weekblad-logo

week 26-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Arjen Lobach. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Hij laat u een foto zien met een situatie die zo'n beetje helemaal verdwenen is. Als u dacht dat 't ruis is dat u op de foto ziet, zij werd ooit in een tijdschrift afgedrukt en van de gedrukte prent is een scan in de Beeldbank aanwezig. Voor de Beeldbank is dat tamelijk uniek en alleen verantwoord geacht door het allang verdwenen straatbeeld waarvan geen andere foto voorhanden is. De vraag is:

Waar is/was dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

De tuitgevel van Amstel 332 veroorzaakte enige problemen bij de deelnemers. Vooral omdat de situatie weer teruggerestaureerd is en dit beeld alleen op foto's bewaard is gebleven. Amstel 332-338 zijn van oorsprong vier gelijke panden die door één bouwer gebouwd werden aan het begin van de 18de eeuw. De percelen, samen met alle andere 35 percelen in park F van deze uitleg, werden in 1670 gekocht door de advocaat van de VOC, Mr. Pieter van Dam. Hij kocht ze als geldbelegging en had geen haast met de verkoop. Pas tien jaar later rond 1680 verkocht hij het eerste perceel op de hoek met de Achtergracht. Voor zichzelf legde hij aan de Amstel een tuin aan en aan het eind van zijn leven pas een bescheiden huisje. De vier panden 332-338 stammen dus op z'n vroegst uit begin 18de eeuw, ná 1717-'19 toen de erven Van Dam de percelen te gelde maakten. De percelen zijn te vinden tussen Achtergracht en (Lijn-)Baangracht, ook wel Amstelgrachtje genoemd en nu M.J.Kosterstraat.
De vier huizen werden ongeveer een eeuw na de bouw voor de verhuur van de bovenverdiepingen omgebouwd dan wel aangepast. Begin 19de eeuw was er grote vraag naar huurkamers. Zie verder hieronder.
De nieuwe halsgevel van 332 is geen reconstructie maar een bestaande geveltop uit de opslag voor bouwfragmenten van BMA.

Beide foto's komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam

Tussen Amstel 332 en 334 moet een extra opgang naar de huurkamers geweest zijn, in elk geval werden bij de restauratie veel sporen daarvan gevonden. Zo hadden de hoofdbewoners geen last van huurders. Om de zien hoe men dat in die dagen deed hoeft u maar de hoek om te lopen, de M.J.Kosterstraat in. Daar vindt u nog zo'n situatie met een extra opgang op de grens van twee huizen, met een steektrap vanaf de straat en met net zo'n steile trap binnen het pand (foto links).
Hiervan was bij het begin van de restauratie al niets meer te zien, alleen maar sporen in kasten en aan wanden.

Tekstgegevens: Mej. Isa van Eeghen in Amstelodamum MB 43 (1956)

Goede oplossingen kwamen van Arjen lobach, Anje Belmon, Mike Man, Ria Scharn, Jos Mol, Hans van Efferen,

Fotoquiz: webmaster's keuze

Een cryptogram deze week, of zoiets als. Wij willen van u horen waarom wij, bij het zien van deze foto, associaties kregen met d.j. Armin van Buuren.

De vraag bij deze foto is:

Wat heeft deze locatie met d.j. Armin van Buuren te maken?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Lex' keuze

Deze traptoren hoort bij het pand Egelantiersstraat 40 en is te zien vanaf de binnenplaats van het Claes Claesz. Anslohofje. Het is een inpandig gebeuren maar omdat het hofje vrij te betreden is en dat ook intensief gebeurt, dachten wij dat het oplossen van deze foto mogelijk moest zijn.

De foto werd gemaakt door Lex van Buuren (foto) die rondleidingen door o.a. de Jordaan organiseert.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ton Brosse, Anneke Huijser, Otto Meyer, Minne Dijkstra, Ruud Fontijn, Han Mannaert, Peter Pijst, Kees Huyser, Ria Scharn, Anje Belmon, Jos Mol, Mike Man, Adrie de Koning, Dirk Fuite, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen.

Fotoquiz Waar? Wat?

Oud en nieuw naast elkaar. Wij willen om te beginnen weten in welke straat de fotograaf staat en verder de bestemming van het gebouw helemaal rechts. Wrange grap: de 19de-eeuwse woonhuizen staan er nog, de hoogbouw heeft alweer plaatsgemaakt voor een nog nieuwer en iets minder hoog gebouw. De vragen zijn:

In welke straat staat de fotograaf?
Wat is/was de bestemming van de hoogbouw op de foto?.

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Maarten Helle corrigeert ons: dit is geen terras boven het water maar een steiger voor particuliere rondvaartboten. De steiger bevindt zich in de Egelantiersgracht t.h.v. café 't Smalle dat ook het terras exploiteert. Tegen de steiger had de buurt ernstig bezwaar en het lijkt een tijdelijke proef te zijn. Zie filmpje AT5. Of het ingebruiknemen als terras betekent dat de proef beëindigd is, wordt niet duidelijk.

Foto: Getty Image

Ton Brosse weet nog te vertellen dat een kopie van café 't Smalle, inclusief het interieur (foto onder), in het openlucht-museum Holland Village in Nagasaki (Jp; foto links) te vinden is.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Maarten Helle, Ton Brosse, Otto Meyer, Ruud Fontijn, Robert Raat, Carol de Vries, Wim Huissen, Han Mannaert, Ria Scharn, Fanta Voogd, Anje Belmon, Henk Hommersom, Kees Boas, Mike Man, Adrie de Koning, Jos Mol, Dirk Fuite, Hans Goedhart, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

Deze prentbriefkaart werd begin 20ste eeuw vervaardigd. Het zal u niet verbazen dat de brug er vandaag iets anders uitziet. De vraag is:

Welke brug is dit? (nummer of naam)

Laat het ons weten via deze link

Foto: hoort u volgende week

Foto van vorige week

Niet zo moeilijk, deze foto. Wij kijken hier vanaf de Herenmarkt richting Haarlemmerstraat. Links is de lange vleugel die aan het Nieuwezijds Herenlogement gebouwd werd toen het in 1826 verbouwd werd tot Weeshuis en Oude Mannen- en Vrouwenhuis voor de Hersteld Evangelisch-Lutherse Diaconie. Bij die verbouwing verloor het West-Indisch Huis ook zijn hoge stoep die nog uit de bouwtijd stamde toen het gebouw een dubbele functie had: vleeshal en wachtlokaal voor de schutterij. Lees meer in de PDF over de Haarlemmerbuurt.

Foto: Pinterest/vlog

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Robert Raat, Anneke Huijser, Ruud Fontijn, Gerard Koppers, Ton Brosse, Wim Huissen, Carol de Vries, Otto Meyer, Kees Huyser, Han Mannaert, Jos Mol, Ria Scharn, Anje Belmon, Adrie de Koning, Mike Man, Age van der Veer, Hans, Goedhart, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

en dan nog even over...

... de Roxy. We spraken over de ontbrekende datering van de quizfoto. Arjen Lobach ontdekte een tweede - gelijke - foto in de Beeldbank (foto links) die wel gedateerd is: 26 februari 1941. Daarop is niet meer de uitsteekreclame 'ROXY' te zien maar wel de titel van de film te ontcijferen: 'eine Frau wie Du'. Dat had je zo..., in oorlogstijd. Alleen Duitstalige films kwamen door de censuur. Arjen becijferde tevens dat de datum 26 februari 1941 de tweede dag van de Februaristaking was.
Via een ander traject kwam Fanta Voogd tot dezelfde conclusie.

en dan ook nog even over...

... de stop-/klapborden van de verkeerspolitie. We zagen een foto van een agent die voor de laatste keer het bord wegdroeg. Waar naar toe?? Carol de Vries weet uit ervaring dat dit niet al te ver uit de buurt was. De politie maakte afspraken met bedrijven in de buurt die bereid waren de opslag van de borden te faciliteren. Of daar een geldelijke vergoeding tegenover stond meldt Carol niet. Wel dat het stopbord vlak voor de spits, om 16:00 uur werd opgehaald van zijn tagrijn op Singel 2 en dat om 18:00 uur het weer teruggebracht werd. Vast alleen op werkdagen; de andere dagen was een geen spits. De plaats waar de verkeersregeling plaatsvond was de Nieuwe Haarlemmersluis (foto)

Foto: Stadsarchief Amsterdam.

Column: de Hilverdinkjes

oe zag de Overtoomseweg er in de 18de eeuw uit? Zo'n vraag krijg je dan opeens en je moet daar eerst even over nadenken. Landelijk? Stedelijk? De voormalige Heiligeweg lag buiten de stad maar was - niet te ontkennen - zéér Amsterdams. Door de passage van duizenden pelgrims hadden zich hier handelaren, verkopers en herbergiers gevestigd. Daar kwamen in de loop der eeuwen nog de ondernemers met smerige of lawaaiige industrieën bij zoals kruitmolens. Allemaal Amsterdammers. Daar voegde zich in 1796 de Groninger acteur Alexander Willem Hilverdink bij. Te arm om op dat moment een woning in de stad te betalen. Hij was begonnen met een woning aan de Leidsegracht te betrekken, dicht bij de schouwburg op het Leidseplein. Als je in die jaren al van typecasting mag spreken, werd Hilverdink als bullebak ingehuurd: tirannen, helden, despoten, koningen..., dat waren de rollen waarin hij het goed deed. Niet dat het vetpot was, hij had regelmatig financiële problemen waarbij tot twee keer toe zijn boeltje bij de Desolate Boedelkamer terecht kwam, de eerste keer in 1781 en de tweede keer in 1796 waarna hij 'buiten' de stad ging wonen.
Beter geslaagd waren zijn nakomelingen. Zijn dochter Geertrui (1786-1827) werd een gevierd en beroemd actrice. Zij werd tragédienne en speelde vooral stevig aangezette drama's, heel populair in die dagen. Door haar engagement bij een reizend toneelgezelschap was Geertrui verder voor Amsterdam verloren en vestigde zich door een huwelijk uiteindelijk in Rotterdam.

Haar oudere zus Helena (1775-1838) deed 't anders. Zij werd ook actrice maar had daarnaast een goede zangstem, geknipt dus voor de in die tijd eveneens populaire zangspelen. Helena kreeg wel vast werk in Amsterdam, trouwde in 1794 met de eerste violist van het schouwburgorkest, Jan de Bruin. Ze moesten zich haasten; Helena bleek zwanger en nog geen drie maanden na het huwelijk werd hun dochter Wilhelmina geboren.
Dan zijn we er nog niet met de toneelspelers; beide zussen hadden nog een broer Jacobus (1783-1828) die acteur werd. Met deze Jacobus begon een familietak die nog veel beroemder werd in de schone kunsten..., de schilderstak Hilverdink.

Deze Jacobus verhuisde terug naar Groningen en daar werd zijn zoon Johannes (1813-1902) geboren. Johannes verhuisde op jonge leeftijd met de familie opnieuw naar Amsterdam. Daar werd hij leerling van de Koninklijke Academie. Johannes werd een beroemd aquarellist, lithograaf, schilder, tekenaar en graficus en stemhebbend lid van Arti et Amicitiae. Ook al reisde en werkte hij in diverse Europese steden, hij kwam steeds weer op het Amsterdamse nest terug. Daar overleed hij ook op 1 oktober 1902. Johannes had twee schilderende zoons waarvan Eduard (1846-1891) de beroemdste werd. Hij was - in tegenstelling tot zijn vader - steeds topografisch verantwoord bezig, meestal in Amsterdam. Van hem zijn diverse schilderijen en aquarellen bekend die een prachtig tijdsbeeld van hoe Amsterdam er in de 19de eeuw uitzag.
Wat een familie!

Bij de afbeeldingen:

top: de Overtoomseweg begin 17de eeuw (SAA)

Links: de zusjes Geertrui en Helena Hilverdink

Onder: Rijksmuseum in aanbouw van Johannes Hilverdink plus portret

Bodem: Singel met Leidseveer door Euard Hilverdink (Wikipedia)

De afbeeldingen zijn beschikbaar gesteld door Wilfried Dierick of komen van internet, zoals aangegeven.

Andrieszkade wordt Spinozastraat

Wij hebben in het verleden al eens uw aandacht gevraagd voor afwijkende of bijzondere beslissingen toen het om de grote stadsuitleg van 1609 en 1659 ging. Ons eerste referaat betrof de Jordaan: waarom aan de grachtengordel zo'n hele wijk met de allergoedkoopste bouw 'geplakt' werd. lees desnoods nog eens "De contouren van de Jordaan", jaarboek 2016 pp.13-17. Vandaag gaat 't over een deel van de Vierde Uitleg en met name over het bolwerk Weesp.

Het eerste dat we moeten vaststellen, is het verlaten van de 'halve-maanvorm' die de uitbreiding van 1659 vertoonde..., tot de Amstel. Vandaar ging het in kaarsrechte lijn verder tot bolwerk Muiden. Dat is het beste geïllustreerd door de voormalige Schans, nu Sarphatistraat geheten. Die is kaarsrecht tussen Frederiksplein en Alexanderplein. Dat had een goede reden; in de plannen van 1609 zou de uitbreiding begrensd worden door het schiereiland Kattenburg. De ontwikkelingen in handel en scheepvaart maakten rond 1640 een wijziging nodig en werden nieuwe werkeilanden Wittenburg en Oostenburg aangelegd. De halve cirkel moest wat uitgerekt worden om die eilanden mee in te sluiten. Vandaar het rechte stuk. In 1663 werden wal en vestgracht aanbesteed.

Toen we onlangs de plannen van Sarphati voor een luxe woonwijk en grote projecten als Paleis voor Volksvlijt en Amstelhotel bespraken, werd ook aangeduid dat de Gemeente Amsterdam het grootste deel van de zojuist aangeduide stadswal aan het Ministerie van Oorlog 'verkwanselde' om de omgeving van het Frederiksplein vrij te krijgen voor Sarphati. Lees dat nog eens hier na (artikelenreeks over Sarphati). De ruimte voor het leger liep door tot de Doklijn, het verlengde spoor van Weesperpoortstation naar het Entrepotdok. Vandaar begon Sarphati's concessie, die hij in 1862 verwierf, en daar gebeurden interessante dingen. Het belangrijkste wat Sarphati nog zelf op touw zette, was het Amstelhotel, ook al maakte hij de opening niet meer mee omdat hij in 1866 overleed. Vanaf het hotel tot die Doklijn zien we chique huizen verschijnen langs de Sarphatistraat. Afgesloten werd 'zijn' rij door het Emma Kinderziekenhuis dat hier in 1871-'73 gebouwd werd. Door de schuin over de Singelgracht lopende Doklijn eindigde het grondstuk in een punt.

Bijna gelijktijdig ontstond een ander ziekenhuis op bolwerk Weesp: het Ooglijdersziekenhuis. Bolwerk Weesp was concessiegebied van Sarphati, maar door geldnood en incompetentie liet deze de uitvoering over aan een speciaal voor dat doel opgerichte NV Nederlandsche Bouw Maatschappij (NBM). Na Sarphati's dood liep het helemaal uit de hand met de uitvoering van de grootse plannen voor kwaliteitsbouw, waar we De Pijp aan danken. De plannen rond bolwerk Weesp loste de NBM op heel andere wijze op. Ondanks dat alle plannen goedgekeurd klaar lagen verpatste de NBM de grond van het bolwerk aan Dr. Gunning van de Ooglijderskliniek die hier zijn nieuwbouw wilde neerzetten. Het stedelijk apparaat was op z'n zachtst gezegd 'not amused' maar besloot de gewijzigde plannen voor het bolwerk te accepteren. Daarvoor moesten de rooilijnen veranderd worden.

Tek: Ooglijdersziekenhuis Spinozastraat; bron: Stadsarchief Amsterdam

Het eerste dat Sarphati liet uitvoeren op bolwerk Weesp was de sloop van molen Het Fortuin in opdracht geven. Dat gebeurde in 1863. De stad legde langs de rand van het geslechte bolwerk een voetpad aan, de Andrieszkade. Over het bolwerk werd een straat aangelegd, de Spinozastraat. Door de gewijzigde plannen werd in 1872 het voetpad afgesloten en mocht de kliniek een hek langs de Spinozastraat zetten.
In 1875 besliste Jan Kalff, directeur van Publieke Werken, dat de Singelgracht genormaliseerd moest worden om de doorstroom van vers water te verbeteren. Daartoe werd een deel van het bolwerk vergraven als op de tekening hiernaast.

Het verlies aan grond dat de kliniek in eigendom had, compenseerde de Gemeente door gewonnen grond die door het glooiend laten verlopen van de oever verkregen was, aangevuld met de restanten van het voetpad, de Andrieszkade. Door het vergraven was het grootste deel van die kade verdwenen. De kliniek legde om het gebouw een plantsoen aan.
In 1942 liep het erfpachtcontract af en de Gemeente wilde het eigenlijk niet verlengen omdat men het gebouw graag gesloopt zag. Door de oorlog duurde het nog tot 1964 eer herbouw in Buitenveldert in kannen en kruiken was. In 1966 werd de kliniek afgebroken en het voormalige bolwerk nog verder vergraven tot de contouren die we vandaag kunnen zien. Het laatste stukje Andrieszkade werd omgedoopt tot Spinozastraat

Foto: Stadsarchief Amsterdam

E.L.T.A. 1919

Honderd jaar geleden werd de Amsterdamse bevolking getrakteerd op een spectaculaire kennismaking met vliegverkeer. Vóór de Eerste Wereldoorlog was vliegen iets voor waaghalzen waarbij er ook veel van het loodje legden. Tijdens die oorlog waren de vliegtuigen met sprongen verbeterd en klaar voor commercieel gebruik zodra de oorlog voorbij was. Twee militaire vliegeniers, Albert Plesman en Marinus Hofstee, beiden luitenant-vliegenier, vatten het plan op om een tentoonstelling te organiseren. Zij kregen een aantal medestanders op de been die een organiserend comité vormden en ze zochten geldschieters om dit mogelijk te maken. De gedachte achter de tentoonstelling was om te komen tot oprichting van een burger-luchtvaartbedrijf. Zowel de tentoonstelling als het luchtvaartbedrijf zouden Amsterdam als standplaats krijgen. Amsterdam was in 1919 even het middelpunt van vliegend Nederland.

Niet iedereen was even enthousiast over de toekomstplannen van Plesman c.s. getuige bijgaande spotprent met als ondertoon de vraag voor wie vliegen dan wel zo noodzakelijk was. Maar Nederland had toen nog zijn bloeiende kolonie Nederlands-Indië en de verbinding daarmee zou zeer wel gediend zijn met een kortere verbinding.

Grote afwezige in het comité was Anthony Fokker. Maar Fokker was 'fout' geweest in de oorlog door op grote schaal voor de Duitsers vliegtuigen te bouwen. Dat werd hem achteraf toch wel kwalijk genomen. Het waren niet de slechtste vliegtuigen die hij bouwde. De successen van de Duitse luchtmacht werden veroorzaakt door Fokkers toestellen. Hij was wel later op de tentoonstelling vertegenwoordigd en toen de KLM van start ging vloog men bijna uitsluitend met Fokker toestellen.

Op de foto links Albert Plesman en op de foto rechts Marinus Hofstee, beide in uniform

De organisatoren van de ELTA betrokken een kantoor in de stad: Singel 462, het huis naast gebouw Odeon. Hier werd niet alleen de hele tentoonstelling voorbereid, dit was ook de werkelijke geboortegrond van de KLM.
De bankier Edgar Fuld (foto onder; SAA) was niet alleen lid van het comité maar ook de man die de KLM mede oprichtte en vooral financieel mogelijk maakte.

Voor de Staat der Nederlanden nam generaal Snijders (foto) zitting in het comité. Hij was tijdens de oorlog Opperbevelhebber van land- en zeemacht maar toonde ook politieke ambities waardoor hij in aanvaring kwam met de regering Cort van der Linden. Die wilde hem na de oorlog ontslaan maar koningin Wilhelmina voorkwam dat door persoonlijke tussenkomst. Daarop werd Snijders weggepromoveerd naar de ELTA. De officiële reden was natuurlijk iets verhevener, namelijk oriënteren op de ontwikkelingen in de industrie t.g.v. de Nederlandse luchtmacht. Wanneer we de geboorte van de KLM bekijken, komt het ook niet meer zo vreemd over dat die gebruik maakte van het prille militaire vliegveld in de Haarlemmermeerpolder.
In de euforie van het onmiddellijke succes van de ELTA schaarden Fulda en Snijders zich achter de idee een luchtvaartmaatschappij op te richten. Begin oktober 1919 passeerde de oprichtingsakte van de KLM..., in Den Haag.

Foto: Wikipedia

Het is best een beetje vreemd dat Plesman zo hoog van de toren blies. Doordat Nederland buiten de oorlog was gebleven, waren de proefnemingen met vliegtuigen in een primitief stadium gebleven. Meer dan wat acrobatische toeren werden niet vertoond. Op de tentoonstelling was het al buitenlands wat de klok sloeg. Voor Plesman c.s. geen probleem, als er maar burgerluchtvaart van de grond kwam.
Op de foto hiernaast een Vickers Viking vliegboot, waarvan er twee demonstraties gaven op het IJ en waarvan er enkele door de Staat gekocht werden om dienst te doen in Ned.-Indië.

Foto: Vickers

Om de tentoonstelling geen financieel debacle te laten worden besloot het comité een knieval te doen voor de commercie. Men besloot om het Lunapark en het openlucht museum Oud-Amsterdam, dat van de ENTOS een succes hadden gemaakt, op te nemen. Dat had absoluut niets te maken met luchtvaart maar zou honderdduizenden bezoekers extra trekken.

Prentbriefkaart: Stadsarchief Amsterdam

Nu wilt u natuurlijk meer weten over de ELTA. Het treft dat Wim Huissen eerder een uitgebreid stuk over deze tentoonstelling heeft geschreven en dat u door klikken op de afbeelding links kunt gaan lezen.

Deze week honderd jaar geleden

Terwijl internationaal roerige tijden rond de vredesonderhandelingen het nieuws beheersen, komt het lokale nieuws niet verder dan de geringe ophef die de opening veroorzaakt van een R.K. schoolbioscoop in het patronaatsgebouw in de Sint Willibrordusstraat (foto).
Den Haag ging Amsterdam voor en sinds deze week kunnen alle Amsterdamse schoolkinderen filmlessen krijgen met een eigen Roomse explicateur en eigen filmkeuring. Ook voor volwassenen wil men voorlichtingsfilms vertonen. De R.K. schoolbioscoop zou het tot 1927 volhouden. De foto kon zo genomen worden na de sloop van de Willibrorduskerk.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave