weekblad-logo

week 36-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Carol de Vries. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Dit is weer een moeilijke opgave met alleen maar wat geveltjes en daarom een hint: kort geleden bespraken wij de instelling/firma waar dit pand een onderdeel van uitmaakt. Welke dat is, hebben we toch maar even zwart gemaakt. De vraag is:

Wat is het adres van het pand achter de boom?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Het valt ons op dat de noord-westhoek van de stad een soort onontgonnen gebied is en veel deelnemers problemen bezorgt.
U kijkt hier door de Binnen-Visserstraat over de Haarlemmerstraat en door de Buiten-Visserstraat naar het administratiekantoor van de HIJSM aan de Droogbak.
Dit is een bijzonder onderdeel van de Tweede Uitleg. Die ging gepaard met het rechttrekken van de Haarlemmerdijk. Voor eind 16de eeuw was dat een gewaagde onderneming.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Carol de Vries, Arjen Lobach, Ria Scharn, Harry Snijder, Ton Brosse, Onno Boers, Gerard Beerman, Hans Goedhart, Anje Belmon, Otto Meyer, Mike Man, Jos Mol, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Robert Raat, Anthony Kolder,

Fotoquiz: ?'s keuze

Deze suggestie kwam niet via de aangewezen link binnen en het is niet meer te achterhalen wie hem stuurde.
Nooit eenvoudig, een paar geveltjes die overal zouden kunnen staan. Ze hebben wel elk een gevelsteen.

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Wilfried's keuze

We kijken hier naar de fraaie bekroning van het pand Keizersgracht 247 waarover het hardnekkige gerucht gaat dat het borstbeeld prins Maurits van Oranje Nassau voorstelt. Daarover hieronder meer. In 1625 bouwde Jan Brouwer op twee percelen drie huizen: 247-249-251. In de Derde Uitleg kon men zich dat nog permitteren, later werd dit verboden. Van oorsprong waren de tweede en derde verdieping pakzolders met luiken, alles bij elkaar dus een eenvoudig huis. Wel een mooie top!

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto onder: AmsterdamseGrachtenhuizen.nl

Tekening: Jan Harmensz Muller

Waar het verhaal vandaan komt dat dit borstbeeld Prins Maurits moet voorstellen, is ons niet bekend. Hierboven geven we een tekening van Maurits en wij kunnen u verzekeren dat er alleen een tienerafbeelding zonder sik bekend is. Grote twijfels van deze kant daarom! De enige link naar Maurits is volgens ons diens sterfjaar 1625 en de oplevering van Keizersgracht 247 in datzelfde jaar. Dat wordt eigenlijk ook al weer ontzenuwd door het feit dat het borstbeeld pas medio 18de eeuw op deze gevel geplaatst is, afkomstig van een onbekende locatie elders.
Van Rombout Verhulst is een zeer gelijkend borstbeeld van stadhouder Willem II bekend. U weet nog wel, de man van de aanslag op Amsterdam in 1650. Ook een Oranje-stadhouder, een neefje.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anje Belmon, Ilja Boelaars, Jos Mol, Ria Scharn, Mike Man,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen.

Fotoquiz Waar? Wat?

Deze foto van een gevelversiering komt in de Beeldbank voor maar er staat een fout in de beschrijving.

Welke letters staan er in de cartouche vermeld en bij welk bedrijf horen die?
Waar stond de fotograaf toen hij deze foto nam? (straatnaam)

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Museum Fodor was een museum aan de Keizersgracht in Amsterdam, dat heeft bestaan van 1863 tot en met 1993. Naamgever van het museum is Carel Joseph Fodor (1801-1860) die rijk werd door de handel in steenkool. Middels een testament liet hij zijn uitgebreide kunstverzameling na aan de stad onder voorwaarde dat die in een museum bijeen bleef en waarvoor Fodor drie panden ter beschikking stelde. In plaats daarvan bouwde de Gemeente Amsterdam een nieuw pand op Keizersgracht 609 naar ontwerp van Cornelis Outshoorn.
Wat Fodor had willen voorkomen gebeurde in de 20ste eeuw toch. Omdat 19de-eeuwse kunst uit de gratie raakte, werd de collectie verstrooid over drie musea: het Stedelijk, het Rijksprentenkabinet en het Amsterdams Historisch Museum.
Sinds 2001 is het gebouw in gebruik bij fotomuseum FOAM.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Maarten Helle, Dick van der Kroon, Otto Meyer, Onno Boers, Jos Mol, Anje Belmon, Mike Man, Adrie de Koning, Ilja Boelaars, Ria Scharn, Anneke Huijser, Hans van Efferen, Robert Raat, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Wilfried Dierick werd getroffen door dit huis en maakte deze foto's om aan u voor te leggen. Gezien de stijl van de gevel is het misschien niet direct duidelijk maar dit is gewoon binnen ons werkgebied binnen de Singelgracht.

Wat is het adres van dit pand?

Laat het ons weten via deze link

Foto's: Wilfried Dierick

Foto van vorige week

Dit is een heel bekende foto van molen De Spiering/Spring (in 't Veld) op bolwerk Amstelveen, De Singelgracht werd ter plaatse vanaf 1872 genormaliseerd ten kosten van bolwerk en molen; die laatste werd in 1874 afgebroken.
De gracht over welke wij naar de molen kijken is de Spiegelgracht.
Als we vandaag vanaf hetzelfde punt kijken, zien we de contouren van het Rijksmuseum boven de bebouwing opdoemen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Harry Snijder, Maarten Helle, Jos Mol, Dick van der Kroon, Adrie de Koning, Otto Meyer, Ria Scharn, Anneke Huijser, Ton Brosse, Onno Boers, Anje Belmon, Mike Man, Fred Houthuijs, Hans van Efferen, Robert Raat, Anthony Kolder,

redactioneel

Amsterdamse gebouwen -10

Het Rijksmuseum

Plaats van het gebouw
Het Rijksmuseum is gelegen tussen de Stadhouderskade, Jan Luijkenstraat, Hobbemastraat en Hobbemakade. Als postadres wordt ook wel genoemd Museumstraat 1, die aan de achterzijde van de Stadhouderskade ligt.

Geschiedenis en ontwerper/bouwstijl
De geschiedenis van het Rijksmuseum begon in 1800, toen een Nationale kunstgalerij in Huis ten Bosch te Den Haag werd geopend. In de jaren die volgden, huisde het museum nog op een bovenverdieping van het Amsterdamse Paleis op de Dam en in het Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal. Droeg het museum onder het bewind van Lodewijk Napoleon nog de naam Koninklijk Museum, vanaf de troonsbestijging van Willem I ging het museum verder onder haar huidige naam: Rijks Museum.

Het Rijksmuseum werd in 1883 gebouwd door Petrus Josephus Hubertus (Pierre) Cuypers en opende haar deuren op 13 juli 1885. Cuypers' katholieke gezindheid was een belangrijk punt van kritiek toen hem de bouw van het Rijksmuseum in Amsterdam werd gegund. Hoewel zijn ontwerpen slechts ten dele neogotisch waren en sterk op het maniërisme uit de 17e eeuw waren gebaseerd, werd het resultaat als 'te katholiek' beschouwd, hetgeen voor voorstanders van protestantse dominantie onaanvaardbaar was. Cuypers ontwierp voor het Rijksmuseum ook een aantal bijgebouwen, in een waarvan hij zijn firma vestigde (in een ander gebouw stichtte hij een tekenschool waar hij zelf les gaf). In een vergelijkbare stijl als die van het Rijksmuseum bouwde Cuypers eveneens in Amsterdam het Centraal Station. Afgezien van deze twee opdrachten heeft Cuypers weinig overheidsgebouwen ontworpen. Wel ontwierp en bouwde Cuypers het Hoofdbureau van Politie aan de Oudezijds Achterburgwal. Cuypers heeft de Vondelstraat ontwikkeld, waar hij ook zelf woonde.

Tot op zeer hoge leeftijd bleef Cuypers actief. Zijn laatste kerken bouwde hij in 1914 in Vlissingen en Venlo. In de jaren daarna voerde hij nog enkele restauraties uit en overleed hij in 1921 in Roermond. Daar bevindt zich sinds 1930 naast de Munsterkerk een Cuypers-monument, vervaardigd door de beeldhouwer August Falise. Het grafmonument van Pierre Cuypers, in 2006 gerestaureerd, bevindt zich op Het Oude Kerkhof, Kapel in ’t Zand in Roermond. Verder bevindt zich in Roermond nog een interessant Cuypersmuseum, waar ook aandacht wordt besteed aan zijn Amsterdamse tijd.

Wetenswaardigheden
Collecties
Onder de collecties aanwezig in het Rijksmuseum, onderkennen we o.a..: schilderijen, beeldhouwwerken en nijverheid, geschiedenis, Rijksprenten en Aziatische kunst. Een van de doelen die het Rijks zich stelt is om zo veel mogelijke objectinformatie beschikbaar te stellen. Daarnaast stelt het Rijks de gegevens en afbeeldingen van meer dan 100.000 objecten beschikbaar aan app-bouwers en programmeurs.

 

Alle afbeeldingen bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

Tweede Wereldoorlog
Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog werd een deel van de collectie elders in veiligheid gebracht. In de leeggekomen ruimte werden tentoonstellingen gehouden met hedendaagse kunst. In april 1942 werd een groot deel van de collectie van het Rijksmuseum opgeslagen in een speciaal daartoe gebouwde kluis in de onderaardse gangen van de Sint Pietersberg bij Maastricht. Hierna kwam ruimte vrij om de collectie van het Nederlandse Spoorwegmuseum in de oostelijke vleugel tentoon te stellen. In de oorlogsperiode hield het Rijksmuseum diverse Duits-vriendelijke tentoonstellingen.

Foto: Nationaal Archief

Verzelfstandiging
In 1995 werd het museum verzelfstandigd. Voorheen was het een Rijksmuseum met ambtenaren in dienst, vanaf 1995 wordt het museum geleid door de stichting Het Rijksmuseum, waarbij het gebouw en een deel van de collectie in handen van het rijk zijn.

Huisvesting en Depots
Aan de zijde van het Museumplein bevindt zich de Zuidvleugel. In de tuinen bevindt zich het entreegebouw, de Tekenschool en de voormalige directeurswoning, tegenwoordig het kantoor voor de conservatoren. Aan de overzijde van de Hobbemastraat bevinden zich het Directiegebouw en het Ateliergebouw, waarin de restauratieafdeling gevestigd is.
Ondergronds zijn de gebouwen verbonden met transport- en depotruimten. Het Rijksmuseum beschikt daarnaast over een depotgebouw in Lelystad en werkt samen met andere instellingen aan een nieuw depot in Amersfoort.

Exposities en Junior Fellowships
Het Rijksmuseum heeft honderden tentoonstellingen georganiseerd. De in 2015 gehouden tentoonstelling Late Rembrandt trok in drie maanden tijd met 520.698 het record aantal bezoekers. Die in 1969 over Rembrandt staat met 460.489 bezoekers op de tweede plaats. Daarna komt een tentoonstelling uit 1991 over alweer Rembrandt met 445.000 belangstellenden. De op één na best bezochte kunstenaar is de Nederlander Jan Steen, die in 1996 355.000 mensen trok. Een tentoonstelling van werken van Rembrandt in 1956 trok dat jaar 329.917 bezoekers en komt op de vijfde plaats. Tijdelijke tentoonstellingen worden gehouden in de Philipsvleugel, die de naam van een sponsor heeft.
Het Rijksmuseum Junior Fellowship is een jaarlijks georganiseerde profielwerkstukwedstrijd door het Rijksmuseum voor vwo-leerlingen, van wie de werkstukken een aantoonbare link naar het Rijksmuseum dienen te bevatten. Juryleden zijn onder andere Nederlands ruimtevaarder André Kuipers en journalist Ad van Liempt.

Foto: ANP

Recente ontwikkelingen
In de loop der jaren werd het museumgebouw vele malen verbouwd, waardoor van binnen een groot deel van het oorspronkelijke karakter verloren ging. Mede door de toenemende bezoekersaantallen voldeed het museum niet meer aan de behoeften van een internationaal leidend museum. In 2003 is een grote verbouwing gestart. Vanaf 18 maart ging het hoofdgebouw dicht voor een verbouwing die aanvankelijk enkele jaren zou gaan duren, maar door diverse vertragingen bijna tien jaar in beslag zou nemen. Het vernieuwde hoofdgebouw ging op 13 april 2013 weer open. Tijdens de verbouwing waren de 17e-eeuwse topstukken voor het publiek te zien in de Philipsvleugel. Hier werden ook kleine wisselende tentoonstellingen gehouden.

Foto: Rijksmuseum

De kosten van de totale verbouwing, renovatie en vernieuwing van het Rijksmuseum bedroegen €375 miljoen. Het Rijksmuseum droeg €45 miljoen bij en werd daarin gesteund door Philips, ING en de BankGiro Loterij. Bij deze grote ingreep zijn veel oorspronkelijke elementen uit de tijd van Cuypers weer tevoorschijn gehaald, in oude staat hersteld of gereconstrueerd, waardoor het gebouw veel van zijn oude glorie terugkreeg. Tegelijk zijn een aantal nieuwe gebouwen toegevoegd zoals het Ateliergebouw, waardoor het hoofdgebouw volledig als tentoonstellingsruimte benut kan worden.
De officiële heropening door koningin Beatrix vond plaats op 13 april 2013. In de eerste twaalf maanden was het aantal bezoekers circa 30 procent hoger dan voor de heropening.
Het museum ontving op 16 mei 2015 de European Museum of the Year Award, een prijs voor musea die de afgelopen twee jaar zijn opengegaan, vernieuwd of uitgebreid. De jury prees de nieuwe indeling van het Rijksmuseum, de restauratie van de muurschilderingen, het Aziatische paviljoen en de meertalige informatie voor bezoekers.

Foto: Rijksmuseum

Open Monumentendag

Column: Hartjesdag

emand vertelde me dat ze hartjesdag weer nieuw leven willen inblazen. Of die mensen enig idee hebben wat dat feest inhield?
Er wordt veel gegist naar de oorsprong van dit volksfeest. De oorsprong moeten we waarschijnlijk in het duingebied achter Haarlem zoeken en het zou wel eens met het begin van het jachtseizoen te maken kunnen hebben. In de latere praktijk was het altijd het eind van de zomer en in de negentiende eeuw werd het feest aan de verjaardag van koning Willem I, 24 augustus, gekoppeld en iets later werd het de derde maandag in augustus.
Het was een zeer volks feest, uitbundig, woelig, baldadig en ondeugend. Er waren die dag bijzondere politieverordeningen van kracht om de boel enigszins in de hand te kunnen houden. De gegoede burgerij riep ach en wee maar kwam wel kijken naar de misdragingen van de feestvierders. Om dan opnieuw ach en wee te roepen.
Als een zeer volks feest gevierd wordt, kiezen ze daar in principe hun eigen omgeving voor. Zo niet op hartjesdag! Dat werd gevierd op de straten tussen Dam en de Haarlemmerpoort, de Haarlemmerstraat en Haarlemmerdijk met al zijn zijstraten en stegen en de parallelstraten, de Palmgracht en de Willemsstraat. De noordelijke Jordaan deed dus mee, de Zeedijk en de Westelijke en Oostelijke Eilanden, de Spaarndammerbuurt en heel verrassend de Dapperbuurt. Maar zo gek zijn die laatste buurten niet, het zijn immers de overloopbuurten waar de gesaneerde eilanders en Jordanezen naar toe verhuisden.
De band met de oorsprong in het Haarlemse sprak uit de weg die door de Haarlemmerpoort doorliep tot Sloterdijk, waar op die dag kermis was. De eigen bevolking werd op die dag overtroffen door een veelvoud aan bezoekers uit Amsterdam. Ook op het Haarlemmerplein was dan kermis. Er werd toch veel gelopen op hartjesdag, hele wandelingen maakte men, ook naar de andere feestende buurten waar men anders nooit kwam. Dat ging niet altijd goed maar dat drukte de pret allerminst.

Wat het volk zoal uitspookte dat er zó schande van gesproken werd? Nou…, alle dingen die vandaag bij relletjes horen: herrie maken, passanten lastig vallen, liederlijk dronkemansgedrag, fikkies stoken, vuurwerk afsteken, katknuppelen en vernielingen. De lol werd pas volledig als het uit de hand liep en politie of brandweer er aan te pas moest komen. Die werden dan bekogeld en gehinderd bij hun werk. Nog erger vonden de autoriteiten de uitwassen van seksueel getint gedrag, troepen jongens en meisjes die uitdagend over straat sleurden, dansend, zingend, krijsend.
Maar hartjesdag was ook een kinderfeest. Alle uitwassen die hiervoor opgesomd zijn, zullen zich beperkt hebben tot de avonden, tot de late uurtjes. Eind augustus wordt het al weer vroeger donker. Overdag verkleedden de kinderen zich en uit armoe was dat vaak met papier, papieren mutsen, papier schortjes, met maskers voor of met zwart gemaakte gezichten. De jongens hadden sleutels bij zich waarmee ze met luciferkoppen en spijkers vuurwerk maakten. Ik ken dat nog uit mijn eigen jeugd. Voor het echte vuurwerk was geld nodig dus werd er stevig gebedeld door de jongens. Dat vuurwerk bestond uit dezelfde spullen als tot een kwart eeuw geleden op Oudejaarsavond afgestoken werd: rotjes, voetzoekers, zevenklappers, gillende keukenmeiden, Bengaalse lucifers, sterretjes, enzovoort.
Dat verkleden ging naar vast recept: de jongens gingen die dag als meisjes verkleed en andersom. Ook volwassenen hielden dat soms nog vast en daar kwam de overeenkomst met Scandinavische soortgelijke feesten aan het licht. Die baseerden zich op een sage over de Noorse godin Hertha die bedrogen werd en uit wraak één dag per jaar mannen op mannen en vrouwen op vrouwen verliefd liet worden. Ver gezocht? Nou ja…

De bezetter zette in 1940 een streep door het volksfeest. Hartjesdag werd ‘afgeschaft’…, verboden! Daarna is het nooit meer teruggekomen.

de eerste luchtfoto's van Amsterdam

In tijdschriften als Het Leven verschijnen tijdens de ELTA de eerste luchtfoto's van de stad. Het complex noodwoningen waarover gerept wordt is dat voor de Belgische vluchtelingen: het nooddorp Obelt. In 1929 werden ze afgebroken en de grond werd aan het areaal van de Dortsche Petroleum Maatschappij toegevoegd. Van de afbraak werd niet veel werk gemaakt; wat jaren gevreesd werd, brand in de houten huisjes, werd nu geforceerd. Obelt brandde tot de grond toe af!

YouTube - Noordzeekanaal

Een lange documentaire van de Amsterdam Ports Association over de geschiedenis van de aanleg van het Noordzeekanaal. Verder veel aandacht voor de ontwikkeling van de Amsterdamse haven, afgezet tegen doorvoerhavens als Rotterdam.

Klik de afbeelding om te zien.

Openbaar vervoer vóór de paardentram

De Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM) liet op 20 september 1839 de eerste trein rijden van Amsterdam naar Haarlem. Het land stond op z'n kop, nog nooit was de afstand tussen beide stations zó snel afgelegd. Maar daar zat 'm nou net de kneep..., tussen de stations die in Amsterdam in elk geval mijlenver buiten het centrum lag. Van het station was het een onmogelijke wandeling naar het centrum en een koets huren zou de reis extreem duur maken en geen concurrentie meer zijn voor de diligence, die al jaren de verbinding onderhield. Dat had de directie van de HIJSM natuurlijk al lang ontdekt en op 1 september vooraf startte een contractfirma een omnibusdienst in Amsterdam die op comfortabele manier het probleem oploste. Daarvoor was speciaal een firma opgericht: de Amsterdamsche Omnibus Onderneming (AOO) van de firma Jonker & Comp.

Klik bovenstaande routekaart voor een vergroting (Wikimedia)

De AOO had grootse plannen. Behalve ritten naar het station zou een net van lijnen over de stad gelegd worden met vrij overstappen van de ene op de andere lijn. De lijnen hadden elk een eigen kleur en dat ging zelfs zover dat de rijtuigen in die kleur geschilderd waren. Zo konden passagiers herkennen welke omnibus ze moesten hebben, nodig omdat door sommige straten wel drie verschillende lijnen reden en op de Dam zelfs vier. Op elk rijtuig was een conducteur aanwezig die strikte instructies had zich beleefd en behulpzaam tegen de passagiers te gedragen. Dat dit zo uitdrukkelijk vermeld wordt, geeft aan dat dit bepaald geen goede eigenschap van de aapjeskoetsiers was.
Er waren 10 lijnen voorzien, niet dat die allemaal op 1 september begonnen. Opvallend is dat de lijnen een ander nummer kregen op hun retourrit. Lijn 1 van station Eenhonderd Roe naar de Muiderpoort werd op de terugweg lijn 2, enzovoort. Alleen de lijnen 11 en 12 waren aparte lijnen die heen en terug hetzelfde nummer hadden. Nog een unicum: als passagier kocht je geen kaartje maar een penning (afb.links). Die penning moest aan het eind van de rit ingeleverd worden. Hoe daarbij het recht van overstappen geregeld was, is onbekend.
Treinreizigers mochten hun bagage tot een gewicht van 20 pond meenemen; die werd op het imperiaal vervoerd.

De HIJSM beloofde de AOO exclusief recht om als enige op het stationsplein te mogen parkeren om reizigers in en uit te laten. Dat zette bij de aapjeskoetsiers en snorders kwaad bloed en op de ritten van de AOO op 2 september vlogen de stenen door de ruiten van de omnibussen, werden koetsiers afgeranseld en paarden de schrik aangejaagd om ze op hol te laten slaan. Zó heftig waren de reacties dat de volgende dag 3 september geen omnibus meer reed en men eerst de boel wilde kalmeren en de politie verzocht om bescherming. Na enkele dagen verschenen de AOO omnibussen weer op straat zonder verdere problemen, behalve lijn 9/10 tussen station en Oostenburg kwam niet meer terug. Of dit een concessie aan de opstandige koetsiers was, wordt niet duidelijk. Op 18 november 1839 kwam de laatste lijn in bedrijf: nevenlijn 13/14 tussen Muiderpoort en Raampoort.

Tek: station Eenhonderd Roe, bron: Stadsarchief Amsterdam

Tijdens het eerste twee jaren verdween de ene na de andere onrendabel gebleken lijn, tot eind 1841 alleen de ritten naar station Eenhonderd Roe nog functioneerden. Ongetwijfeld zat de AOO daaraan contractueel vast. Hoezeer het wel en wee van het bedrijf van de exclusiviteit afhing, bleek toen de HIJSM een tweede firma (De Batavier) op het stationsplein toeliet. Jonker deed de HIJSM een proces aan, hij kreeg van de rechter gelijk en De Batavier moest verdwijnen. Zonder dit voorrecht zag De Batavier geen kansen en staakte zijn diensten.
Ondanks een tweede station in de stad, het station Rhijnspoor vanaf 1843, bleek het onmogelijk de AOO rendabel te maken. Jonker verkocht zijn onderneming aan twee heren Koens en Langeveld, die de AOO voortzetten. Beide heren hadden reeds een redelijk succesvolle diligence-onderneming op poten gezet. Koens c.s. werd in 1874 uitgekocht door een nieuwe maatschappij die Amsterdam wèl succesvol voorzag van een goed functionerend openbaar vervoer: de paardentrams van de AOM.

Foto: detail uit prentbriefkaart (Ad Tiggelaar) van het paleis op de Dam, met de omnibus van Koens/Langeveld die de Spoorwegdienst onderhielden.

Behalve de AOO probeerden meer firma's met wisselend succes openbaar vervoer aan te bieden. Eerder kwam De Batavier al langs, een gelegenheidsfirma die ook ritten naar het station wilde maken. De man achter deze onderneming was Bouricius, die koetsjes verhuurde aan snorders en een aantal speciaal had laten overschilderen.
Er kwamen ook serieuzere mensen die serieuze diensten opzetten, zoals de Amsterdamsche Tram-Omnibus Maatschappij (ATOM) die het van 1890 tot 1891 probeerde, tegelijk met de ACTOO die in hetzelfde jaar het bijltje erbij neergooide.

Foto (detail Jacob Olie): omnibus van de ACTOO bij de Amstel (SAA)

Verder introduceerde Gerardus Westerman, oprichter en eerste directeur van Artis, in 1838 een omnibuslijn van de Dam naar de Plantage, die 'toevallig' net voor het hek van zijn Artis eindigde. Ook deze dienst was maar tijdelijk nodig tot de AOO in 1839 ook over de Plantage Middenlaan kwam te rijden. Het rijtuig had, net als in Londen en Parijs gebruikelijk was, passagiersruimte op het dak in de open lucht.

Schilderij: Nicolaas Wijdoogen

Deze week honderd jaar geleden

Donderdag 11 september 1919 - Het bestuur van ELTA wilde als attractie een luchtschip aan het publiek tonen. Op het ELTA-terrein was echter niet genoeg ruimte om deze schepen te laten landen en opstijgen, zodat men koos voor een rondvlucht boven de stad. Duitsland had veel ervaring met het bouwen van zeer grote luchtschepen, de Zeppelins, maar ja…, zij waren niet welkom. De Britten hadden in 1916 een Zeppelin op de Duitsers veroverd en toen genoeg informatie verzameld om ook zo’n groot luchtschip te bouwen. Net na afloop van de oorlog hadden ze er twee gebouwd, de R33 en de R34. Op donderdag 11 september 1919 kwam de R32, een zusterschip, laag boven Amsterdam en de bevolking keek met open mond naar het enorme luchtschip met een lengte van 210 meter en een inhoud van 65.000m3. Generaal Snijders van het ELTA-comitee stelde zich telegrafisch in verbinding met de commandant van het luchtschip en wisselde beleefdheden uit. 's Avonds keerden de luchtschepen via Rotterdam weer terug naar Engeland.

Donderdag 11 september - Duitsland was 'veroordeeld' tot het uitleveren van de 16 luchtschepen die het bezat (als oorlogsbuit aan de geallieerden). Begin september gingen al geruchten dat de Duitsers er 12 van vernietigd hadden en vandaag komt de officiële bevestiging daarvan uit Amerika.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31
wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave