weekblad-logo

week 13-2017

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Anneke Huijser. Van haar komt dan ook de nieuwe opgave. De vraag is:

Wat zijn de huisnummers van de beide renaissancegevels in het midden?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Enkele nieuwe deelnemers snapten niets van het feit dat deze foto bij een vorige plaatsing zo weinig goede oplossingen had opgeleverd. Zo klaar als een klontje! Dit was toch het Spui met het begin van de Gedempte Begijnensloot? Toch niet zo moeilijk?
De redactie laat deze opmerkingen voor wat ze waard zijn en nodigt hen uit ook eens de nek uit te steken als het wat minder duidelijk is.

De foto werd ongeveer 100 jaar geleden door George Breitner gemaakt.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Fanta Voogd, Ria Scharn, Robert Raat, Han Mannaert, Jan Snijders, Hans Goedhart, Aschwin Merks en Martin Ex.

Fotoquiz: Pieter's keuze

Pieter Klein stuurde een nieuwe keuzefoto in. Wij gebruiken hier een andere foto van dezelfde panden, maar zonder de entourage die te veel zou verraden. Het was vooral de middelste gevel die Pieter frappeerde. De top leunt sterk aan tegen de laat 19de-eeuwse chalet-stijl, maar mist net de daarbij gebruikelijke accentuering.

Waar staan deze huizen?

Uw oplossing via deze link

 

Oplossing: Carol's keuze

Op het eerste volledig zichtbare pand van links zit niet alleen een behulpzame gevelsteen, maar staat ook een zeer behulpzaam huisnummer (zie detail hieronder). Als u dat ontdekt zou hebben zouden de oplossingen Rapenburg 13 overbodig zijn geweest. Verder is er iets verderop een zijstraatje te zien en als we de huizen tellen moet dat tussen de nummers 31 en 33 zijn.
Wij zien hier dan ook niet huizen op Rapenburg maar in de Grote Bickersstraat 23 en hoger. Dat had u weer uit kunnen vinden via de gevelsteen. Wij plaatsten vorige week een link naar de nieuwe gevelstenen-database van de VVAG. Daarin heeft u de mogelijkheid te sorteren op onderwerp van de stenen en eentje daarvan is "scheepvaart". Tamelijk bovenaan prijkt de steen van een pinas op het adres Grote Bickersstraat 23. De zijstraat is dan de Minnemoersstraat. Het huis is van 1659.

Rond 1930 zijn de huisnummers 23 en 25 gerestaureerd, 25 zelfs helemaal nieuw opgetrokken. Dat huis draagt de gevelsteen Quickenburgh en die hebben we een aantal jaren geleden als eens in deze kolommen gezien. Het is het huis dat scheepskapitein Quick in 1652 liet bouwen. Bij de herbouw verhuisde de steen naar de bovenste verdieping waar niemand ze nog behoorlijk kan zien. Daarom hier een foto ervan.

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Robert Raat, Arjen Lobach, Han Mannaert, Jan Snijders, Harry Snijder, Aschwin Merks en Ria Scharn.

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Een uitstapje buiten de quizgrens Singelgracht, maar het is echt in Amsterdam.

Waar is deze ravage?
Wanneer was dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Hoewel deze kerk best ver buiten de Singelgracht staat is hij blijkbaar toch bekend. Dit is de bouw van de Gerardus Majellakerk aan het Ambonplein in de Indische Buurt. De kerk wordt omringd door straten, wat resulteerde in andere namen dan Ambonplein, zoals Obiplein. Dat is uiteraard allemaal goed gerekend.
De foto moet van begin 1926 zijn; de eerste steen werd juli 1925 gelegd.

Foto links en hieronder: Stadsarchief Amsterdam


Roeland Koning hield zich ook bezig met de Gerardus Majellakerk. Deze foto en onderstaande tekst namen wij van hem over.

Koepel van de Gerardus Majellakerk, Ambonplein 79;  11-09-2011. De katholieke kerk van de heilige Gerardus Majella werd rond 1925 gebouwd door architect Jan Stuyt. Het gebouw was onderdeel van een katholiek complex, waartoe ook een zusterhuis, een pastorie en twee scholen behoorden. Het ontwerp is geïnspireerd op de Byzantijnse kerken die Stuyt tijdens een bedevaart naar Palestina bezocht, met name de Aya Sophia. De belangrijkste verwijzing is de enorme koepel, die van een achthoekige onderbouw overgaat in een twaalfzijdige vieringtoren. Deze domineert hiermee de stedenbouwkundige situatie ter plaatse. De kerk had 1400 zitplaatsen en was voorzien van lagere aanbouwen, enkele straalkapellen en een ranke traptoren. Aan de oostzijde wordt het gebouw afgesloten met een vijfzijdige hoofdapsis. In 1992 werd de kerk buiten gebruik gesteld en overgedragen aan Stadsherstel Amsterdam, die het gebouw door architect André van Stigt liet restaureren en verbouwen tot verhuurbare ruimten. Het hoge centrale deel onder de koepel is grotendeels gehandhaafd gebleven. Jan Stuyt bouwde in Amsterdam ook o.a. de Sint-Agneskerk en de Obrechtkerk

Tegenwoordig is de kerk oefenruimte voor het NedPho en wordt ook de NedPho-koepel genoemd. Na een intensieve en grondige verbouwing door eigenaar Stadsherstel Amsterdam is de kerk volledig orkestproof gemaakt. Architectenbureau Van Stigt realiseerde een optimale gebruiksruimte met respect voor de eigen stijl en het specifieke karakter van de monumentale kerk. Bureau Spanjers van Zaanen was betrokken bij het inrichtingsontwerp van de zaal en van de complexe akoestische voorzieningen. Bureau Peutz leverde hiervoor het technisch ontwerp.

Ga bij de site van Stadsherstel kijken naar een diapresentatie met veel interieurfoto's van de kerk. Daar leert u ook de overige functies van de kerkruimten kennen.

Goede oplossingen kwamen van Dick van der Kroon, Roeland Koning, Jos Mol, Ria Scharn, Kees Huijser, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Otto Meyer, Gerard Beerman, Anna Denekamp, Han Mannaert, Harry Snijder, Maaike de Graaf, Kees Rijpkema, Hans Goedhart, Adrie de Koning, Maarten Helle, Jan van der Hoeve, Aschwin Merks en Stefan Lemaire.

Met de camera op pad...

En onvermoeibaar wandelt hij voort, met de camera steeds in de aanslag om u te verrassen met weer een ander plekje van onze stad. Volgens ons kan Carol de Vries nog jaren voort.

Weet u waar dit is?

Uw oplossing graag via deze link

Foto van vorige week

Van deze puzzel hebben een aantal deelnemers gesmuld. Dat was nog eens een leuke zoektocht en met goed resultaat. Alleen de naam van die halve zool die hier een landing op de Amstel maakt, bleef verborgen. Wij kregen krantenknipsels, compleet met foto's en een geweldige hoeveelheid achtergrondinformatie over de bouwer van dit vliegtuigje. Eerst de locatie: we kijken naar het blokje huizen Weesperzijde 46-54, dat tussen de Eerste Oosterparkstraat (links) en Oetgensstraat (rechts) staat. Die laatste straat was er ten tijde van fotograferen (1928) nog niet; hier was het Achterpad en de laagbouw die u ziet is van Houthandel Harff.

We schrijven 11 juli 1928 en er landen die dag drie watervliegtuigjes van de Marine, komende van Texel (De Mok) en op weg naar het Marinevliegkamp op Zeeburg (dat in de kranten Schellingwoude genoemd wordt). Onderweg maken de W51, de W52 en de W61 een demonstratieve tussenlanding op de Amstel onder de noemer van "oefening". U kunt zich voorstellen dat dit de nodige aandacht trok, van de pers maar vooral van de altijd nieuwsgierige Amsterdammers. De toestellen taxieden ongeveer een half uur op dit stuk Amstel voor ze weer opstegen. Dat deden ze t.h.v. de gasfabriek.

Op nevenstaande foto uit het tijdschrift Vliegwereld staat een interessante aantekening, namelijk de naam Van Berkel. Dat blijkt de producent van de vliegtuigjes te zijn en als u denkt dat die naam in een ander verband bekender is, heeft u gelijk. Het gaat om de vleessnijmachine-fabrikant Van Berkel's Patent. Han Mannaert weet te melden dat Van Berkel buiten slagerijmachines meer zaken fabriceerde, bijvoorbeeld scheepsmotoren.
Dit schrijft Wikipedia over Van Berkels uitstapje naar de vliegwereld: Tijdens de Eerste Wereldoorlog hield de onderneming zich ook bezig met het vervaardigen van munitie en geweren voor het Nederlandse leger. Het was dus een logische stap om in 1918 ook een vliegtuigbouwafdeling op te richten. Men kreeg steun van de Nederlandse regering. De fabriek stond aan de Keileweg 9 in Rotterdam. Hoofd van de vliegtuigafdeling was R.J. Castendijk en John Kerner was hoofd van de motorenafdeling. De eerste opdracht bestond uit het bouwen, in licentie, van 35 Hansa-Brandenburg W.12 watervliegtuigen voor de MLD. Het eerste exemplaar vloog in 1919 en werd de W-A genoemd. De W-A's werd zowel in Nederland als in Nederlands-Indië gebruikt en vlogen nog tot 1933. Vermoedelijk zijn er nog vijf exemplaren door de MLD zelf gebouwd op vliegkamp De Kooy in 1924, waarschijnlijk uit onderdelen van beschadigde exemplaren van Van Berkel.

De vliegtuigen van Van Berkel begonnen op 6 september 1919 met de eerste proefvluchten vanaf de Maas in Rotterdam, vlak bij de fabriek. Onder de vele toeschouwers het voltallige personeel van Van Berkel. Testpiloot Luitenant t/z Nieuwenhuis kwam in acht seconden los van het water en steeg tot 1500 meter. Alle kenners waren daarvan onder de indruk en de test werd zeer geslaagd genoemd. Ook de motoren bouwde Van Berkel zelf.

Op de foto links de W52 op het Noordhollands-kanaal

De quizfoto blijkt ook in de Beeldbank aanwezig als afbeeldingsbestand 010003037523.

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Ria Scharn, Arjen Lobach, Han Mannaert, Maaike de Graaf, Aschwin Merks en Otto Meyer.

Hulp gevraagd

Een hulpvraag van Ruud van der Sluis. Wat weet hij wel zeker over deze foto? Ruud's grootmoeder staat in het midden. Zij was moeder van 13 kinderen en woonde aan de Kramatweg. Zij had een dienstje bij de rechtse mevrouw, haar werkgeefster dus. Ruud meent ooit opgevangen te hebben dat het dienstje in de Warmoesstraat was. De linkse dame is een "je-weet-wel"-vrouw. Ruud vermoedt dat daarmee een dame van lichte zeden bedoeld werd. Deze beide laatste gegevens deden Ruud vermoeden dat dit dus Warmoesstraat 85 geweest zal zijn, maar met de foto in handen heeft hij de hele Warmoesstraat doorgelopen en dit pand niet gevonden. Wij stelden vast dat het niet de Warmoesstraat zal zijn, omdat nr.85 nog steeds in oude vorm bestaat en op de begane grond geen venster met borstwering maar in totaal vier openslaande deuren met glas had en nog steeds heeft.

Weet u in welke straat dit huisnummer 85 staat/stond?

Uw oplossing graag via deze link

Foto: collectie Ruud van der Sluis

Hulp gevraagd: oplossing vorige week

Ook dit was smullen voor de detectives onder ons. Mèt bruikbaar resultaat ook nog.
Wat dit gebouwencomplex voorstelt wisten heel veel mensen: het hulpstation Westerdok van de HIJSM. Dat nam de spoorwegmaatschappij in gebruik in 1878, nadat de spoorlijn naar Haarlem van station Willemspoort doorgetrokken was tot hier, in het centrum van de stad, in afwachting van de ingebruikname van het Centraal Station (1889). Op deze foto is het viaduct over de Westertoegang al gereed. Daar was vaart achter gezet omdat het door brand verwoestte hulpstation Oosterspoor niet meer gebruikt kon worden (1879). Die treinen reden nu door tot dit hulpstation.

Het serieuze werk betrof natuurlijk het achtkante gebouwtje op de oever. De meesten waren het er over eens dat dit niets met de scheepvaart te maken zal hebben gehad. De paar deelnemers die doordrongen tot de kern ontzenuwden ook dat het een loket voor kaartverkoop of een politiepost was. Even verderop was een politiepost en voor de plaatsbewijzen moest men in de hal zijn.

Alle foto's bij dit onderwerp komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam

Om meer te weten te komen over het gebruik van het gebouwtje haalden de echte doordouwers alle foto's van hulpstation Westerdok uit de Beeldbank op om die te bestuderen. Uit de meest onthullende foto ziet u links een detail, met huisje en stoffering. De deur staat open en in het zonnetje zitten vier figuren met een hoed op. Voor het huisje, aan de wallekant, staan vijf zgn. aapjes, ofwel koetstaxi's. Op een der koetsen zit een koetsier, ook met hoed op.
Ons lijkt hier maar één conclusie mogelijk: het huisje is een wachtlokaal voor aapjeskoetsiers. Bij slecht weer scholen ze binnen, bij mooi weer ervoor, met zicht op hun koetsen. Gaat u hierin mee? Pieter Klein heeft zich al overtuigd verklaard.

De meest complete en bruikbare oplossingen kwamen van Ria Scharn en Arjen Lobach. Dichtbij kwam Aschwin Merks die het huisje als wachtlokaaltje voor het AOM-personeel (paardentram) zag.

Klapbord, klaarover, knipperbol (de 3 K's) en zebrapad

ie kent nog het verkeersbord beter bekend onder de magische naam klapbord? Toen het verkeer in intensiteit toenam, moest dit in betere banen geleid worden. De verkeerslichten (drie lampen-van boven naar beneden- Rood, Oranje en Groen) waren voor het eerst te zien op het Leidseplein in 1932. Het klapbord dateert van omstreeks 1925 en was bedoeld om erg drukke weggedeelten langer 'open' te houden. Agent in uniform plus klapbord togen (vaak te voet!) vanaf het politiebureau naar het drukke weggedeelte. In een opening in het asfalt kon het klapbord verzonken worden. De borden konden zó bewegen op de standaard, dat het woord 'STOP' zichtbaar was voor het verkeer dat stilstond of een groen vlak voor het doorrijdende verkeer. De groene zijde van het klapbord kon voor de helft omgeklapt worden via een hendel, waardoor ook daar het woord 'STOP' verscheen en alle verkeer stil werd gezet. Vervolgens werd het hele klapbord een kwartslag gedraaid en werd het groene vlak weer open geklapt, zodat de andere rijrichting werd vrijgegeven. In 1983 werd het klapbord officieel afgeschaft [wij wijzen nog even op het stukje over Ome Jan, in week 11 -red].

Voor de voetganger is ook iets bedacht, namelijk de verkeersbrigadier of klaarover. Deze werd ingesteld in 1947 om kinderen veilig te laten oversteken. Ze werden door de burgemeester aangesteld en vanaf 10 jaar kon je klaarover worden. Ze werden toen Jeugdverkeersbrigadier genoemd.

Verkeersbrigadiers hadden oranjekleurige kleding aan en een reflecterend stopbord in de hand. De Ministeriële Regeling Verkeersbrigadiers (MRV) gaf voorschriften en voorwaarden waaraan de verkeersbrigadiers moesten voldoen. De opleiding lag in handen van de politie. De eventuele schade die de verkeersbrigadier zou kunnen oplopen zou als regel door de automobilist worden gedragen, die daarvoor verzekerd was. Als de verkeersbrigadier zelf schade veroorzaakte, was deze gedekt door de aansprakelijkheidsverzekering. Mijn broer Frits Mol had op 10 juli 1954 een oorkonde ontvangen ''ter herinnering aan het lidmaatschap van de Schoolbrigade als beloning voor de trouwe plichtsvervulling'', die was getekend door de hoofdcommissaris en het hoofd van de St. Laurentiusschool, de heer van der Horst.

Een knipperbol was een echt verkeersteken. Het was een bol van oranje glas die gemonteerd was op een paal die zwart-wit gestreepte banden bevatte. In de oranje bol bevond zich een lamp die ongeveer 40-50 keer per minuut knipperde. Knipperbollen werden in Nederland van 1957-1962 gebruikt bij voetgangers oversteek plaatsen om aan te geven dat voetgangers voorrang hadden op al het rijdende verkeer dat zich op straat bevond. In 1962 werd de Nederlandse wetgeving verscherpt, in die zin dat voetgangers voorrang hadden wanneer ze zich op het zebrapad bevonden. Met de komst van de zebra is de knipperbol uit het straatbeeld verdwenen.

Bovenste foto: collectie Jos Mol; hierboven: Stadsarchief Amsterdam

Beschrijvingen in de Beeldbank

Een van onze deelnemers, vrijwilliger aan het Stadsarchief voor de Beeldbank, bericht ons dat hij op basis van opmerkingen en ontdekkingen in dit digitale weekblad beschrijvingen van afbeeldingen wijzigt. Dat wil zeggen, hij maakt een aantekening in de database met een voorstel een wijziging in de beschrijving aan te brengen. Dat gaat niet zomaar! Zoiets wordt door de vakkrachten in het archief grondig bekeken en dan pas al of niet doorgevoerd. Dat schijnt maanden te moeten duren, zodat door de deelnemers ontdekte onjuistheden soms nog tijdenlang blijven staan en soms zelfs nooit gewijzigd worden. Dat laatste is bijvoorbeeld bij een foto van Jacob Olie gebeurd. Die beschrijvingen zijn heilig verklaard en daar mag niemand zomaar wijzigingen in aanbrengen. Ook niet als onomstotelijk vaststaat dat de bestaande omschrijving onjuist is. Men neemt ons digitale weekblad nog niet serieus als broedplaats van kennis.
Het aanmaken van de beschrijvingen bij het samenstellen van de Beeldbank was en is nog steeds maar mensenwerk. Het waren ook in den beginne goedwillende amateurs die de beschrijvingen samenstelden. Niemand kan afstuderen op het herkennen van oude foto's van de stad, dus niemand kan zichzelf autoriteit noemen. Ook op de afbeeldingen aangebrachte namen of opmerkingen zijn soms onjuist; daar zijn legio voorbeelden van (afbeelding Bierkaai Oudezijds Voorburgwal, door de Beeldbank zelf al ontdekt).
Het project Vele Handen is een ander geval. Ons contact Quinten bij Vele Handen is verantwoordelijk voor de nieuwe beschrijvingen en hij is wèl redelijk onder de indruk geraakt van de expertise die onder de deelnemers schuilt. Wij hebben in de afgelopen maanden toch menig moeilijk geval "geadresseerd".

Herinnert u zich deze nog?

Pinkelen - door Jos Mol

Je had bij dit spel slechts een slag- en een pinkelhoutje nodig. Het pinkelhoutje werd op twee stenen neergelegd en met een lange stok weggeslagen. Een pinkelhoutje was slechts 10 cm lang en aan beide einden met een mes aangepunt.
In het midden van de straat tekende je met krijt een vierkant van 1 x 1 meter. Er was een variant die je slechts met twee personen speelde. De bedoeling was dat de slagman het houtje zo ver mogelijk wegsloeg en meteen zo vaak als mogelijk tussen de stoeprand en het vierkant op en neer rende (des te breder de straat, des te langer het duurde!). Hij moest net zo lang de stoeprand aantikken tot de ander het pinkelhoutje weer in het vierkant had teruggegooid. Je was dus om en om slagman en het ging er natuurlijk om het grootste aantal keren tussen de stoeprand en het vierkant op en neer te rennen. Er waren ook nog andere varianten die in de verte een beetje weg hadden van honkbal!

Deze bijdrage van Jos Mol werd eerder in de Amsterdamsekrant (v.m. Oud-Amsterdammer) gepubliceerd en is met toestemming van die krant ook door ons opgenomen.

N.B. De redactie van de krant heeft óók gepinkeld in de jeugdjaren. Die herinnert zich dat de twee afgeschuinde punten een functie hadden. Het afschuinen was om de afstand tot de ondergrond te vergroten. De pinkel werd over een andere stok o.i.d. gelegd (of zelfs direct op de grond) en met het slaghoutje moest een precieze slag op een afgeschuind deel gegeven worden, waardoor een draaiende beweging ontstond met voor de pinkel hetzelfde effect als hierboven omschreven. Dat wil zeggen, als de slag raak was en dat was lang niet altijd het geval. Deze handicap, de misslag, was een belangrijk onderdeel van het spel..., net als bij honkbal trouwens.

Deze variant ziet u op nevenstaande wandtegel afgebeeld.

Heeft u ook zo'n herinnering?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Geboortehuis Jos Mol

Nou..., hier zijn we niet zo snel over uitgepraat. Arjen Lobach meldt dat de huizen waar de politiefunctionarissen voor staan weliswaar in 1912 zijn opgeleverd maar de hogere nummers in de straat - van dezelfde architect - pas in 1920. Waarvan akte!

Excursie Oostenburg en Werkspoormuseum

De vorige week aangekondigde excursie naar Oostenburg en het Werkspoormuseum gaat definitief door op 26 april a.s. U kunt zich nog aanmelden voor een herhaling op 24 mei a.s. Of die doorgaat hangt af van de grootte van de groep.

Meldt u zich aan door een e-mail via deze link

Er zijn géén kosten aan deze excursie verbonden. Fons Baede, bewoner van Oostenburg, vermoedt dat de wandeling 2 á 2½ uur in beslag zal nemen. We verzamelen om precies 10:00 uur voor de ingang van het museum, Oostenburgergracht 77. Leuk! Koppen zien bij de namen.

Foto boven: Studio Koning; foto links: Werkspoormuseum

Als u zich al aangemeld heeft hoeft u niets te doen. Dit is een herhaling van de oproep.

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 26 mei 1917 - Dagblad De Tribune meldt dat de eigenaren van panden aan de Vijzelstraat westzijde tussen Herengracht en Keizersgracht uitstel van ontruiming hebben gekregen. Dit is het gevolg van overleg tussen Publieke Werken en de Nederlandsche Handels Maatschappij. De laatste zal een kantoorgebouw over de gehele straatlengte tussen beide grachten laten bouwen (de Bazel). De ontruiming zou per 1 mei 1917 afgerond moeten zijn maar wordt nu naar 1 februari 1918 verschoven. Met het afbreken zelf blijkt ook dan niet veel haast gemaakt te worden. Herman Missët maakte in februari 1919 de tekening hiernaast. Zelfs dan staan er nog panden overeind.

Afbeelding: Stadsarchief Amsterdam

Zondag 1 april 1917 - Officiële opening van het W.H.Vliegenbosch in Amsterdam-Noord. Het weer is nog wat guur en dat drukt het animo ter plekke het nieuwe "bos" in ogenschouw te nemen. De verslaggever van het Algemeen Handelsblad is echter lyrisch: "Maar 't Vliegenbosch werd gisteren een zoo heerlijke belofte, een tweeledige belofte. Allereerst de belofte van de lente die komen gaat en dan de belofte van den kostelijken rijkdom dien Amsterdam over eenige jaren zal bezitten, als het Vliegenbosch is op- en uitgegroeid".
Onderstaande foto bewijst de lange-termijnvisie van deze verslaggever. Zo ziet het bos er vandaag uit.

Foto: Stadsarchief Amsterdam; inzet: detail uit schilderij van Vliegen door Jan Veth.

Wij hoeven u niet meer uit te leggen dat dit stadsbos niets met insecten te maken heeft?! Het was een initiatief van Willem Hubert Vliegen, gemeenteraadslid voor de SDAP. Het IJbosch, zoals de werknaam luidde, moest een recreatieplek worden voor de arbeiders in de nieuwe stadswijken in Noord. De aanleg begon in 1912 en gedurende de aanleg werd Vliegen wethouder van Publieke Werken (1914-1919). Als een eerbetoon werd de naam van het bos gewijzigd. Het bos ziet er nu volgroeid uit, maar elke boom is na de hongerwinter opnieuw geplant omdat de oude opgestookt waren.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2017. De keuze 2016, 2015 of 2014 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09
wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave