Andere tijden... Kromhoutfabriek in de oorlog

De Kromhout Motoren Fabriek maakte aan het eind van elk productiejaar voor het personeel een jaarverslag, het “Kromhout Nieuws”. De kwaliteit en het budget van de redactie ging duidelijk op en neer met de winst van de onderneming. Van mooi drukwerk naar eenvoudig stencilwerk. Zo ook in december 1939. Het waren moeilijke tijden. Een korte samenvatting

De Kromhout Motoren Fabriek (KMF) was juist uit het dal van een crisisperiode aan het klimmen, in verband met het invoeren van een belasting op dieselauto’s werden aanzienlijk minder motoren verkocht, maar men had juist 50 GM stermotoren voor Fokker lesvlieg-tuigen afgeleverd en andere orders lagen in het verschiet. Doch de angst van een oorlog stond voor de deur. Het grootste deel van dat jaarverslag heeft dan ook betrekking op: ‘het nemen van veiligheids-maatregelen voor menschen en eigen-dommen voor het geval dat ons land in de oorlog betrokken mocht worden’.

‘De volgende richtlijnen zijn thans aangenomen:
Aangezien bij een luchtaanval de fabriek tot een van de aanvalsobjecten van den vijand kan behooren, moet deze, na alarm-signaal, terstond ontruimd worden. De snelste wijze van ontruimen en zich in veiligheid stellen is zich per fiets langs de Meeuwenlaan buiten de bebouwde kom der gemeente te begeven, zich daar te verspreiden en zoo nodig plat op den grond te gaan liggen’.
“Voor hen die geen fiets aan de fabriek hebben, zijn drijvende schuilplaatsen in gereedheid gebracht, die scherfvrij en tegen mitrailleurvuur bestand zijn en in het kanaal langszijde de fabriek gestationeerd worden met de motorboot in gereedheid om ze, zoodra de menschen aan boord zijn, weg te slepen en naar het wijde gedeelte van het IJ te slepen. Iedere drijvende schuilplaats kan 100 menschen bergen’.

Dat de angst voor het uitbreken van een oorlog geen sinecure was weten wij inmiddels. Als men de daarop volgende jaarverslagen leest, merk je de wurggreep van de bezetter. Men moet voor Junkcer onderdelen maken en Deutz motoren fabriceren. Werknemers worden in Duitsland te werk gesteld, een aantal van hen komen niet meer terug. Kantoor-bedienden moeten de werkplaatsten in, meisjes nemen hun plaats in.
Amsterdam Noord wordt diverse malen gebombardeerd. Meer dan 150 mensen vinden hierbij de dood.

 

 

Ter nagedachtenis aan de gevallen werknemers is na de oorlog in de hal van de fabriek een monument opgericht. In 1968 is de fabriek overgenomen door Stork. Jaarlijks, op 4 mei, herdachten nog lang oud-personeelsleden aldaar hun collega’s.

De jaarverslagen kreeg ik een jaar of 15 geleden onder ogen.
De vraag bleef bij mij hangen of ooit de drijvende schuilplaatsen zijn gebruikt. In de verslagen wordt uitsluitend gesproken over het schuilen in de kelders van de fabriek. In géén ander document vond ik het verhaal over deze schuilschepen terug totdat……

De heer Pietersen, eigenaar van de werf “Ceuvel Volharding” in Amsterdam Noord, moest vanwege bouwactiviteiten zijn werf saneren. De heer Pieterse was al eerder eigenaar geweest van de werf Ceuvel en de daarnaast gelegen Kromhoutwerf. In die periode kocht hij ook andere werven op zoals o.a. de scheepsbouwwerf“ Het Jacht” van H. Bernhard Nzn. te Nieuwendam bij Amsterdam. Hij nam hierbij niet alleen orders en personeel over, maar ook het archief. Vanwege de sanering van de werf “Ceuvel Volharding” ging hij ook opruimen. Een deel van het Bernhard-archief kwam naar het museum Werf ’t Kromhout. Het (deel)archief beslaat een periode van ca. 1890 - 1950.

Uiteraard kon ondergetekende het niet nalaten om zo spoedig mogelijk de dossiers te openen. Veel is (was) door vocht aangetast maar verrassend de inhoud, zoals offertes voor het bouwen van schepen met diverse prijsaanvragen van onderaannemers, ijzerboeren, installatie-bedrijven en motorfabrikanten. Zo ook van de firma Goedkoop met aanbiedingen van hun Kromhoutmotoren.
Maar het meest verrassend was toch, jawel, de opdracht op 2 oktober 1939 voor de aankoop van 3 dekschuiten welke, volgens de omschrijving, nog omgebouwd moesten worden naar schuilschepen voor de Kromhout Motoren Fabriek. Uiteraard naar het ontwerp van D. Goedkoop Jr. De afmetingen waren: 2 van 16,60m x 4,30m en één van 17,45m x 4,26m voor het bedrag van ƒ3250. Daarbij kwamen nog de kosten van de kogelvrije opbouw. Een tekening is aanwezig (hierboven).

5 Mei 1945. De oorlog was over.

‘Wat zal er overgebleven zijn van ons mooi bedrijf en hoelang zal het duren voordat wij weer op gang zijn?’
Na de rondgang door de fabriek zagen zij al spoedig, dat van het machinepark de beste en modernste machines waren weggesleept. Van de 320 machines waren er nog slechts 131 overgebleven en dat waren de oudste en de slechtste. Het gebouw had ernstig geleden van het opblazen van de naburige fabrieken en dokken, zodat vrijwel alle ruiten gebarsten of gesprongen waren. Het magazijn met alle onderdelen was weggevoerd. Er was geen stroom, geen gereedschap. Op 15 mei leverde een 4-LS aggregaat de eerste stroom om enkele machines te laten draaien en 14 dagen later werd de tweede generator in bedrijf gesteld. De eerste reparaties werden geboekt op 14 mei.
Al spoedig werden 25 motoren afgeleverd. De eerste slag was gewonnen. Het bevrijdingsfeest kon beginnen. Het is gelukkig allemaal verleden tijd. Verdwenen Kromhouthistorie, waarvan weer een stukje is ingevuld.

--Han Mannaert