weekblad-logo

week 27-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was George Hulshof. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. De vraag is:

Welke straat is dit?

De personenwagen op de foto staat pontificaal voor een zijstraat/steeg geparkeerd.

Welke zijstraat/steeg komt hier uit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Anneke Huijser heeft veel deelnemers een plezier gedaan met weer eens een foto uit de Jordaan. Tenminste..., het randje ervan. De fotograaf stond in 1959 in de Marnixstraat en keek door de Nieuwe Willemsstraat naar brug #142 met daarachter de Willemsstraat. Niet iedereen wist van het bestaan van een aparte naam voor dit korte straatje, maar daarover deden we niet al te moeilijk. Vooral de brug bracht een stroom reacties teweeg. De officieuze naam is Oude Fransenbrug, ook al wil de Gemeente daar sinds 2016 niets meer van weten. De naam komt van het Oude Fransenpad, de naam voor de noordelijke oever van de Goudsbloemgracht tot de demping in 1857.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Cees Schumacher stelde dat de stalen ophaalbrug uitzonderlijk breed is en meer op een industrieterrein paste dan in de Jordaan. De site bruggenvanamsterdam.nl heeft nog meer foto's, ook recente zoals die hiernaast. Klik de foto om meer over de brug te lezen. Dan ziet u ook nog de voorganger van deze brug, een meer voor de hand liggende enkele wipbrug maar ook al van staal.

Foto: bruggenvanamsterdam.nl

Jaren geleden deden we de Jordaan als onderwerp min of meer in de ban omdat slechts een beperkt deel van het deelnemersveld daarmee vertrouwd is en er letterlijk elke week een foto van die buurt verscheen. De ban is misschien wat doorgeslagen dus we verklaren hem hiermee tot beperkt opgeheven.

Goede oplossingen kwamen van George Hulshof, Adrie de Koning, Anthony Kolder, Kees Huyser, Gerard Koppers, Ria Scharn, Mike Man, Anje Belmon, Jaap van Strien, Patrick Nieuwenhuis, Pauline Dorhout, Fanta Voogd, Arjen Lobach, Ron Huissen, Kees Boas, Rob Philip, Peter van der Putten, Minne Dijkstra, Willem Blok, Han Mannaert, Hans van Noort, Dirk Fuite, Annabelle Parker, Harald Advokaat, Cees Schumacher, Hans Swart, Hans Goedhart, Cor van Duinen, Otto Meyer, Robert Raat, Rob de Rijk, Bert Brouwenstijn, Ton Brosse, Frieda Beukenkamp, Onno Boers, Jos Mol, Harry Snijder, Ger Theuns, Charles Philip,

Fotoquiz: Ton's keuze

Deze keuzefoto betreft een locatie buiten de Singelgracht.

Ton heeft de naam die op het gebouw staat (boog boven de ramen) verduisterd om het niet tot een weggevertje te maken.

Nu moet u het van de vorm van de schoorsteen hebben.

De vraag is:

Waar stond Ton?
Bij welk complex hoort de schoorsteen?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Ton Brosse

Oplossing: webmasters' keuze

De meegegeven hint was overduidelijk; welke winkel verkeert er nu in zwaar weer? Moet een HEMA zijn!
Deze foto is gemaakt in de Ferdinand Bolstraat, staande op de Ceintuurbaan en kijkende in de richting van het kleine pleintje tussen Gerard Doustraat en Albert Cuypstraat. De straat lijkt afgesloten door een rij huizen maar dat is omdat de F.Bolstraat daar een knik maakt. Die huizen staan in de G.Doustraat.
Rechts op de hoek van de 1e Jan van der Heijdenstraat stond toen de Jan van der Heijdenschool voor GLO. Die school werd afgebroken en vervangen door een wooncomplex met winkel onderin... de HEMA. De eerste foto van die nieuwe situatie stamt uit 1935.
Op de andere hoek, achter de handkar, kwam beddenmagazijn De Zon, later Janus, eveneens in het slaapkamergebeuren.
De foto moet van eind 19de eeuw stammen want de auto schijnt nog niet uitgevonden.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Gerard Koppers, Anje Belmon, Arjen Lobach, Ria Scharn, Mike Man, Robert Raat, Adrie de Koning, Jos Mol,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

De vragen bij deze foto zijn:

Waar is dit?

Het gebouw heeft een nieuwe bestemming en ook een tussentijdse. Wij willen weten voor wie of wat het gebouwd werd.

Wat was de oorspronkelijke bestemming van dit pand?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Carol de Vries

Oplossing vorige week

Dit is een blik vanaf de overkant van de Amstel naast het Diaconie weeshuis. In beeld komt Amstel 172-178 tussen Wapen van Delftsteeg (re) en Wagenstraat (li).
Rechts naast de Wapen van Delftsteeg de kantoren, magazijnen en fabriek van Cacao Bensdorp. Dat laatste pand, dat slecht gedeeltelijk op de foto staat werd in 1898-'99 door Anton Joling voor Bensdorp gebouwd. Zie 020apps.nl voor meer gegevens over dit gebouw. De fabriek bevond zich achter de kantoren, benaderbaar door twee stegen links en rechts. De grote productie-capaciteit stond in Bussum.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Kijkt u ook nog even nauwkeuriger naar Amstel 172-174 met die veelbelovende classicistische gevel waar bij nader inzien zo ontzettend veel aan geknoeid is dat het pand niet tot de monumentenlijsten wist door te dringen. Door de hang naar grotere ramen heeft de eigenaar van het rechterdeel (splitsing) de pilasters de nek omgedraaid.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Adrie de Koning, Anthony Kolder, Arjen Lobach, Ria Scharn, Anneke Huijser, Dirk Fuite, Han Mannaert, Maarten helle, Dick van Alphen, Robert Raat, Ton Brosse, Onno Boers, Mike Man, Jos Mol,

Met de camera op pad...

Nog een recente foto. De naam van de maker is meteen de enige hint die u krijgt. Op het slordig onleesbaar gemaakte straatnaambord heeft natuurlijk een straatnaam gestaan. De vraag is:

Welke straat is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Han Mannaert

Foto van vorige week

Op een van zijn tochten door het Amsterdam in coronatijd kwam Carol dit pand Vijzelgracht 63, hoek Lijnbaansgracht tegen. Er zijn zoveel van dit soort neo-renaissancegebouwen in Amsterdam, dat er aanleiding genoeg voort vergissingen was.
Het pand werd door architect D. van Oort in 1893 als proeflokaal voor J.C. Zeitz.
In 2002-'03 heeft Stadsherstel het pand gerestaureerd en de fundering vernieuwd. Boven zijn woningen en op de begane grond is altijd een café gebleven.

Kijkt u ook even naar 020apps.nl wat die nog meer over het pand te vertellen hebben.

Foto: Carol de Vries

Goede oplossingen kwamen van Adrie de Koning, Anthony Kolder, Arjen Lobach, Anje Belmon, Mike Man, Anneke Huijser, Ria Scharn, Dirk Fuite, Han Mannaert, Otto Meyer, Robert Raat, Ton Brosse, Jos Mol, Harry Snijder,

Hulp gevraagd...

De Beeldbank vraagt onze medewerking bij het vinden van de locatie waar deze foto is genomen.

Weet u waar dit is? Laat het ons weten via deze link

Hulp gevraagd... en gekregen

Dit wisten veel deelnemers juist te plaatsen. We staan op de Oudezijds Voorburgwal tegenover de ingang van de Trompetterssteeg. Die begint tussen de huisnummers 86 en 88 en loopt door naar de St.Annendwarsstraat. Het is niet de Dolle Begijnensteeg want die is niet overbouwd zoals deze steeg.
Omdat we in verwarring raakten wat de juiste spelling van de steegnaam is, hebben we even gecontroleerd. De officiële plattegrond zegt Trompetterssteeg met dubbel-s, terwijl er een tamelijk nieuw straatnaambord op de muur is geschroefd met enkele s. U kunt dat zelf nog even vanuit uw luie stoel controleren want Google heeft schijnbaar ook motoren die voor Street View foto's maken en door de smalste steeg van Amsterdam zijn gereden.

Klik de foto hieronder om achterop mee te rijden.

 

Oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Mike Man, Jos Mol, Willem Blok, Ria Scharn, Harald Advokaat, Maarten Helle, Anje Belmon, Hans Goedhart, Robert Raat, Adrie de Koning, Paul Graalman, Ton Brosse, Harry Snijder,

Straatfoto's Amsterdam

Rein Fransen wilde in beweging blijven na zijn pensionering. Wat doe je dan? Je gaat wandelen en neemt je camera mee. Zijn verzameling foto's deelt hij met u. Klik hier of op de afbeelding links voor zijn site.

redactioneel

Gesol met het Museumplein - 2

Sinds zijn tweede huwelijk met de Amsterdamse Antoinette Alberdingk Thijm (1859) woonde Pierre Cuypers in Amsterdam en in 1891 werd hij zelfs raadslid voor de katholieke kiesvereniging. In die hoedanigheid was hij getuige van de stroom plannen voor het museumterrein en meteen het eerste jaar mengde hij zich met een nieuw (zijn tweede) ontwerp weer in het debat. Van het plan van de Delftse ingenieur Gugel adopteerde hij het dempen van de Hobbemagracht en verzoende zich met het bestaan van het Concertgebouw. Hij adopteerde ook het idee van het grote plein en een groot monumentaal gebouw als tegenpool van het Rijksmuseum, in zijn fantasie een klein paleis voor de nieuwe vorstin Wilhelmina. Opvallend was zijn oplossing voor een symmetrie door de spiegeling van de Van Baerlestraat: de Gabriël Metsustraat. De bebouwing tegen dat paleisje aan wilde Cuypers eigenlijk niet, maar hij voorzag commentaar op zoveel onbenutte ruimte. Helaas voor hem besprak de Raad zijn plan niet eens. Hierbij een tekening uit het Bouwkundig Weekblad van 1891, dat het plan wèl besprak.

In datzelfde jaar 1891 kwam architect Godefroy, honorair lid van de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst, met eveneens een alternatief voor Plan Gugel. Hij kwam opvallend dicht bij het ontwerp van Cuypers met een paleis en een groot onbebouwd plein. Midden op dat plein zou een grote vijver moeten komen met fonteinen. Daarop kon 's winters dan geschaatst worden. Rond de vijver konden op de brede lanen paardenrennen gehouden worden. Langs de grote vijver zag Godefroy - wat hij noemde - 'bloemparterres', verhoogde plantsoenen die de 'eenvoudiger' blokken met herenhuizen aan het oog moesten onttrekken. De particuliere bebouwing tegen het paleis aan verving hij door blokken met villa's voor koninklijke gasten.
Wij laten u deze ontwerpen zien om te ontdekken dat delen daaruit in latere periodes en in onze tijd alsnog toegepast zijn.

Eind 1891 verraste B&W vriend en vijand door op het museumterrein een tweede museum te situeren, ontworpen door stadsarchitect Adriaan Weissmann en gefinancierd uit een legaat van de douairière S.A. Lopes Suasso-de Bruyn en deels gevuld met de verzameling van de familie Lopes Suasso, maar verder bedoeld voor eigentijdse kunst. Spoed was geboden want de douairière had bepaald dat de bouw voor een bepaalde datum moest beginnen. De bouw nam tot 1894 in beslag en in 1895 opende het museum aan de Paulus Potterstraat de deuren.

Voor alle verdere plannen met het museumterrein was dit een gebouw om rekening mee te houden. Elke symmetrie was voor altijd verstoord. De eerste die daarmee aan de slag ging was architect Hendrik Berlage. Hij betrok het Stedelijk erbij en meteen de ruimte tot de Jan Luykenstraat. Tegenover het Stedelijk bedacht hij een terugspringende gevel waardoor een plein ontstond met een winkelgalerij en luxe woningen daar boven. In de plattegrond hiernaast staat dit blok en nog een tweede veel verder uitgewerkt dan de rest.
Opvallend is het opnemen van een kortstondig plan voor een NHTM-tramverbinding tussen het museumterrein en Haarlem. Die maatschappij zag brood in zo'n verbinding met het nieuwe Zuid en Berlage plaatste een kopstation tussen Waskaarsenfabriek en het middenterrein.
De tram is er nooit gekomen en ook van Berlages plan is nooit een vierkante centimeter verwezenlijkt.

Als u nu dacht dat het museumterrein al die jaren braak bleef liggen wachten op uitvoering van een plan dat wel genade kon vinden, heeft u 't mis. Vanaf 1885 werd het terrein 's winters onder water gezet om te kunnen schaatsen. Dat werd al snel georganiseerd door een vereniging De Amsterdamsche IJsclub die in 1895 een schaatsbaan exploiteerde met tribunes en een clubhuis. In de zomers waren andere evenementen georganiseerd zoals de (wereld)tentoonstellingen in 1883 en 1895. Een renbaan werd aangelegd en Velox bouwde een hal waar mensen fietsles konden krijgen. Dat gebouw staat er nog steeds en herbergt het Zuiderbad. Alle initiatiefnemers werd te verstaan gegeven dat het maar tijdelijk was, totdat een der plannen eindelijk goedkeuring kreeg en uitgevoerd zou worden.

In 1898 werd een Schoonheidscommissie gevormd die B&W zou gaan adviseren bij nieuwe bouwplannen. Het was weliswaar niet helemaal de bedoeling dat zij zelf zouden gaan ontwerpen maar in 1902 presenteerde B&W aan de Raad een plan van die commissie voor bebouwing van het museumterrein. Kenmerk is het eerste plan Cuypers zoals besproken en goedgekeurd in de Raad (1881). De gracht was al verdwenen en het grote middenplein maakte zijn entree. Een voldongen feit waren het Stedelijk van 1895 en er tegenover de Rijkspost Spaarbank aan de Van Baerlestraat sinds 1901. De Raad besloot nog in 1902 dat het stratenpatroon op deze manier uitgevoerd zou worden. Het grote middenveld (grasveld) werd verhuurd aan de IJsclub, die er een clubhuis en opzichterswoning op mocht neerzetten en een hek om het geheel.

Let u op, de orientatie is opeens omgedraaid. Noord-oost is boven.

De Raad hoefde bij deze beslissing geen rekening meer te houden met de Waskaarsenfabriek. B&W waren al sinds 1896 - het tijdstip van de annexatie van Nieuwer-Amstel-Noord - in gesprek met de directie over de verhuizing van de fabriek. Een onoverkomelijk bezwaar wierp de directie op door een vraagprijs van ƒ 1 miljoen. Begin 1906 keurde de Raad het aankoopbedrag van ƒ 900.000 goed en werd de koop gesloten.
Eindelijk kon de luxe bebouwing tot aan de Boerenwetering gebouwd worden.

Maar... het verhaal is nog lang niet afgelopen!

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Oosterparkbuurt -6 - Instituut voor de Tropen (slot)

Het Koloniaal Instituut voor de Tropen heeft in onze tijd zwaar geleden onder de discussie over het 'koloniaal verleden van Nederland'. Het is nauwelijks terecht jarenlang een smet op het museum geweest. Dat vertaalde zich in krampachtige tentoonstellingen over de bijzonderheden van culturen in de voormalige koloniën maar ook vaak daarbuiten. Wij herinneren ons nog tentoonstellingen over Zuid-Amerikaanse indianenstammen. Het gaat het museum allang niet meer om de vroegere gebiedsdelen onder Nederlands bestuur maar om de tropen in het algemeen. En zelfs dat wordt argwanend bekeken...

Foto: Stadsarchief Amsterdam

In 1864 besloot de Maatschappij ter Bevordering der Nijverheid dat er een museum moest komen speciaal voor attributen uit gebieden die onder Nederlands bestuur stonden. Frederik van Eeden kreeg de opdracht met die verzameling te beginnen en hij verzamelde in zijn huis de eerste stukken voor deze collectie. Het huidige KIT is er trots op dat sommige van deze stukken nog steeds in het depot aanwezig zijn. In 1871 werd het museum daadwerkelijk geopend in paviljoen Welgelegen in Haarlem, waar het tot 1923 open was.
In 1910 werd een vereniging Koloniaal Instituut opgericht met als doel om tot een instituut en een apart museum in Amsterdam te komen. Het eerste kwam aan de Mauritskade en het museum aan de Linnaeusstraat (foto). Het oog viel op de locatie van de voormalige Oude Oosterbegraafplaats. De bouw begon niet eerder dan de begraafplaats geruimd was en toen brak de Eerste Wereldoorlog uit. Pas in 1923 was de bouw van het museum zo ver dat de collectie uit Haarlem naar Amsterdam kon verhuizen.

Het Koloniaal Instituut werd in oktober 1926 door koningin Wilhelmina officieel geopend. De koningin sprak haar bewondering uit voor de zgn. marmeren hal, direct achter de entree.
Door de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 veranderde er ook voor het instituut veel. Het museum werd in 1950 omgedoopt tot Tropenmuseum. Het instituut kreeg het predicaat 'Koninklijke' en kwam volledig onder beheer van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ging o.m. functioneren als internationaal trainings- en opleidingscentrum voor uit te zenden personeel in het kader van ontwikkelingsprojecten. Voor buitenlandse cursisten werd achter het gebouw een hotel neergezet.
Het museum diende zich te richten op álle gebieden in de tropen. Er kwam een Tropentheater voor voorlichtingsfilms enz.

Na 2007 draaide BZ de subsidiekraan steeds verder dicht en in 2011 helemaal. Het museum werd losgekoppeld van het instituut, in 2012 werd het Tropentheater gesloten en in 2013 de KIT bibliotheek. De boeken en digitale dragers gingen naar de Universiteitsbibliotheek Leiden en 400.000 boeken van ná 1950 naar de Bibliotheca Alexandrina. Het gebouw van het instituut wordt nu voor vergaderingen, evenementen en recepties verhuurd. Er zijn restaurants en een hotel. Dus als u binnenkort iets te vieren heeft...

Foto's: KIT tenzij anders vermeld

Stadsrietlanden -3: iets anders dan koeien

Nog tijdens de Bataafse Republiek was aan het Buitengasthuis te kennen gegeven dat het begraven van doden bij het gasthuis moest stoppen. De stad was al zover opgerukt dat het moment dat het Buitengasthuis binnen de stadsgrenzen zou vallen in het verschiet lag. In 1804 werd hen een nieuw terrein aangewezen buiten bolwerk Jaap Hannes. Behalve de doden van het gasthuis zouden hier ook de stads armen begraven worden, alsmede buitenlanders (zeelui), drenkelingen en ter dood gebrachte misdadigers. Tijdens de Franse overheersing kwamen daar de door de Fransen geëxecuteerden burgers bij. De naam die het kerkhof kreeg, was Sint Pieters Kerkhof, maar de volksmond had het over het Pestkerkhof.

De heersende armoede in het eerste kwart van de 19de eeuw zette mensen tot de gekste dingen aan. Het nieuwe kerkhof buiten de stad werd geplaagd door grafschenners. Omdat iedereen hier 'van de armen' begraven was, zal er aan de lijken weinig te halen zijn geweest. Nee, het ging om de kisten! Zo snel mogelijk na de begrafenis werd de kist weer opgegraven, het corpus eruit gemikt en de kist weer de stad in gebracht. Behulpzaam daarbij was, behalve dat het 's nachts pikkedonker was, dat door de hoge grondwaterstand de kisten niet diep begraven konden worden. Er werden hekken geplaatst maar die hielpen blijkbaar niet. Er werd een oppasser aangesteld die een woning op het kerkhof kreeg, maar dat hielp evenmin. Dus werd er een laag van een meter zand opgebracht, zodat de kisten nu wel een flink eind onder de grond verdwenen. In 1864 stopte de Gemeente Amsterdam met begraven op het Pieterskerkhof. In 1875 werd het terrein aan de HIJSM afgestaan om een spoorwegemplacement op aan te leggen. In 1877 werd de oppasserswoning en een quarantaineloods gesloopt.
In 1997 werd dit gebied verkocht aan een projectontwikkelaar die er woonhuizen op wilde bouwen. Bij het ruimen van het veld kwam men stoffelijke resten tegen die op de Nieuwe Ooster een nieuwe plek kregen (foto). AT5 liet ooit zien dat het nog niet voorbij was met de vondsten.

In de buurt van het kerkhof kreeg de schutterij en het garnizoen van de Oranje-Nassaukazerne een exercitieplaats aangewezen. Na vier jaar werd dat terrein van arren moede helemaal omheind omdat de exercities door opgeschoten jongens van de Oostelijke Eilanden verstoord werden. Het uitjouwen en belachelijk maken gaven daarbij nog de minste problemen. De toegang tot het terrein werd privépersonen verboden en politieagenten moesten handhaven.

Meer naar de Nieuwe Vaart toe kregen Dudok van Heel en Holtzmann in 1855 vergunning om een metaalpletterij te bouwen. Van Heel was een neef van de compagnon van Paul van Vlissingen en de pletterij verrichte veel werk voor die fabriek. Er werd met wisselend succes gewerkt, dan weer met meer dan 200 man en dan stond de hele fabriek stil. Men vervaardigde spanten en andere constructiedelen van gietijzer. Die techniek begon juist in die tijd door te dringen, eerst bij de bouw van fabriekshallen en later ook winkels edg. Het grootste succes van deze fabriek was de levering - via de fabriek van Paul van Vlissingen (Werkspoor, voor 't gemak) - de smeedijzeren ornamenten en constructiedelen die nodig waren voor de bouw van het Paleis voor Volksvlijt. In 1866 bleek de Cycloop, zoals de fabriek inmiddels heette, niet meer levensvatbaar en werd overgenomen door Werkspoor.
De toegang tot het fabrieksterrein was nog een heikel onderwerp. De fabriek draaide soms in ploegendiensten en het personeel moest ook 's nachts het terrein op en af. Dat vergde een extra bewaking en commiezen bij de enige brug naar het terrein in verband met de stedelijke accijnzen. Het lijkt erop dat stad en fabriek er uit zijn gekomen.

In 1874 kwam in voorbereiding op een groot stoomgemaal aan het eind van de Nieuwe Vaart een tweedeling van de vaart tot stand. Gescheiden door een smalle dijk (waarover het Zeeburgerpad loopt) werd naast de vaart het Lozingskanaal gegraven. Alleen het water van het Lozingskanaal werd door het nieuwe gemaal afgevoerd en de Nieuwe Vaart bleef zodoende vrij voor de scheepvaart naar en van fabrieken en molens. Alles dat aan de buitenzijde van de Zeeburgerdijk reeds aangelegd was, zoals een asloods, werd verwijderd en alles dat hier gepland was, zoals een begraafplaats, werd nooit uitgevoerd.

Volgende week HIJSM, abattoir en veemarkt

De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: Daan & Daan - 17

Vooraf: Daan en Daan vermaken zich nog steeds prima in Friesland, dus ik neem opnieuw weer even de honneurs waar.

n mijn ogen is buitenkunst een toevoeging aan de omgeving. Visueel meestal. Maar soms ook tactiel. Sommige kunstobjekten nodigen heerlijk uit tot aanraken zoals de billen van de heks op de Hexentanzplatz in het Duitse Thale, of de dartele lammetjes op het Osdorpplein (zie foto’s onder). Door de vele strelingen gaat het brons op de aanraakplekken mooi geel oplichten. Je bent dan even één met de kunstenaar. Sommige werken zou je kunnen ruiken, maar dat is waarschijnlijk alleen de pindakaasvloer van Wim Schippers en dat is geen buitenkunst. Op andere kunstwerken kun je lekker graffiti krabbelen. De ene kunstenaar is daar niet zo happy mee, maar de ander stimuleert dat zelf. De illustere Damien Hirst vindt het niet erg als er op zijn werken geklodderd wordt. Vele kunstenaars, gemeentes en beobachters zijn echter not amused bij bekladding of vernieling.

Na het veelvuldig bezoeken met gasten en kleinkids van Emsterdem Beach (Zandvoort zeg maar), Emsterdem Bulbs (Keukenhof zeg maar), Emsterdem Cheese (Alkmaar zeg maar), togen mijn kleinzoon en ik naar Emsterdem Ship (De Batavia te Lelystad zeg maar). Daar wilden we het schip helpen aanleggen en het kanonschieten zien en beluisteren, maar dat viel niet in goede aarde, want de werkelijkheid (de intensiteit van de knallen zeg maar) was wat weerbarstiger voor de juveniele oortjes (zie foto ‘s onder). Dan maar even met het Lelystadse beeld van Henk Hofstra spelen en warempel, kleinzoon paste netjes in het oor van het kunstwerk (zie foto). Tijden later was hetzelfde kunstwerk ineens niets meer waard, want onopgevoede c.q. destructieve lelijkheidslovers hadden hun primitieve spuitbussen erop losgelaten. Nog meer maffe en ontsierende graffity ziet U bij een Mokums wandreliëf (zie foto‘s die tevens raadplaat zijn). Je kan er nooit meer normaal van genieten, want ook hier wordt je oog afgeleid door de shitty letters. Huilen!

 

 

 

Juli 2013:
een paar lullig, zeikerige nietsnutten verknollen 'Boven Water'

En dit is dan de nieuwe raadplaat van deze keer. De vragen zijn:

Waar?
Door wie?
Wat stelt 't voor?

Weet u de antwoorden, klik hier

Oplossing raadplaat week 25:

'Schip in aanbouw' door Hildo Krop. Het staat in de Oostzaanstraat 45 bij museum Het Schip.

Goede oplossingen kregen wij van onze snelle Anthony Kolder en de noeste zoeker Mike Man (erevermelding!)

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 5 juli 1920 - Eerste geregelde postvlucht van Amsterdam Schiphol met 300 poststukken voor Londen. Ongeregeld waren er eerder vluchten die post meenamen maar vanaf vandaag zal dat geregeld met een speciaal vliegtuig gebeuren. Vanaf 26 juli maakt het vliegtuig een tussenlanding in Rotterdam-Waalhaven om ook van daar post voor Londen mee te nemen (foto).

Foto: Pinterest

Donderdag 8 juli 1920 - Vannacht om 1 uur heeft er een aanvaring plaatsgevonden tussen de Nederlandse motorschoener San Antonio en de stoomkettingpont op weg naar het Tolhuis. Door de aanvaring ontstond aan stuurboordzijde een dermate groot gat dat de pont direct water maakte en begon te zinken. De bemanning heeft de pont nog uit de vaargeul gevaren richting wal, maar 20 meter daarvoor zonk de pont naar de bodem. De schoorsteen steekt nog anderhalve meter boven water uit.
De schoener vervoerde stukgoed en kon na de aanvaring de tocht naar Bremen voortzetten. Op de pont waren behalve de bemanning nog 8 passagiers aanwezig. Iedereen is met de schrik vrijgekomen. Op de foto het daags erna lichten van de pont.

Foto: De Binnenvaart

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave