weekblad-logo

week 10-2019

Fotoquiz snelste

De eerste met het goede antwoord op de vraag van vorige week was Anje Belmon. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. Waar lijkt dit op? Is dit een fabriek, een school, of wat? Het gebouw is inmiddels afgebroken. De vraag is:

Waar stond dit gebouw?

Oplossingen via deze link

Oplossing vorige week

Hier is dan de oorspronkelijke tekening van Jo Spier, met de tekst "De zigeuners van het Tolpad". Dat kan haast niet de latere Tolstraat zijn want dat was het Verwerspad. Toch kan het niet ver hiervandaan zijn want dat "tol" was op deze hoogte aan de Amsteldijk. Maar waar was dan dat Tolpad? De oplossing is het feit dat we een Groot en een Klein Verwerspad kenden, het laatste meer richting Lutmastraat.
De nu volgende tekst hebben we twee keer herschreven; steeds weer druppelden gegevens binnen. Het item leefde, afgelopen week! We hebbn twee mogelijkheden: Jos Spier gaf de molen juist weer en dan is het een poldermolen. Tweede mogelijkheid is dat Spier er een eind op los fantaseerde en Piet Bakker hem niet tot de orde riep. In het eerste geval gaat het dan om Poldermolen nr.1 van de Binnendijkse Buitenvelderse polder aan het eind van de Molensloot. In het tweede geval betreft het een onttakelde en half afgebroken snuif- en later korenmolen De Duif. Die werd lompenmolen genoemd omdat in de directe omgeving steeds "zigeuners" bivakkeerden. Zigeuners tussen aanhalingstekens want het waren alles behalve zigeuners. Piet Bakker heeft 't over Brabantse stoelenmatters en ketellappers die hun woonwagens bij de molen opstelden. Een andere bron (Pijpkrant) spreekt van Amsterdamse bohémien kunstenaars die hier verbleven. Dat klopt minder met de jeugdherinneringen van Piet Bakker.
De beheerders van de database Verdwenen Molens opteren voor de laatste molen en die stond iets zuidelijker op de kruising Avercamp- en Lutmastraat. Die had een stenen onderstuk en daar zijn foto's en schilderijen van (foto links). Die molen is in 1890 onttakeld en half afgebroken en in 1915 geheel gesloopt. Piet Bakker (1897-1960) verhuisde pas in 1906 van Rotterdam naar De Pijp. Jo Spier (1900-1978) maakte zijn historiserende tekening in 1946 voor het boekje van Piet Bakker. Toen was van een molen of landelijke omgeving al geen sprake meer. En natuurlijk kan de tekening van Spier een fantasiemolen weergeven. Dichterlijke vrijheid noemen ze dat.

De originele tekening bevindt zich in het Stedelijk Museum Zutphen De foto is een prentbriefkaart.

 

Nog een tekening uit het boekje van Piet Bakker: de zigeunerkinderen krijgen slaag met een stok. Deze tekening laat duidelijk zien dat het om een poldermolen met rabathouten onderstuk en rietbedekte romp zou gaan. Wij moeten er echter vanuit gaan dat de tekenaar er maar een slag naar sloeg.
Daarnaast een passage uit het boekje met de gewraakte locatiebepaling.

Goede oplossingen kwamen van Anje Belmon, Anneke Huijser, Jos Mol, Anna Denekamp, Mike Man, Otto Meyer, Han Mannaert, Arjen Lobach, Ria Scharn, Simone Prak, Aschwin Merks, Ton Brosse, Fons Baede, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Fotoquiz: Harry's keuze

Haary Snijder wil u deze tekening voorleggen. In tegenstelling tot die van Jo Spier is deze gewoon binnen de Singelgracht.

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Oplossing: Ton's keuze

Eenzelfde foto vanuit een ander standpunt is inderdaad al eens gebruikt voor de quiz. Het betreft het pand Kalverstraat 200. In week 29 stelde Ton Brosse een soortgelijke foto van deze geveltop voor als hulpvraag en in week 30 hebben we dit pand uitgebreid besproken. Wij kwamen er nog eens op terug toen een gelijksoortig pand Heiligeweg 35 van dezelfde architect besproken werd. Het ging toen over de Vrouwengang (Ockershofje) achter dit pand. Dat was in week 46.

Foto: Ton Brosse

 

Goede oplossingen kwamen van Anje Belmon, Anneke Huijser, Minne Dijkstra, Arjen Lobach, Mike Man, Jos Mol, Adrie de Koning, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

De fotograaf bepaalde met de witte lijnen de uitsnede voor nóg een afdruk. Er is dus iets bijzonders met dit huis. Kijken of u dat uitknobbelt.

Wat is het adres van dit pand?
Wat is er bijzonder aan dit pand?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Oplossing vorige week

Dit is een foto van de Kromme Waal 17-19. Ter weerszijde van de nummers 17 en 18 is een naamloze gang die op deze foto al beiden afgesloten zijn.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto: VVAG, evenals de gevelsteen hieronder

Jos Mol vertelt:

 

Vanuit het Scheepvaarthuis heb je een schitterende blik op de huizen van de Kromme Waal. De Kromme Waal begint 1, 2, 3..... te tellen aan de Prins Hendrikkade en gaat over in de Oude Waal. Het 'kromme' is hierin gelegen dat de bebouwing plotseling bij nr. 27 een scherpe hoek maakt voor hij op nr. 39 over gaat in de Oude Waal. De huizen zijn uit de gouden eeuw en het vroegste jaartal dat ik in een gevelsteen heb kunnen vinden is 1682. Dat betekent dat dit pand ten minste 337 jaar aan de Kromme Waal staat; er liggen wel 24 rijksmonumenten op de Kromme Waal. Het huis uit 1682 op nr. 20 dat prachtig opgesierd is met zes gevelstenen, was "Het Behouden Huis". Er stonden bijvoorbeeld kerkelijke spreuken op als "Looft den Heer" en "De Heer". Het is een voormalig gecombineerd woon- en pakhuis met in het verleden waarschijnlijk een tuitgevel zoals de meeste huizen daar die hadden.

Er bevinden zich drie gevelstenen op de nr's. 9, 17 (foto) en 34. Op nr. 9 zien we een recente 19e eeuwse cartouche met onder andere een gevleugelde zonnehoed en staf van Mercurius, de Romeinse god van de handel. Op nr's. 17 en 34 zien we houten schepen op de woelige zee. Het huis op nr. 34, een pakhuis, draagt jaartal 1602. Dit huis is duidelijk te zien op een een stadsprofiel van 1606.

Op de Kromme Waal heeft aardig wat familie van mij gewoond. Mijn ouders zijn bijvoorbeeld vlak na hun trouwen gaan wonen op nr. 11. Een achteroom van mijn moeder bezat het hele pand op nr. 18, waar hij een groot bord tussen de eerste en tweede verdieping had laten aanbrengen met daarop de tekst: "F. Becker tailleur". Op de foto is F. Becker nog te lezen! Hier kwamen mijn ouders veel over de vloer.

Goede oplossingen kwamen van Mike Man, Arjen Lobach, Ria Scharn, Aschwin Merks, Onno Boers, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Hoe bedenkt zo'n fotograaf het, hè? Toch bevindt deze foto zich ingelijst in passe-partout in het Stadsarchief. Op de foto staat op het brede pand een firmanaam die wij verduisterd hebben. De vraag is:

Welke firmanaam stond er op de gevel?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Zoals we vorige week al stelden, de situatie is niet moeilijk te plaatsen. In de achtergrond is 's-Lands Zeemagazijn, nu Scheepvaartmuseum. In de verte is de Schippersgracht en rechts de oprit naar de Scharrebiersluis. Op de voorgrond, het op deze foto nogal breed uitgevallen Rapenburgerplein. De zijstraat die u met een oude stadsplattegrond diende op te zoeken is de Foeliedwarsstraat.
En waar stond nu de fotograaf? Op het gevaar af dat u de redactie voor zuipschuiten uitmaakt: de fotograaf zat aan een pint in café De Druif en knipte door het caféraam deze foto. Hij staat namelijk zichtbaar boven straatniveau. Alle voorstellen dat hij op een kar, een stapel kisten of het sluismeesterkantoortje stond vinden wij een aannemelijk alternatief, maar niet zo lekker als die pint.
De foto hieronder laat nog een derde mogelijkheid zien. Rondom het café was een heel smal pothuis. Ook daarop kan hij gestaan hebben.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Harry Snijder, Hans Goedhart, Fanta Voogd, Mike Man, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Maarten Helle, Adrie de Koning, Robert Raat, Hans Olthof, Ria Scharn, Jos Mol, Anje Belmon, Carol de Vries, Han Mannaert, Lidy Vendrik, Dick van der Kroon, Ton Brosse, Aschwin Merks, Onno Boers, Hans van Efferen, Wim Huissen, Anthony Kolder,

De Oud Burgemeesters van Amsterdam -1 Introductie

Inleiding
We zullen niet alle burgemeesters uit de loop der eeuwen behandelen, maar wel de burgemeesters uit de vorige en deze eeuw, want daar zullen Amsterdammers en oud-Amsterdammers herinnering aan hebben en er misschien ook zelf nog iets over weten te vertellen.
We zullen beginnen met de voor-oorlogse burgemeesters Tellegen en De Vlugt, de tijdens de oorlog aangestelde Voûte en de na-oorlogse De Boer, D'Ailly, Van Hall, Samkalden, Polak, Van Thijn, Patijn, Cohen en Van der Laan. Jozias van Aartsen was interim burgemeester toen van der Laan was overleden. Er zijn ook tussentijdse waarnemers geweest bij plotseling vertrek of ziekte van een Burgervader zoals Koets 1967, Kuijpers 1977, Heerma 1983, de Grave 1994, ter Horst 2001, Asscher 2010, Ollongren 2017 en van der Burg 2017. Die laatsten worden niet apart beschreven, maar kent u de burgemeesters allemaal nog? We zullen ons niet buigen over de vraag wie de beste en wie de slechtste burgemeester is geweest. Dat is erg afhankelijk van ieders persoonlijke voorkeuren en opvattingen. De ene burgemeester stond dicht bij de mensen en was erg zichtbaar, de ander was een harde werker die veel voor de stad bereikte en weer een ander was misschien streng, maar als hij ook rechtvaardig was, kon hij bij sommigen toch ook weer een potje breken.
Wat we wel willen beschrijven zijn de persoonlijke gegevens, zoals geboortejaar en eventueel sterfjaar, afkomst, opleiding, eerdere functies en wanneer hij het burgemeesterschap vervulde. Ook willen we aandacht besteden aan de persoon zelf, belangrijke gebeurtenissen tijdens zijn ambtsperiode, belangrijke andere bestuurders waarmee hij samenwerkte, waar hij woonde en waarom hij vertrok.

Speciale relatie
Wij denken uit persoonlijke ervaringen en diverse openbare stukken genoeg materiaal te hebben voor een reeks verhalen, waarvan we hopen dat ze wat losmaken en de lezer inspireren om bijvoorbeeld leuke anekdotes toe te voegen. Bovendien heeft een van ons een groot deel van zijn werkzame leven op het stadhuis van Amsterdam gewerkt, zodat hij een speciale relatie met burgemeesters heeft.

 

Op de foto de ambtsketen, ontworpen door edelsmid Harm Ellens (1871-1931). Deze keten is door de Bond van Edelmetaalvereenigingen aan burgemeester dr. Willem de Vlugt geschonken om te dragen tijdens de viering van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina. Bron: Stadsarchief Amsterdam

Wat doet een burgemeester?
De Burgemeester van Amsterdam heeft een belangrijke functie. Hij is immers de eerste burger van de hoofdstad van het land. De functie van de burgemeester zoals wij die nu nog kennen, dateert van 1851, het jaar waarin de Gemeentewet werd ingevoerd. Maar ook kort na de Franse tijd kennen we de functie van burgemeester. Hij wordt dan benoemd door koning Willem I (Koning der Nederlanden van 1815 tot 1840). Tot 1824 waren er wel vier burgemeesters, waarvan er drie vanuit de gemeenteraad werden voorgedragen, maar dat recht komt dan te vervallen en wordt er door de koning rechtstreeks iemand vanuit de raad benoemd. Meestal iemand die afkomstig is vanuit oude regentengeslachten.

Maar met de invoering van de Gemeentewet is de burgemeester niet langer een van de raadsleden. Hij krijgt in de gemeenteraad wel een raadgevende stem.
Wat doet een burgemeester zoal? Dat is nogal wat. Wim Polak heeft het burgemeesterschap eens omschreven als een combinatie van tien functies:

  • Voorzitter en adviseur van de gemeenteraad
  • Voorzitter en lid van het College van B. en W.
  • Representant van de gemeente bij belangrijke gebeurtenissen
  • Woordvoerder van de gemeente tegenover de Rijksoverheid, de provincie, het bedrijfsleven, de universiteiten en talloze andere instanties
  • Intern coördinator en stimulator van het gemeentelijk apparaat
  • Een vertrouwensfiguur voor de leden van het College van B. en W., raadsleden, hogere ambtenaren, bedrijfsleven enz
  • De beheerder van zijn eigen portefeuilles
  • De vertegenwoordiger van de gemeente in allerlei niet-gemeentelijke organen
  • 'Burgervader' met een ombudsfunctie voor burgers die op hem hun laatste hoop vestigen
  • Namens het rijk toezichthouder op besluiten van gemeenteraad en B. en W.
  • Hoofd van de politie.

De burgemeester in vol ornaat
Lange tijd was het de gewoonte dat de burgemeester zich onderscheidde door het dragen van een speciaal burgemeesterskostuum. Dat was een zwart rokkostuum met witte knopen met het stadswapen erop. De broek was zwart met een zilveren streep. De hoed was een driekantige steek met een oranje cocarde (insigne met symbool). Het kostuum was op verzoek van burgemeester Huidekoper (zittingsperiode 1842-1849) ingevoerd en werd tot en met 1956 nog gedragen. In 1994 is het officieel afgeschaft.

 

Op de foto burgemeester De Vlugt in vol ornaat op Prinsjesdag

Bronnen
We kunnen ons voorstellen dat u meer wilt weten over sommige burgemeesters. Daarvoor hierbij een overzicht van werken, die wij ook hebben bekeken, om te zien of onze eigen informatie juist was:

  • Een keten van macht: Amsterdam en zijn burgemeesters vanaf 1850, Dirk Wolthekker (red.), Balans 2006,
  • De Bosatlas van Amsterdam, Noordhoff 2015,
  • Retour Den Haag, Ed van Thijn, Van Gennip 1994,
  • Wim Polak Amsterdammer en sociaal-democraat, Menno Polak en Gerrit van Herwijnen, Meulenhoff 2003,
  • Job Cohen, biografie, Hugo Logtenberg en Marcel Wiegman, NwAdam 2010,
  • Wibaut, onderkoning van Amsterdam, Eric Slot en Hans Moor, Bert Bakker 2009,
  • Het Parool 1940-1990, Bert Bakker 1990,
  • Het huis van de burgemeester, Coert Peter Krabbe en Hillie Smit, Thoth 2011,
  • Leden van de Raad, Peter Hofland, Gemeentearchief Amsterdam 1998,
  • Twaalf burgemeesters, 500 jaar Amsterdam, M.Sluyser en Fred. Thomas, Andries Blitz 1939,
  • Het hoofd van de Stad, Amsterdam en zijn burgemeesters tijdens het interbellum, Harm Kaal, proefschrift 2006,
  • Ons Amsterdam, 2006.

Column: Meester Gijsbreght -4

n mijn laatste stageperiode was ik werkzaam op de RK Kobald de Brouwerschool in de Eerste Keucheniusstraat 32 in de Staatsliedenbuurt. Het was de eerste zogeheten lomschool van Nederland (officiëel: GLO-school voor kinderen met lom). Lom betekent: Leer- en Opvoedingsmoeilijkheden. In ±1950 startte  mevrouw Kobald de Brouwer in Amsterdam en mevrouw Wilhelmina Bladergroen in Groningen met aparte hulpklasjes voor uitvallende leerlingen  in navolging van pragmatische onderwijspioniers zoals ons aller inde Jordaan opererende onderwijzer en schrijver van ‘De Gelukkige Klas’, ‘Kees de Jongen’ etc. t.w. Theo Thijssen. Ik had snel een band met kinderen, ook met probleemkinderen; ik denk omdat ik veel met ze praatte maar ook omdat ik naast taal, rekenen en schrijven veel aandacht besteedde aan de wat leukere vakken als muziek, sport, handarbeid, toneel en ga zo maar door. Ik had me tijdens mijn stages nooit bekommerd om afwijkende leerlingetjes, maar nu ik zelf een klas moest draaien met vijftien bedeesde of juist mega-brutale meisjes en jongens werd ik er elk moment van de dag mee geconfronteerd. Ik bestudeerde het aan mij toevertrouwde grut aandachtig en moest toegeven dat een aantal dat op taalgebied of rekengebied totaal uit leek te vallen, op andere fronten best talenten in huis bleek te hebben. Dat vergde soms wat tijd; het inzicht in sommige leerlingen geschiedde trouwens ook wel abrupt. Naast echte oer-Amsterdammertjes  zaten er  nogal wat kindertjes uit de regio in mijn klas, zoals Duivendrechtenaartjes, Volendammertjes, Markenaartjes etc. De ouders wilden hun kind graag naar een heuse RK-lomschool, dus dan maar met het busje mee naar de Amsterdamse Staatsliedenbuurt.

Henkie Smals was zo’n jongen uit Duivendrecht. Ik kreeg geen hoogte van hem. Hij zat daar maar en keek zonder enige emotie op zijn gezicht recht voor zich uit, gehoorzaamde braaf, deed zijn rekenwerk en dat was het. Tot op een dag mijn datumklappertje op de grond viel. Henkie had een gekke beweging gemaakt waardoor het ding van mijn bureau afviel en in vele kleine beletterde partjes uiteensprong. Ik had met Henkie te doen, veegde de spulletjes bij elkaar en legde ze op mijn bureau. Ik probeerde een paar keer het apparaatje in elkaar te flansen maar dat leidde niet tot het verwachte resultaat. Toen de kinderen na drieën naar huis waren, bleek mijn bureau op mijn pen na volledig leeg. De volgende morgen legde ik aan de klas uit wat het dagprogramma was. Tijdens mijn uitleg pakte Henkie zijn leren tas en haalde er iets uit. Hij zette het gedecideerd op mijn bureau, en Henkie die nooit enige emotie toonde, straalde! Het was het datumapparaatje. Het werkte weer naar behoren. Heb jij dat meegenomen Henk en weer gemaakt? Ja! Ik kon het niet geloven, maar op de avond van de oudergesprekken vertelden de ouders precies hoe hun autistische Henkie in elkaar stak, dat ie met meesters kapotte apparaatje in zijn kamer verdween en dat ie echt zelf de boel weer op orde had weten te brengen. Zo was hun Henkie, goed met apparaatjes e.d. God, wat leerde ik die jaren veel! Maar niet vanuit de leerboeken. Ik leerde veel uit de heerlijke boeken van Thijssen en nog meer van mijn eigen klasjes waarin kinderen zaten die vaak uitblonken in zaken waar ik zelf nog van kon leren, zoals ruzies oplossen, sporten, handelen, muziekmaken, toneelspelen, ontwerpen, tekenen en nog veel meer.

Wordt vervolgd

Bij de foto's:

Theo Thijssen

Wilhelmina Johanna Bladergroen
(klik de foto voor een biografie)

RK Kobald de Brouwerschool te Amsterdam

Het bewuste apparaatje

YouTube

De link naar de verkeersfilm van vorige week werkte vrijdag niet. Dat is later gerepareerd en kan via deze link alsnog bekeken worden.

Carol de Vries speurde YouTube af naar alles wat met (Oud-) Amsterdam te maken heeft en daar pikken wij er af en toe eentje uit die u zou kunnen interesseren.

Deze week een blik opp het terrein van het WG in 1941.

Klik het titelscherm om te starten

Pleziertuinen, uitspanningen: Roomtuintjes

Herbergen vlak buiten de stad waren er om reizigers op te vangen die te laat voor een gesloten poort verschenen en onderdak zochten voor de nacht. De Roomtuintjes stond aan het begin van de Oetewalerweg buiten de Muiderpoort. De herberg kreeg door de jaren steeds meer ‘functies’. Veeboeren dreven hun kudde koeien ’s avonds tot deze herberg om de volgende morgen als eerste binnen te trekken naar de veemarkt. Voor de nacht mochten de koeien in stallen bij de herberg overnachten en de herbergier mocht dan de koeien melken als vergoeding. De niet-afgeroomde melk verkocht de herbergier aan zijn klanten en zo kwam de herberg aan zijn naam. Wat er waar is van deze romantische uitleg valt niet te achterhalen, we doen ’t er mee.

Op de tekening van Gerrit Lamberts (1817) rechts de Muiderpoort en links de Roomtuintjes

Belangrijker is de rol die dit soort herbergen in de onmiddellijke nabijheid van de stad speelden in de zucht naar vertier die  zich in de 18de eeuw van de stedelingen meester maakte. De herberg werd een uitspanning waar het aangenaam verpozen was. Hele families trokken naar buiten, kinderen, baby’s en speelgoed incluis. Waarom juist in die 18de eeuw?
Na de Alteratie probeerden de Calvinisten de stadspolitiek te beïnvloeden waar ze maar konden. Dat deden ze heel handig door het liberale stadsbestuur tegen de Oranje-stadhouders uit te spelen. Hoe meer die overhoop lagen, des te meer was Den Haag bereid zich met de stad te bemoeien. In de 17de eeuw ontstond een ware terreur van dominees die hun ‘schaapjes’ dwongen op zondag minstens twee keer die dag naar de kerk te komen en donderpreken aan te horen. Wat de Katholieke kerk nooit gelukt was, lukte de Calvinisten wel; het stadbestuur ging voor de lieve vrede maar mee in die dwang. Gevolg: de mensen vluchtten de stad uit! Tientallen gelegenheden en bestemmingen ontstonden in die tijd aan de rand van de stad. Pleziertuinen, uitspanningen, sociëteiten, lusthoven, verenigingsgebouwen met parken of speeltuinen maar ook de natuur trok de mensen naar buiten. De Buitensingel werd een populair wandelgebied; door zijn ligging rond de hele stad was die voor iedere buurt bereikbaar. De Roomtuintjes pakte zijn deel hiervan; die strikt gesloten poort ging ’s nachts tegen de juiste vergoeding alsnog open, wat zeker minder kostte dan een overnachting in een herberg. Dat compenseerde de eigenaar met de zondagse bezoekersstroom.

Er maakten overigens meer gelegenheden aanspraak op de betiteling ‘roomtuintjes’.  Er waren er een paar in de Zaagmolenbuurt (Fred.Hendrikstraat) en Bellamybuurt (Jan Hanzenstraat) en de pleziertuin Claudius Civilis noemde zich roomtuin. Een klassieke aanvoerroute voor vee zoals de Zeeburgerdijk was bezaaid met roomtuintjes. Het was zeker geen Amsterdams fenomeen, die roomtuintjes. Kent Hilversum niet zijn Melkhuisje? Ons Roomtuintjes aan de Oetewalerweg was er dus één onder velen. Hoe ging nu die room over de toonbank? Daar hebben wij een beschrijving van: de ‘room complet’. Die bestond uit een kom room, twee beschuiten en een schaaltje suiker. ‘Zoete melk met brokken’, zoals het kinderversje over de Overtoom zegt. Niet iedereen had het geld om deze lekkernij te kopen maar bij de uitspanning was een speeltuin en er was genoeg ruimte om te wandelen en te spelen.

Op het borduurwerkje na komen de afbeeldingen uit de verzameling van het KOG; bron: Stadsarchief Amsterdam

 

Op de tekening van J.M.A. Rieke -1870 de Roomtuintjes in hun nadagen

Tussen 1880 en 1884 ging dit gebied op de schop voor de aanleg van de Dapperbuurt. Architect, makelaar en aannemer N. Redeker Bisdom stortte zich op de buurt, wat steeds garant stond voor revolutiebouw. De straten waren gepland op 25m breed en elk huis zou een voortuin van 5m diep krijgen. Zonde van de ruimte, vond Redeker en liet met instemming van het stadsbestuur een extra straat rooien (1e en 2e i.p.v. één Van Swindenstraat) en liet de voortuinen vervallen of miniseerde ze tot een meter. De laatste eigenaar van de Roomtuintjes, J.F.Gemke, verkocht in 1881 een deel van de uitspanning en in 1882 de rest aan een speculant die vergunning kreeg de grond te bebouwen. Zo kon de Von Zesenstraat zijn huidige lengte krijgen. De Roomtuintjes werd afgebroken en alleen een straatnaam doet nog denken wat hier ooit was. Voor de naar verpozing snakkende stedeling maakten de particuliere tuinen - met consumptiedwang - plaats voor stadsparken.

In de herhaling: Joost Jansz. Beeltsnyder

kaart 1608 Beeltsnyder

In de Beeldbank van het Noord-Hollands archief is deze kaart van 1595 te zien. Het betreft een ingekleurde heruitgave uit 1608, waarop de diverse waterschappen aangegeven zijn. Klik het kaartje links om naar die Beeldbank te gaan. U kunt dan inzoomen op dezelfde manier als in de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Leuke kost in tijden van waterschapsverkiezingen.

Metamorfose: Arti et Amicitiæ

Maatschappij Arti et Amicitiae (kortweg Arti) is een vereniging van beeldende kunstenaars en kunstliefhebbers en werd in 1839 opgericht. In juli 1840 kocht de vereniging een pand aan het Rokin, links op de tekening. Dat was het pand van de Grand Salon Duport, die naar de Nes verhuisd was. De tekenaar van de prent links, Tetar van Elven, richtte de eerste kunstzaal voor Arti in op de eerste verdieping. In 1854 kocht de vereniging het naastliggende logement Het Wapen van Utrecht op de hoek met het Spui. Architect J.H.Leliman leidde in 1856 een verbouwing, waarbij beide panden een nieuwe voorgevel kregen, die het geheel er als één pand liet uitzien. In de huisnummering van 1876 kregen beide panden het huisnummer 112.

Op deze litho naar een tekening van Willem Hekkink Jr. is de Langebrug vervangen door een vaste stenen brug. Dat gebeurde in 1856-'57 en de werkzaamheden daaraan werden in 1857 nog vastgelegd door Benjamin Turner op zijn foto van de Grimnessesluis.
Het Spui, hier nog water, zou in 1882 gedempt worden.

Na de demping van het Spui volgde in 1933 en 1936 nog die van het Rokin in twee sessies, waarna de Langebrug helemaal kon vervallen. Het beeld veranderde binnen 90 jaar van heel veel water in heel veel asfalt.

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 10 maart 1919 - Louis Davids viert zijn 25-jarig toneeljubileum. Het Rembrandttheater zat tot de nok toe vol met mensen die deze publiekslieveling wilden fêteren. Op de buhne werd de avond geopend door Nap de la Mar die meteen de stemming erin kreeg. Hij werd gevolgd door Zorah Dorlay die begon met een aria uit Lakmé maar al snel overging op een hele serie succesnummers van Davids. Cor Ruys deed - luid toegejuicht - een aantal van zijn favoriete imitaties, gevolgd door Fientje de la Mar. Daarna het 11-jarige dochtertje van Louis Davids die een paar dansjes ded die ze van Angèle Sydow had geleerd.Voor de pauze sloot Davids zelf af met zijn zusters Heintje en Rika waarmee hij enkele scènes uit revues deed. De zaal was thuis! Na de pauze trad Davids solo op met Margie Morris (foto rechts) aan de piano.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave