveelheden Chinezen. Tijdens de oorlogsjaren 1914-'18 waren Chinezen bereid door te varen ondanks de gevaren. Toen er na de oorlog minder personeel nodig was, ook al door de overschakeling van stoommachines op dieselmotoren, wilden de bendes hun inkomsten veilig stellen en beoorloogden elkaar tot ver in de 20er-jaren, wat bekend is geworden als de Tong-oorlog.

Politie en justitie stonden met de handen in het haar. Dat kwam vooral door taalproblemen; de Chinezen vormde een gesloten samenleving waar ze dit soort instanties zeker niet toelieten. Ondervragingen werden handig ontweken door te pretenderen niets te verstaan. Vandaar dat de tolk zo'n gevaar betekende; het zou een einde maken aan deze uitwijk.

De werkeloos geworden Chinese stokers hadden de keus uit omscholen op een ander beroep, een eigen bedoeninkje beginnen of naar een ander land uitwijken. Van het deel dat hier bleef begonnen sommigen bijvoorbeeld een wasserij of Chinees restaurant en als ze dat niet redden werden ze pinda-man.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08
wk09 wk10 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave