weekblad-logo

week 21-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. Zijn vragen zijn:

Welk water is dit?
Aan welke straat/weg/kade staan de huizen?

Inderdaad, verschillende namen!

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

We bleven vorige week nog even op de Oudezijds Voorburgwal en de fotograaf stond niet eens zo ver van het vorige standpunt verwijderd. Hij keek over de gracht naar de Heintje Hoeksteeg en nam het pand van Ons' Lieve Heer op Zolder als onderwerp.
We werden nog even attent gemaakt op de afwijkende hijsinrichting opzij van het pand.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Het museum in dit pand is in 2015 heropend na een omvangrijke renovatie, gepaard gaande met de bouw van een entreegebouw aan de andere kant van de steeg. We hebben al eerder melding gemaakt van de niet al te geslaagde nieuwbouw.

Foto onder: Co de Kruijf

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, George Hulshof, Anthony Kolder, Ria Scharn, Carol de Vries, Pauline Dorhout, Jos Mol, Erwin Meijers, Robert Raat, Dirk Fuite, Hans Goedhart, Han Mannaert, Kees Huyser, Hans Olthof, Peter Makkes, Onno Boers, Mike Man, Arjen Lobach, Ton Brosse, Adrie de Koning, Bert Brouwenstijn, Menno van Ham, Hans van Efferen, Otto Meyer,

Fotoquiz: Carol's keuze

Deze keuzefoto betreft een locatie buiten de Singelgracht.

De vraag is simpel:

Welke straat/weg/kade is rechts te zien?
En welke straat is links te zien?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Paul's keuze

Deze omnibus regelde vóór de annexatie van 1922 het openbaar vervoer in Sloten. Hij staat hier op de Sloterstraatweg voor het Aalsmeerder Veerhuis. Onbekend is of dit de eindhalte was; de route heette Sloten-Overtoom. In de Beeldbank staat de naam Sloterkade die dit weggedeelte kreeg ná die annexatie. Toch allebei goedgerekend.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Paul Graalman verzamelde ook wat gegevens over openbaar vervoer in Sloten, met dank ook aan het Geheugen van de Amsterdamse Tram.

In 1841 kwam er van de overtoom in de Schinkel een omnibusverbinding met Sloten, min of meer voor dagjesmensen die de vorderingen van de drooglegging van de Haarlemmermeer wilden zien. Deze bleef in functie, ook na de drooglegging. In 1901 kwam er een tweede omnibus bij, die van de foto boven. Terwijl in Amsterdam de paardentrams werden vervangen door elektrische, hield Sloten de paarden in ere. Pas in 1918 kwam er een tram, een paardentram (foto), hier in de nieuwe Jacob Marisstraat. Het paard werd in 1922 vervangen door een autobus met het opschrift 'tram'!

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Carol de Vries, Anthony Kolder, Robert Raat, Kees Huyser, Mike Man, Jos Mol, Ton Brosse, Anneke Huijser, Harry Snijder, Otto Meyer,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

De vragen bij deze foto zijn:

Waar is dit?
Wat was de bestemming van dit complex?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

De vele bankjes met zonnende mensen aan een gracht deden veel deelnemers aan een bejaardenhuis denken en dan zaten ze in de goede richting. Dit is het Oude Mannen- en Vrouwenhuis aan de Roetersstraat, in de 18de eeuw gebouwd als Nieuwe Werkhuis ter vervanging van het Rasp- en Spinhuis. Tegenwoordig is dit het Dr. Sarphatihuis.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Carol de Vries, Ria Scharn, Fanta Voogd, Anthony Kolder, Henk Kobus, Robert Raat, Maarten Helle, Jos Mol, Kees Huyser, Mike Man, Adrie de Koning, Ton Brosse, Paul Graalman, Hans van Efferen, Harry Snijder,

Met de camera op pad...

Even puzzelen en dan weet u het. De vraag is:

Welke straat/gracht/kade is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

De meeste van u zagen wel dat deze brede weg de zogenaamde Eilandenboulevard moest zijn, de weg langs de Nieuwe Vaart die drie keer van naam verandert, voor elk der Oostelijke Eilanden een keer. Maar welk?
Als u goed keek zag u dat bus M net bij een halte stilstond. Volgens PW-kaart J6 van 1943-1956 was er langs de Nieuwe Vaart maar één bushalte en wel tegenover de Oosterkerk. De volgende is pas bij de Dageraadsbrug. De Kattenburgergracht valt al vast uit. Dan wordt het toch een beetje gokken. De naam van de weg verandert op de Oesjesduiker (#114) van Wittenburgergracht in Oostenburgergracht. Gebruikte de fotograaf een telelens dan stond hij op de Oostenburgergracht. De meeste kans maakt een normaal objectief en dan is dit de Wittenburgergracht en dat klopt met de vermelding in de Beeldbank. Datering: september 1952. Reden van fotograferen: de asfaltering van de Eilandenboulevard.
Oostenburgergracht werd goed gerekend vanwege de twijfel, Kattenburgergracht niet, zonder twijfel. Elke twijfel wordt weggenomen door deze foto in de Beeldbank, tegelijk gemaakt met de quizfoto maar aan de overkant van de straat. Daarop is rechts de Oosterkerk te zien.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van rein Aardema, Olaf Horn, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Dick van der kroon, Robert Raat, Annabelle Parker, Anthony Kolder, Ria Scharn, Jos Mol, Dirk Fuite, Mike Man, Maarten Helle, Hans Goedhart, Kees Huyser, Hans Olthof, Han Mannaert, Otto Meyer, Ton Brosse, Adrie de Koning,

Hulp gezocht...

Carol de Vries kwam deze foto tegen van een renovatie waarbij alleen de gevels bleven staan en daarachter waarschijnlijk moderne woningen gerealiseerd werden. Hij dacht zomaar dat dit Oud-West kon zijn maar volgens ons is dat nergens op gebaseerd dan op de 19de-eeuwse bouwtrant en die staat in de hele gordel rond de Singelgracht. Uw houvast is de typische raamordening in groepen van drie, soms afgewisseld met twee.

Weet u waar dit gebouw stond/staat? Laat het ons weten via deze link

redactioneel

De Wetsteen

Bij het doorzoeken van de Beeldbank op zoek naar niet-gelokaliseerde foto's kwamen wij deze gevelsteen tegen die op de Monumentenwerf in opslag lag. Het was een stapel met meerdere gevelstenen waar we deze uitpikten. De foto werd in 1963 door fotograaf C.P.Schaap gemaakt i.o.v. Bureau Monumentenzorg. Volgens de beschrijving komt deze steen van Kalverstraat 10 met dien verstande dat de steen later verhuisde naar de zijingang van het achterhuis in de Jonge Roelensteeg 4. De locatie is dus wel bekend en daarom was deze foto niet geschikt als hulpvraag. Volgens de beschrijving is niet bekend waar de steen gebleven is maar ook dat werd tijdens de zoektocht opgelost.

Kalverstraat 10 was de winkel van drukker en uitgever Clement de Jonge (1624-1677) die hij in 1658 betrok. De Jonge was goed bevriend met Rembrandt. Deze maakte een ets van zijn vriend; klik hier om te bekijken. Hij huurde het pand aanvankelijk maar kreeg het in 1668 in bezit. Zijn winkel werd aangeduid als De Gekroonde Konst en Kaart Winckel. Links ziet u zijn drukkersmerk dat hij ook in boeken afdrukte.
Na hem zouden twee eeuwen van drukkers, uitgevers en kunsthandelaren Kalverstraat 10 als basis gebruiken. Achter het pand aan de Kalverstraat staat een achterhuis dat een zijuitgang naar de Jonge Roelensteeg had. Wanneer dit erf erbij gekocht werd en door wie blijft duister maar waarschijnlijk is dat Wetstein geweest die er de lettergieterij in vestigde.
In 1687 werd het pand door de weduwe van De Jonge verkocht aan Gerard Valk die een naam had in het vervaardigen van hemel- en aardglobes die hij in heel Europa verkocht. In 1698 verhuisde Valk zijn winkel naar de Dam maar hield het pand in de Kalverstraat aan als opslag. In 1726 verkocht zijn weduwe het aan Rudolf Wetstein.

Daar moet intussen een belletje gaan rinkelen: Wetstein koopt in 1726 en de steen zegt Wetsteen 1728. Rudolf Wetstein (1679-1742) was eveneens drukker en uitgever van religieuze boeken. Het eerste dat Rudolf samen met zijn broer Jacob deed was het bestaande pand nagenoeg afbreken en vervangen door een kapitaal en kostbaar pand van 30 meter diep. Een boeken- en kunstpaleis moest het worden; geen kosten werden gespaard aan een rijke stoffering en decoratie. In eerste instantie kwam de gevelsteen waar we mee begonnen boven de ingangsdeur in de Kalverstraat. Wetstein was geen kleine drukker; hij drukte voor de VOC 10.000-en scheepspsalmenboekjes

Afbeelding: Het drukkersmerk van Jacob Wetstein. In het medaillon een wetsteen waarop een stuk gereedschap scherp gemaakt wordt.

Behalve de sculptuur kwam boven de ingang ook nog een steen over de gehele breedte van het pand met een Latijnse tekst die behalve een verklaring van het drukkersmerk van meerdere generaties Wetstein was, de wetsteen, ook een chronogram was: DVM terItVr Cos, LIteratIs VsVI et LIterIs prosIt bonIs (terwijl de slijpsteen verslijt, moge hij tevens tot nut strekken voor de geleerden en de schone letteren). De kapitalen (Romeinse cijfers) bij elkaar opgeteld vormen het jaartal 1728.
In 1742 overleed Rudolf Wetstein en werd het pand inclusief dat in de Jonge Roelensteeg verkocht aan Isaac Tirion, ook drukker en uitgever maar meer gericht op kaarten en atlassen. Maar hij drukte bijvoorbeeld ook de boeken van chroniqueur Jan Wagenaar. Hij verliet zijn winkel op de Nieuwendijk maar nam zijn gevelbord mee. Dat kwam in de plaats van de bewuste gevelsteen boven de ingang waardoor het beeld van het schilderij links ontstond. 'Onze' gevelsteen verhuisde naar de Jonge Roelensteeg.

Schilderij: Isaac Ouwater -1779 - Rijksmuseum
Het pand was toen in gebruik als loterijkantoor.

In 1769 verkocht de weduwe van Isaac Tirion het pand aan Gerrit de Groot, zeekaartverkoper en voorman van het Boekverkopersgilde. Ook die had het eeuwige leven niet maar zijn zoon Jan zette de verkoop voort tot 1790, toen hij de hele handel en het pand overdeed aan eveneens zeekaartenverkoper Pieter den Hengst.
We pakken de draad pas weer op in 1833 toen Johannes en Christiaan Müller het pand in bezit kregen en er een kunsthandel annex veilinghuis in vestigden. Johannes was associé van de kleinzoon van Isaac Tirion. Meerdere generaties Müller dreven hier tot 1883 hun zaken en al die tijd bleef het uiterlijk van het pand hetzelfde. Zij waren het ook die het pand de naam Bibliopolium gaven.

Tekening Kalverstraat 10 met generaties Müllers, Stadsarchief Amsterdam (klik voor vergroting)

Het pand werd in 1883-'84 aangepast aan de eisen die 'de moderne tijd' aan winkels stelde: de hele pui werd eruit geslagen en vervangen door grote winkelruiten. In 1971 kwam de juwelier 'Gold Kraemer' in het pand en liet het opnieuw verbouwen om bestand te zijn tegen inbraak en overval. Vooral binnen in het pand is toen veel gesloopt en zijn nieuwe betonvloeren gestort. Alle decoratie en versiering binnen het pand is verloren gegaan. Van het beeldhouwwerk is alleen de verhoogde lijstgevel bewaard gebleven met de busten van Minerva en Mercurius. Minerva, de godin van wijsheid, vindingrijkheid en het verstand. Mercurius was de god van de graanhandel, later van de handel in het algemeen. En van de kooplieden natuurlijk, want er moest per slot ook brood op de plank komen.
In 1883 kwam de gevelsteen uit de Jonge Roelensteeg en het gevelbord van Tirion in bezit van het KOG die beide stukken in hun collectie in het Rijksmuseum onderbracht.

Dit verhaal is ontstaan door teksten van Pieter Vlaardingerbroek/VVAB, Onno Boers in Amstelodamum, Mb.46, pp.221-224, ACHV, Het Bibliopolium aan de Kalverstraat door J.F.Heijbroek in De Boekenwereld jg.11, pp.154-160 (DBNL). Foto links: VVAB

Gemeentelijke Zweminrichting Amsterdam-Zuid

Eind jaren '20 van de vorige eeuw nam de uitvoering van Plan-Zuid vormen aan en B&W vonden dat als kers op de taart er een openlucht-zwembad niet zou misstaan. Er werd gespeurd naar geschikte plekken en uiteindelijk viel het oog op een grondstuk dat ingesloten lag tussen de Amsteldijk, de geplande uitvalsweg naar Utrecht, de Zuidelijke Wandelweg en de ceintuurbaan rond Plan-Zuid, de Rivierenlaan, de tegenwoordige Pres. Kennedylaan. Gepland waren gescheiden baden voor mannen en vrouwen en een ligweide, waarde van de grond ƒ475.000, bouwkosten bijna 8 ton wat de totale investering op ƒ1¼ miljoen bracht. Dat vond de Raad wel een heel forse kers!

Gekrakeel alom, om de hoge bouwkosten, om vooral om het gescheiden zwemmen terwijl ze op de ligweide wel door elkaar mochten. De communisten dienden een motie in om die scheiding te voorkomen. Verantwoordelijk wethouder De Miranda waarschuwde voor de precedent-werking wanneer gemengd zwemmen hier toegestaan werd terwijl veel andere baden wel die scheiding kenden. Of het was omdat de communisten de motie hadden ingediend of omdat men toch huiverig was voor deze nieuwigheid, de motie werd verworpen met 28 tegen 14 stemmen. In de praktijk werd de regeling versoepeld doordat vrouwen wel in het jongensbad mochten, alleen omgekeerd niet. In diezelfde praktijk bleek later ook op de ligweide een verbod te bestaan voor mannen op een bepaald deel van de weide. Dat blijkt uit berichten op diverse "geheugen van..." sites.

Op de foto wethouder De Miranda;
bron: Stadsarchief Amsterdam

Gemeentelijke Zweminrichting A'dam-Zuid
De bouw begon in 1930 en op een mooie zomerdag (6 aug.) in 1932 opende wethouder De Miranda het bad. Hij memoreerde problemen bij de bouw maar ook dat de bouwkosten onder de 7 ton waren gebleven, bijna een ton minder dan gepland. De ligweide bleek te zijn verdeeld in delen voor zonnebaden en voor iets wat toen 'luchtbad' genoemd werd met een eigen ring van kleedhokjes. Er was ook een verkooppunt voor versnaperingen en drank. Het hele terrein was omgeven door struiken die moesten voorkomen dat de zwemmers van de weg af gezien werden.

De tarieven beginnen - voor weekdagen binnen bepaalde uren - met ƒ0,05 maar dat wordt in 1934 al los gelaten en standaard op ƒ0,15 gezet. De eerste vier weken maken 173.500 personen gebruik van de baden. De top lag in de week van 15 t/m 21 augustus toen bijna 85.000 kaartjes verkocht werden. Openlucht-zwembaden waren toen open van de derde maandag in mei t/m de tweede zondag in september, op werkdagen van 06:00-21:00 uur en op zon- en feestdagen van 07:00-12:00 uur. De zondagmiddagen waren gereserveerd voor zwemverenigingen die dan opeens gemengd mogen zwemmen. En opnieuw wordt het gescheiden zwemmen in de Raad ter sprake gebracht tijdens een debat over de tariefwijziging. De burgemeester (De Vlugt) kapt dit af omdat alleen de tarieven aan de orde zijn.

Amstelparkbad
De naam van het bad wordt alom verbasterd en dat leidt weer tot vervelende situaties dat mensen het veel duurdere (want particuliere) Zuiderbad binnenlopen en denken dat ze in bad-Zuid zijn waar ze voor vijftien cent terecht kunnen. In 1935 besluit de Raad dat het bad aan de Zuidelijke Wandelweg voortaan Amstelparkbad zal heten. Ook in 1935 is het bad op de zondagmiddag voor iedereen toegankelijk tot 17:00 uur. In 1936 worden mannen verplicht een badpak te dragen in de delen waar ook vrouwen mogen komen en niet alleen een zwembroek. Nevenstaande foto moet dus van een latere datum zijn.

In de jaren tot de Tweede Wereldoorlog worden wijzigingen aan de installatie en inrichting aangebracht. Om te voorkomen dat mensen met schoenen aan rond het bassin lopen worden er hekken rond geplaatst. De looproute van de kleedhokjes naar de bassins eindigt in een ondiepe bak gevuld met water waarin natrium-chloride opgelost is tegen voetschimmels. Tegen algvorming, waardoor het water troebel wordt, zal de inhoud van elk bassin één keer per dag volledig gefilterd worden. Op de zonneweide worden gymnastiektoestellen geplaatst. De kleedhokjes krijgen de mogelijkheid om afgesloten te worden, vanwege de toenemende diefstallen. Bij het toegangskaartje kan iedereen een hangslot huren á 3 cent. Als het daarbij gebleven was, had men er wel gebruik van gemaakt, maar er moest ƒ0,50 borg voor betaald worden en dus bleven de slotjes bij de kassa.
Wat er tijdens de oorlog allemaal veranderde zullen we u besparen wat dat werd in 1945 allemaal ongedaan gemaakt. Ook de extreem veel lagere toegangsprijzen...

De Mirandabad
In 1946 werd vanuit de Gemeenteraad het voorstel gedaan het Amstelparkbad ter nagedachtenis aan de wethouder die de bouw had mogelijk gemaakt te herdopen in het S.R. de Mirandabad. Ook dat is in het spraakgebruik nog te lang en wordt: Mirandabad.
Een nieuw fenomeen is de blootcultuur die na de oorlog opgeld doet. Het zonnebaden ontaard regelmatig in - voor sommige raadsleden - onwenselijke praktijken. Het was toen dat de tweedeling van de ligweide werd ingevoerd waar hierboven sprake van was. Ook wordt het gemengd zwemmen in alle baden oogluikend toegestaan... niemand die er nog een woord aan wijdt. Waar wel tegen opgetreden wordt is het hinderlijke voetballen op de ligweide. Het komt zelfs zover dat een wijkagent gaat patrouilleren.

Elke vijf jaren werden de tarieven herzien, in de regel verhoogd met 40 tot 100%. Ook de uitrusting werd regelmatig aangepast en het was gewoonte geworden dat er jaarlijks grote bedragen bijgepast moeten worden. De Raad heeft er steeds opnieuw veel tijd voor nodig om de voors en tegens te vertalen in nieuwe toegangsprijzen. De introductie van het aardgas geeft aanleiding om een openluchtbassin te gaan verwarmen. Amstelveen heeft de primeur en het Mirandabad volgde in de winter 1966-'67. Het water hield een constante temperatuur van 22 graden. Langs het langste bassin komt een tribune en de douches tussen beide grote baden verdwijnen voor zitbanken. Om de steeds hoger wordende personeelskosten te drukken worden de openingstijden verkort tot 10:00-18:00 uur.

Begin jaren 70 ontstaat de behoefte aan een overdekt bad en dat zet een fantastisch project in werking. Het Mirandabad wordt een tropisch paradijs. Dat is een verhaal op zich en dat is al vele malen beschreven. In 1979 begon men te vernieuwen... dit werd het.

Poorter van Amsterdam

Poorter van Amsterdam zijn gaf zoveel voordelen dat door de eeuwen heen dit door velen begeerd werd. Er waren drie manieren waarop je poorter kon worden.
Poorterschap was om te beginnen erfelijk; de kinderen van een poorter waren automatisch ook poorter: de ingeborenen. Uitzondering op deze regel waren Joden voor wie het poorterschap niet erfelijk was. Ook kon een man van buiten de stad het poorterschap krijgen door een poortersdochter (poorteres) te trouwen (afb. links).
Daarnaast kon men het poorterschap kopen..., letterlijk. Voor in de loop der tijd steeds verder oplopende sommen geld kon men zich inkopen en die som was afhankelijk waar men vandaan kwam. Om de verhouding weer te geven: eind 16de eeuw betaalde iemand uit het Gewest Holland ƒ15 en iemand van daarbuiten ƒ21. Van dit bedrag gingen wisselende bedragen naar bijv. Burgerweeshuis, Aalmoezeniersweeshuis of andere goede doelen en de rest simpelweg in de stadskas. Gedurende de Gouden Eeuw liepen de bedragen via ƒ40 op tot wel ƒ50. In 1625 kwam daar nog een melkkoe bij: het Groot-Burgerschap dat recht gaf in de stadsregering opgenomen te worden. Alleen maar het recht, niet dat dit automatisch gebeurde. Daarvoor moest ƒ500 gedokt worden en het is duidelijk dat dit slechts voor de allerrijksten weggelegd was.

Om als poorter ingeschreven te kunnen worden moest men een eed afleggen. Dat hield toch nog wel iets in. Men verplichtte zich om diensten aan de stad te verrichten; met name wordt de stadsverdediging genoemd, het gewapenderhand de stad verdedigen tegen belegeraars en het daarbij horende hakken van bijten, d.i. in de winter het ijs in het IJ kapot te hakken tegen indringers. Stiekem verstopt zat de belofte te klikken over medeburgers die slechte plannen ten nadele van de stad in de zin hadden. De eed legde men af ten overstaan van de stadssecretaris die ook tekende voor ontvangst van het poortergeld.
Afb: Poorterbrief, getekend door stadssecretaris Nicolaas Tulp

Als daar allemaal aan voldaan was kreeg men de poortersbrief ten bewijze dat men poorter was geworden. Dat ging gepaard met inschrijving in het poorterboek (vanaf 1531), een chronologische aantekening van verleend poorterschap. Zo kon via de datum op de poorterbrief gecontroleerd worden of het geen falsificatie was.
Je had nu het recht een beroep uit te oefenen dat alleen poorters konden uitoefenen en dat waren er veel. Ook als je daarvoor lid van een gilde moest worden. Daar omtrent zijn veel handlichtingen bekend; als het beroep of de kundigheid van de niet-poorter van nut voor de stad kon zijn, kreeg hij vrijstelling. Daar getuigt de eerste afbeelding van. De uit het Duitse Hanau afkomstige Carl Sommer, luitenant der Husaren, kreeg het poorterschap in 1787 cadeau van burgemeester Jan Elias Huydecoper.

De eed aan de stad werd regelmatig uitgebreid met een eed aan een ruimere overheid zoals het Gewest, een stadhouder, landelijke overheid (Bataafse Republiek) of vorst (Koninkrijk Holland). Met de inlijving bij Frankrijk in 1811 was het gedaan met deze praktijken. Alle burgers waren gelijk en dit is ook weer iets dat in 1815 niet gerepareerd werd.

Column: Daan & Daan -15

insdagochtend zei Jelle op de speelplaats tegen Daan, dat hij en zijn moeder maandags weer een fietstochtje hadden gemaakt door allerlei stadsdelen en dat hij onderweg diverse kiekjes had geschoten van de Mokumse straatkunst. ‘Deze keer lélijke kunst,’ zei Jelle. Moeder Sonja en hij hielden niet van lelijke kunst, maar vader Adriaan vond de moderne en postmoderne kunst juist wél uitdagend. Jelle toonde een twintigtal kiekjes en bij de meeste riep Daan uit: ‘Jesses wat lelijk, wat moet dát nu weer voorstellen!?’ ‘Een balk, een stuk schroot, een stuk ijzer waar iedereen overheen struikelt of tegenaan plast, of waar de graffityboys hun gifverf op sproeien..., blêh!’ De vrienden waren het eens..., bij échte kunst komt echt wel wat meer kijken.
Daan ging er die dinsdag na school zelf op uit en bleef bij het thema: moderne kunst oftewel ‘nothing-art’. Woensdag zouden ze beiden bij Opa langsgaan en hun foto’s tonen. Kijken wat die  ervan vond. Wo
ensdag zouden ze met Opa in de buurt wat rondsjokken dus was er tijd genoeg om eerst even de fotootjes te bekijken. Opa zette ze op zijn laptopje en zo konden ze ze op hun gemak bekijken.
‘Het is wel vaak flut en fantasieloos jongens, dat vind ik, maar ook jullie dus, knapen van deze tijd.
Dat zegt veel over die kunstenmakers van nu. Aardappels zijn het, een gedegen kunstopleiding staat niet in hun bucketlist!’

Oma die ook meekeek stelde voor punten te geven en één foto te benoemen tot de lelijkste van 2019! Unaniem koos men voor de foto van Jelle van een beklad stuk vormloos ijzer geflankeerd door een volgeklodderde rode prullenbak om alles te ‘vervolmaken’. De gemeente had het goed gedaan: prullen horen bij prullenbakken!!
‘We gaan,’ zei Opa. ‘Wacht,’ zei Oma,’ ik heb mijn nichtje Isolde hier aan de telefoon. Ze hoorde van die postmoderne fotootjes van jullie en reed toevallig langs zo’n hypermodern kunstwerk. Ze schoot er gelijk een plaatje van en appte dat naar mij.’ De drie heren bekeken het fotootje. ‘Nou, dat is op zich ook erg modern oftewel lelijk, maar... vergeleken bij die foto’s van ons, valt déze nog mee,’ stelde Daantje. De andere heren waren dezelfde mening toegedaan en zo kwam het dat de spontaan gemaakte foto van nicht Isolde de raadplaat van week 21 werd.

‘We gaan,’ zei Opa. ‘Ja, we gaan!’ De heren sprongen in de Canta van Opa en hup daar gingen ze weer. De drie Mokumse Kunstmusketiers. De drie Kunstmusketiers van ‘Aemstelredamme’!
Leve de schoonheid!!

 

 

De nieuwe raadplaat voor week 21
De vragen zijn:

Wie maakte dit kunstwerk?
Waar staat het?
Wat beduidt het?

Als u ze alle drie weet: klik hier

Oplossing raadplaat week 19:

Prauw van Makassar of Padewakang

Linnaeusparkweg 232 & 246

Goede oplossingen kregen we van:
Kees Huyser, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Jos Mol, Adrie de Koning, Mike Man en Ton Brosse

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 31 mei 1920 - Gerrit Belmer (32), bijgenaamd Korte Gerrit, wordt door zijn zwager Martinus D. (24) bijgenaamd Lange Tinus, doodgestoken in de Wijde Kerksteeg in Amsterdam. De dader verdacht het slachtoffer ervan zijn ex-vrouw (de zus van de dader), een prostituee, aangegeven te hebben bij de politie voor diefstal en die daardoor in de gevangenis terecht gekomen was. In een stampvolle kroeg in de Wijde Kerksteeg hadden de twee weer eens flink gebakkeleid en rolden over de vloer. Daarop had Lange Tinus zijn mes (knipmes volgens hemzelf) genomen en op Gerrit ingestoken. Tinus stond op en liep de kroeg uit, Gerrit stond aanvankelijk ook op maar viel enige meters verder hevig bloedend neer. De gealarmeerde politie liet hem naar het Binnengasthuis vervoeren waar het slachtoffer overleed.
Later - tijdens de rechtzaak - ontkende Tinus gestoken te hebben en gaf alleen het vechten toe. Hij had geen plausibele verklaring voor zijn vlucht uit Amsterdam na het incident. Gedurende de zitting bekende hij uit zelfverdediging zijn knipmes tevoorschijn gehaald te hebben en na dringend doorvragen van de rechter bekende hij eindelijk gestoken te hebben. De landelijke pers smult van deze moord in "donker Amsterdam".

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave