Jacob Olie stamde uit een houtvlottersfamilie, zijn vader was Jacob Olie en zijn moeder Aagje Elmers Blank Mooij, kleinkind van commandeur Maarten Mooij van schip Frankendaal, omschreven in ‘Naar Groenland met de Frankendaal’. Het echtpaar woonde op het Realeneiland. Hij trouwde op 3 oktober 1878 te Amsterdam met Carolina Augusta Blössmann, geboren op 8 januari 1852 te Rotterdam, overleden 21 december 1886 te Amsterdam. Olie was toen al in het bezit van het MO-diploma Tekenen, Blössmann was ten tijde van het huwelijk één van de eerste vrouwen die hetzelfde diploma op zak had. Jacob Olie had haar ontmoet tijdens een van zijn reizen met Johan Adolph Rust...
Deze aanrijding tussen tram en bestelauto vond plaats in de Weesperstraat, vlakbij de brug over de Nieuwe Prinsengracht. NB: Dit antwoord kon helemaal door deductie vastgesteld worden en dat laten wij hieronder zien aan de hand van zo'n redenering door André de Raaij. André kon zelfs zien welke kant de tram op reed. Eerst moest vastgesteld worden op dit vóór of ná WO2 is gefotografeerd. De bestelauto geeft aan dat dit erná was. Veel antwoorden gokten daarom foutief op de Utrechtsestraat, waar lijn 5 van 1945 tot 1952 doorheen reed. In 1952 werd dat de Weesperstraat tot de (tijdelijke) opheffing in 1961. Wanneer u vaststelde dat het koersbord toch echt vermelde dat de tram via het Frederiksplein reed en dat dit de Utrechtsestraat moet zijn, het ongeval was volgens Delpher op 7 juli 1952 en de tram reed pas vanaf 18 juni door de Weesperstraat. Nog geen tijd gehad het bord te corrigeren.
Goede oplossingen ontving ik deze keer van Kees Huyser, Adrie de Koning, Han Mannaert, Otto Meyer, Jos Mol, Anthony Kolder Maaike de Graaf, Kees Leseman, Mike Man, Anneke Huijser, Marike Muller, Luc Sunter, Hans Smit, Robert Raat, Hans van Efferen, Peter Waagen en Hans Olthof.
NB: Bij de inzenders was een aantal dat het jaartal vergat te noemen.
BMA maakte deze foto in de vorige eeuw om het verschil in deze halsgevel-tweeling te laten zien. Links zien we 'koeienogen' en rechts niet, terwijl ze toch duidelijk onder één architectuur gebouwd waren. In vogelperspectief blijkt waarom; het dak van Lange Leidsedwarsstraat 131 is gewijzigd om de bovenste verdieping als woonruimte bruikbaar te maken. De koeienogen zijn vervangen door grote ramen.
Philip Vingboons zette de toon met zijn smalle grachtenhuis met halsgevel en kreeg vele navolgers. Het koeienoog op de wijze als op de foto werd bijna standaard. Het komt ook als enkel raampje in de nok voor.
De Franse versie van het oeil de boeuf is zonder meer een sierlijk raampje, maar in de Amsterdamse versie was dit hèt middel om op de zolderverdieping enig daglicht te krijgen. Een groter raam was onmogelijk omdat de daklijn van het zadeldak er dwars doorheen zou gaan.
Het verschil wordt in het bovenaanzicht duidelijk aangetoond.
Dat neemt overigens niet weg dat het koeienoog als sierraam ook in Amsterdam in gevels toegepast werd.
Een kwast met een tenenkrommende act duikt onder in ons Amsterdam en loopt langs allerlei monumenten onder het vertellen van heel gedetailleerde informatie. Dat laatste is zeker de moeite waard maar de ZOOM-moderatie dient u op de koop toe te nemen, evenals de uitleg alleen in het Engels. In dit voorbeeld van aflevering 1 hebben wij de start eraf geknipt. Als u hier klikt krijgt u van YouTube de volgende afleveringen in de rechterkolom.
U kunt de afbeelding weer klikken voor de maximale resolutie in de Beeldbank
Hulp kwam van Adrie de Koning, Mike Man, Jos Mol, Hans van Efferen, Arjen Lobach,
Hulp gevraagd, de oplossing
Er zijn maar weinig plekken aan de grachten waar de gevelrij iets verspringt: Kloveniersburgwal bij de Koestraat. Vader en zoon Sinck bestierden een paardenslagerij en leerlooierij. Opmerkelijk genoeg werden zij ingeschakeld om paarden uit het water te halen. Eerst ging dat nogal eenvoudig: zij gooiden een touw over de takken van een boom en hesen het ongelukkige dier zo uit het water. Dit leidde vaak tot letsel waardoor het paard niet meer te redden was. Wellicht was het de heren daarom te doen: ze kochten het gewonde dier en brachten hem naar hun slagerij. Zoon Johan bedacht later die hijsinstallatie waarmee het makkelijker en sneller ging. En met minder risico op letsel. Als het paard eenmaal op het droge stond – zo ging het verhaal – constateerden de Sincks alsnog letsel, waarna het arme dier alsnog in hun slagerij eindigde. Zoals De Amsterdammer beeldend beschreef: “[…] de gehavende drenkeling daarna somwijlen een even onverwachte dood vond in de slachterij van Sinck, waar men hem tot karbonaden hakte voor de leeuwen in Artis.”
Jaarboek 2022, pag.70-75:
In 1917 werd het redden van paarden een taak voor de brandweer, mèt het toestel van Sinck. De houten kraan werd in de 30-er jaren vervangen door een takelwagen met stalen kraan en die kon ook auto’s en grote wagens uit het water vissen.
Hulp gevraagd, de nieuwe
“W. P. Oomen” luidt de titel van deze foto van Polygoon uit 1937. (De bekende filmfabriek Polygoon bezat ook enkele fotopersbureaux.) In de beschrijving staan nog enkele trefwoorden. Begrafenisstoet. Agent van politie. Plots overlijden tijdens mars van de Karabijn Brigade. Oomens begrafenis ziet er indrukwekkend uit. Een lijkwagen, een stoet agenten van zijn brigade en volgwagens met paarden bespannen. Was dat destijds normaal dat zelfs een ‘gewone’ agent met zoveel eerbetoon werd begraven? Gebeurt dat nog steeds zo? En waar bevindt zich deze stoet?
Zaterdag 14 juni 1924 wordt een begin gemaakt met de afbraak van het Polderhuis aan het eind van de Boerenwetering. Het was zelfs aanleiding voor een heuse necrologie in de Haarlemsche Courant. De afbraak had al jaren daarvoor moeten gebeuren en de absolute deadline van "alles geruimd op 1 mei 1924" zal ook niet gehaald worden. Er bleven mensen die het doodzonde vonden en de afbraak wisten te traineren, maar de Gemeenteraad besloot tot afbraak zonder hoofdelijke stemming.
Ai, dat viel tegen. Daar had Mike een moeilijke opdracht uitgedeeld. Terwijl dit gewoon een stukje Amsterdam is; dit stukje Achtergracht is er nog steeds en menig huis van de foto staat nog fier overeind.
De fotograaf van de quizfoto was Jan van Dijk (1882-1960).
Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Robert Raat,
Een stereofoto van het Rokin met de Langebrug en daarachter Arti et Amicitiae. De stereofoto is er in twee varianten, met en zonder nieuwsgierige tiener op de brug. De onderste afbeelding is van de voorganger van deze brug, een houten wipbrug. Een opvolger van de brug van de foto zou er niet meer komen. Het Rokin werd in de periode 1933-'37 tot hier in twee sessies gedempt.
Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Mike Man,
Zo geïsoleerd van de overbekende omgeving was dit blijkbaar iets lastiger als de voormalige Nederlandsche Bank op de Oude Turfmarkt te herkennen. Onder de lijstgevel gaat de constructie schuil van 5 van de zeven Vingboons-huizen die het Sint Pietersgasthuis als inkomstenbron liet bouwen. U leest er meer over in de PDF over de Uiterste Nesse, op pag.21. Daar staat nog dat drie huizen verbouwd werden onder een lijstgevel maar dat zijn er in werkelijkheid vier en het vijfde werd ook verbouwd met een iets lagere lijstgevel.
Op de pagina over bankdirecteur Tetrode staat nog meer informatie over deze verbouwingen.
Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Anthony Kolder, Adrie de Koning, Otto Meyer, Mike Man, Jos Mol, Ria Scharn, Anneke Huijser, Hans van Efferen, Kees Leseman, Robert Raat,
"Wat is er veel te zien op deze foto. Je kijkt je ogen uit. Een aaneenschakeling van bruggen, nog echt hoge boogbruggen. Mij valt nu pas op dat ze in deze tijd nog witte straatnaambordjes gebruikten. Ik zie dat tenminste op het hoekhuis aan de overkant. Helemaal rechts nog een hoekhuis, een trapgevel. Ik hoorde dat er plannen waren die trapgevel te veranderen in een klokgevel. Als dat niet op tijd gestopt wordt, zal iemand in de toekomst dat wel ongedaan maken.
In de verte, bij de derde brug een hoekhuis met daarin een café, een van de oudste van de stad. Ook zo'n gevalletje van ongewenst wijzigen van een fraai stel trapgevels. Hier hebben ze er tuiten van gemaakt. Ik hoop dat dat ook ooit teruggedraaid wordt.
Midden op de foto alweer een hoekhuis met een prachtige houten onderpui die de hoek omgaat. Grappig om te zien dat tussen al die vaste boogbruggen zwaar beladen tjalken liggen met de mast omhoog. Maar van dit soort schepen zijn de masten altijd te strijken."
1. Welke straat kijken we hier in?
Zo heette deze straat niet altijd.
2. Hoe heette deze straat voor de naamswijziging?
In het verlengde van dit korte stukje straat zien we nog een deel van de straat.
3. Hoe heette de straat in het verlengde van die op de voorgrond voor de naamswijziging?
4. Dan weet u inmiddels ook dat het deel van de straat waar de fotograaf staat ook een andere naam had. Welke?