weekblad-logo

week 09-2019

Deze week moeten wij u alweer om uw aandacht vragen. Het is namelijk bij sommige providers gebruik geworden e-mails te onderscheppen van afzenders die op een zwarte lijst staan. Een net als bij de BKR blijkt het ondoenlijk om van die lijst af te komen. Dit domein is onlangs gehackt en gebruikt om grote hoeveelheden spam te versturen. Onze provider heeft ons bevolen maatregelen te nemen (nieuw veiliger wachtwoord) en nu lijkt alles weer goed te gaan. Dat wil niet doordringen tot sommige providers en die blijven onze e-mails onderscheppen. Als u boft staat onze mail in de spam-box of de prullenbak en kunt u er nog bij. Zo niet, dan blijft u niets anders over dan via het hoofdmenu van de site de fotoquiz op te roepen. Hier is de link en zet u die meteen in uw bookmarks: www.theobakker.net/amsterdam

Fotoquiz snelste

De eerste met het goede antwoord op de vraag van vorige week was Fanta Voogd. Hij bedacht een heel ludieke opgave voor u, een tekening. Dit is een situatie die ook nog eens buiten ons normale zoekgebied, de Singelgracht, valt. Waar het wèl is, heeft de tekenaar op de tekening geschreven, maar dat hebben wij natuurlijk verwijderd. Dan gaat u deze tekening ook nog eens tevergeefs in de Beeldbank zoeken. Hij komt namelijk uit een boekje van Piet Bakker, waarvan we volgende week pas de titel verklappen. Dan toch de vraag:

Waar was dit, of liever gezegd: wat stond er op de tekening als locatie aangegeven?

Oplossingen via deze link

Oplossing vorige week

De foto is gemaakt tijdens de sanering van Uilenburg. De fotograaf staat op een verdieping van de bebouwing aan de oneven zijde in de Jodenhouttuinen en kijkt over de Houtkopersburgwal naar de Uilenburgerstraat en de Batavierstraat. Links op de foto de achtergevels van huizen aan de Oudeschans. Helemaal links het dubbelpakhuis aan de Houtkopersburgwal dat er nog steeds staat. Op de plaats van de twee nog resterende huisjes op de quizfoto staat nu het badhuis op de hoek van de Nieuwe Uilenburgerstraat.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Fanta Voogd, Adrie de Koning, Ria Scharn, Anna Denekamp, Anje Belmon, Jos Mol, Onno Boers, Mike Man, Kees Boas, Robert Raat, Anneke Huijser, Han Mannaert, Dick van der Kroon, Aschwin Merks, Hans van Efferen,

Fotoquiz: Ton's keuze

Ton Brosse is meer dan geïnteresseerd in bijzondere bouwfragmenten. Hij liet ons eerder raden naar locaties waar dit soort fraais te vinden is. Zo ook nu weer:

Waar is dit?

Wij hebben het vermoeden dat dit pand met deze versiering al eens in deze quiz langskwam, maar toch nog maar eens zoeken.

Oplossingen graag via deze link

 

Oplossing: Maaike's keuze

Als iemand het fraaie pand van de d'Leeuwenburgh wil afbeelden heeft hij er recht tegenover een brug ter beschikking om het gebouw en-face op de foto te zetten. Zo vanuit dit gezichtspunt was het veel moeilijker om hierin Oudezijds Voorburgwal 14 te ontdekken. Ook dat dit pand op de hoek van de Oudezijds Armsteeg staat was op deze foto niet goed te zien.

d'Leeuwenburgh is sinds 1951 het 'Goodwill Centre' van het Leger des Heils. Lees meer over het Leger en over het goodwill centre in het XYZ van Amsterdam.
Tegenover het pand is majoor Bosshardt in brons vereeuwigd, zittend op een bank. Lees daar meer over in Ons Amsterdam.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Carol de Vries, Arjen Lobach, Ria Scharn, Jos Mol, Anna Denekamp, Anneke Huijser, Fanta Voogd, Anje Belmon, Onno Boers, Jan Snijders, Harry Snijder, Mike Man, Robert Raat, Han Mannaert, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

Ook deze foto werd door een deelnemer ingestuurd, namelijk door Jos Mol. Volgende week bij de oplossing schrijft hij een persoonlijk verhaaltje bij deze foto.

Waar is dit?

Jos deed er nog een foto van het middelste pandje bij, van een andere fotograaf. Daarop is de branche te lezen van de toenmalige gebruiker van in elk geval de begane grond. Misschien een hint? Anders beide stegen rond de twee middelste huizen wel? Zien we een gevelsteen?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Best wel lastig, zo bleek, ondanks dat het gebouw links eerder in deze quiz figureerde. Dit is de Elandsstraat waar op nr. 84 de Vereeniging tot Verbreiding der Waarheid gevestigd was. Was..., want het gebouw werd in 1914 herbouwd met behoud van slechts de voorgevel, inclusief de tekst op de band. Het is nu een opvanghuis.

Het Jordaanweb over de vereniging:

"De Vereeniging ter verbreiding der Waarheid was in 1857 opgericht door godsdienstleraar Th.M. Looman, die door verheffing en evangelisatie iets wilde doen aan de levensomstandigheden van de armsten in de Jordaan. In het gebouw in de Elandsstraat kwam een bewaarschool voor kinderen van 2 tot 6 jaar (foto onder). Ook waren er ruimtes voor cursussen. De vereniging dreef ook een vrouwenlogement in de Bethaniëndwarsstraat, later Prinsengracht 439".

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

En dit is de tekst op de band; foto: 020app.nl ---------- Bewaarschool ±1867; foto D. Niekerk

Eerder gaven wij een link naar een proefschrift (Houkes) dat inzicht gaf in de Vereeniging ter Verbreiding der Waarheid. Om nog eens te lezen: klik hier.

Het Kenniscentrum Gereformeerde Gezindte Digibron heeft er een lang artikel aan gewijd waar de rol van het Reveil belicht wordt: klik hier.

Afb: doorsnede Elandsstraat 84; bron: 020app.nl

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Jos Mol, Ria Scharn, Anje Belmon, Mike Man, Robert Raat, Anneke Huijser, Han Mannaert, Aschwin Merks, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

Dit lijkt een Abc'tje, met die achtergrond. Maar helemaal gratis krijgt u deze niet. De vraag is:

Hoe heet de zijstraat die ongeveer midden op de foto uitkomt op deze brede straat?
Enig idee waar de fotograaf geposteerd stond?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Deze foto werd ingestuurd door Maaike de Graaf die ook de begeleidende gegevens bij elkaar zocht. Er waren deelnemers die op de foto geen koets met Wilhelmina konden ontdekken maar het is uit te sluiten dat een ander gezelschap met deze hoeveelheid begeleiding door de stad koetsierde. Maaike deed er de route nog bij. Op het moment dat de foto gemaakt werd passeerde de koets de Nieuwmarkt. De foto is genomen richting westen met de Barndesteeg helemaal links terwijl rechts het Waaggebouw net buiten beeld bleef. Degenen die het originele fptp in de Beeldbank vonden, konden alleen maar verbaasd zijn dat er nog zoveel op bleek te staan.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Hans Goedhart, Ria Scharn, Anneke Huijser, Jos Mol, Anje Belmon, Mike Man, Harry Snijder, Robert Raat, Anna Denekamp, Dick van der Kroon, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Vraag en antwoord: Parfumeerdersgracht

Hans Goedhart had nog nooit van de Parfumeerdersgracht gehoord en wil weten welke gracht dat is en hoe die aan zijn naam komt. Deze naam komt voor op een detail van de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode. Hij sneed de kaart in 1625 en wij lieten een fragment zien uit een herdruk van 1647 (links). Het betreft de Passeerdersgracht in het zuidelijkste puntje van de Jordaan. Die gracht ontleent zijn naam aan de passeerders, een beroepsgroep die speciaal 'Spaans leer' vervaardigden voor lederen versieringen op de 17de-eeuwse kleding (riemen, enz.). Het looien van leer is een bezigheid die een onaangename geur verspreidt in de verre omgeving. Vandaar dat alle leerlooiers in eerste instantie 'verbannen' werd naar de Jordaan tussen de Looiersgracht en de Passeerdersgracht. In de Vierde Uitleg werd een tweede plek voor ze ingeruimd. Geen der geleerden kwam en komt verder dan dat de naam Parfumeerdersgracht een sarcastisch bedoelde bijnaam was, die de kaart van Balthasar Florisz haalde. Deze kaartmaker was tóch gevoelig voor bijzondere namen, want hij is ook de enige die het Singel op zijn kaart Coninkxgracht noemt. Een naam die het Singel slechts een blauwe maandag heeft gedragen en nooit inburgerde.

Stadstimmertuinen -2

Het einde van de Tachtigjarige Oorlog (1648) bracht tweespalt in de Republiek. De stadhouder wilde verder oorlog voeren om nog betere voorwaarden te bereiken. Onderliggende gedachte was het pijnlijk wegvallen van extra inkomen door oorlogsbuit. De Zeeuwen wilden doorvechten omdat zij de winsten uit de kaapvaart niet konden missen. Amsterdam hield de poot stijf, de vrede kwam en de stad bloeide op als nooit tevoren. Uit heel Europa stroomden gelukzoekers en vaklieden naar de stad om goed geld te verdienen zonder direct de nek te riskeren. Al snel maakte het stadsbestuur plannen voor de voltooiing van de in 1609 gestarte uitleg. In 1659 was alles rond en werd het startsein gegeven. Om de aanvoerroute te verkorten werd als eerste een groot terrein gereserveerd aan de nieuwe stadsgrens, dicht bij de Amstel en de nieuwe binnenvestgracht, de Baangracht. Dezelfde Cornelis Danckerts die de Derde Uitleg begeleidde was doorgegaan met de voorbereidingen voor de rest van de uitleg en had vele kaarten van de betrokken landerijen gemaakt, zo ook van de toekomstige plek van de stadstimmertuin (afb. onder). In de kaart verwerkt zijn de verschillende particuliere eigendommen die onteigend en gecompenseerd dienden te worden. Klik de kaart om in de Beeldbank in te kunnen zoomen.

Eerder vertelden we al dat niet alle afdelingen tegelijkertijd naar de nieuwe stadstimmertuin verhuisden. Tussen Weesperstraat/-plein en Amstel, tussen Nieuwe Prinsengracht en Schans strekte zich een enorm terrein uit dat successievelijk gevuld werd met een metseltuin, smederij, timmerwerf, stratenmakerswerf en schuitenwerf. Op de buurtkaart links is dat terrein in blauw aangegeven. De randen van het terrein werden verkocht voor bebouwing met o.a. woningen en lichte industrie. Tussen Onbekendegracht en Amstel stond o.a. molen De Roosenboom / De Eendracht van de Diaconie resp. Rasphuis.

Hieronder twee impressies van het terrein door J.M.A.Rieke ±1895

In de 18de eeuw professionaliseerde de dienst. Aan het hoofd kwam een directeur-generaal met onder zich drie directeuren voor de drie onderdelen timmeren, metselen en steenhouwen. Alle vier steeds ingenieurs. Natuurlijk waren er doorlopend wijzigingen in de structuur van het bedrijf, werden onderafdelingen overgeheveld naar een andere afdeling. Zo kwam 'bestrating' in die 18de eeuw bij 'waterwerken' dat zich allengs tot een belangrijke onderafdeling ontwikkelde, waaruit in onze tijd Waternet ontstond. Maar er was ook een wagenmakersloods te vinden en een molenloods voor reparaties aan baggermolens. Er werden brandspuiten gemaakt en gerepareerd, je vond er een afdeling leidekkers, loodgieters en klokkenmakers en een uitgebreide smederij. En tientallen kantoortjes voor commandeurs, opzichters en bazen. Timmertuin was een verwarrend begrip geworden; vandaag heten zulke afdelingen dan ook 'Gemeente Werkplaatsen'.

Eigen personeel aanhouden was een wisselend thema. Men begon met naar behoeven ingehuurde werkkrachten, vond het toch wel makkelijk om permanent op mensen te kunnen rekenen, vooral voor kleine klusjes, tot iemand becijferde dat dit toch wel duur werd en ze weer de laan uit stuurde. En dat door twee eeuwen heen steeds weer op en af! In 1666 bepaalden de burgemeesters en thesauriers hoeveel werklieden in vaste dienst kwamen, maar dat hield niet land stand. Nog tot in de 19de eeuw was het gebruik dat alleen gewerkte dagen uitbetaald werden, in vaste dienst of niet. Als bijvoorbeeld stratenmakers door slecht weer niet konden werken, kregen ze ook niet uitbetaald. Alleen directeuren en heel hoge ambtenaren van het Fabriekambt kregen een vaste jaarwedde.
Toen in 1853 Willem Froger inspecteur werd dankte deze weer een hoop personeel af en besteedde liever aan particulieren bedrijven uit. Hij was het ook die vele door de stad verspreide diensten naar de Stadstimmertuin haalde, zoals de straten- en schuitenmakers. In 1856 ontstond uit dit samenraapsel de Dienst der Publieke Werken (PW) met een eigen wethouder in B&W. Deze dienst werd de uitvoerder van de ontwerpen van een Stads-architect en een Stads-ingenieur. In de 20ste eeuw werden deze beide in de PW opgenomen. De Dienst zelf houdt graag 1850 aan als geboortejaar.

Gedurende het liberale klimaat in de gemeenteraad, tweede helft 19de eeuw, klonken er steeds weer stemmen om de hele dienst maar op te heffen; dat zou particulier aanbesteed veel goedkoper kunnen, was het idee. Onder toenemende invloed van SDAP en PvdA gebeurde precies het tegenovergestelde. De dienst werd de spil van enkele grote stadsuitbreidingen sinds dien. Alle infrastructurele ontwerpen voor bijvoorbeeld het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP; Van Eesteren) werden uitgewerkt en uitgevoerd door PW.
Het heeft niet veel zin om alle tegenwoordige Gemeentelijke Werkplaatsen op te sommen. Een lijstje daarvan hebben wij zelfs nog niet gevonden.

 

De afbeeldingen en kaartfragmenten komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

De drie etsen van Jan Luyken komen uit de Spiegel van het Menselyk Bedryf.

In 1892 besloot de Gemeenteraad dat de stratenmakerswerf en de schuitenwerf zouden verhuizen naar een plek aan de Kostverlorenvaart, daar waar we vandaag de Van Reigersbergen-straat vinden. De keuze voor deze plek werd in hoge mate bepaald door de mogelijkheid een bestaande schuitenwerf op de hoek met de Hugo de Grootgracht over te nemen. De stratenmakerswerf bleek al snel te klein door de effecten van de annexatie van 1896. Er volgde een uitbreiding tot de Tweede Hugo de Grootstraat wat bij de volgende annexatie in 1921 het werfterrein van zo'n 4ha zoals in grijs op het kaartfragment hiernaast opleverde.
Op het oude terrein werd de Baangracht tussen Amstel en Weesperplein gedempt en voor woningbouw verkocht. Op de rest kwamen brandweer, een aantal scholen en de stadsdrukkerij.

Foto boven: schuitenmakerswerf Van Reigersbergenstraat; bron: Stadsarchief Amsterdam

U leest veel over het Stads-Fabriekambt in het Stadsarchief. Klik hier om dat te lezen. U leest ook over organisatie en werken van de Dienst Publieke Werken in het Stadsarchief. Klik hier om dat te lezen. Over de rol van PW bij de werken van de Amsterdamse School, het dienstverband van kunstenaars als Hildo Krop en architecten als J.M.v.d.Meij leest u iets in de Kunstbus. Klik hier om dat te lezen. Verder staat het internet vol met details over de Dienst Publieke Werken. Zoekt u eens een middagje.

Column: Meester Gijsbreght -3

n de aula van de RK PA Magister Vocat verkochten ze broodjes. Het was een overgangstijd. Van Kweekschool werd het Kwekschool..., o nee…, ik bedoel Pedagogische Academie (PA) en van Pedagogische Academie werd het Pedagogische Academie voor het Basisonderwijs (PABO, niet te verwarren met: https://www.pabo.nl/ want die verkopen erotische lingerie en beddepretartikelen).
Het was nog onwennig allemaal begin jaren zeventig, dus zat de helft van de kwekelingen annex PA-ers in de lunchpauze als vanouds gebogen boven zijn plastieken boterhamtrommeltje vol gezonde door moeders klaargemaakte boerenweitbammetjes met belegen kaas en hagelslag en een appel voor de vitamientjes. De overigen waagden twee kwartjes aan het PA-broodje van de dag. Zo was het ook gesteld met het ouwerwetse onderwijs aan alleen héren onderwijzers - toen ik er kwam was het reeds gemengd - en met de broeders Augustijnen die er inmiddels steeds meer seculiere collega’s bij kregen. Vanwege die nog altijd rondwarende broedermentaliteit stond er natuurlijk een middenmaatje kerkorgel in de kantine c.q. gemeenschapsruimte opgesteld waaraan bij speciale gelegenheden en samenzangmomenten broeder muziek of mijn eigen organistenbroer Aalbreght muzikale klanken ontlokten. Tegenover het orgel stond een fraaie vleugel en daar er toen niemand harde popmuziekjes draaide door de schoolluidspreker of op zijn laptopje, waagde ik het gezamenlijke lunchmoment op te leuken met een paar prettig-in-het-gehoor-liggende Beethoveniaanse pianosonatines en wat jaren-zestig-evergreens.
Dat liep gesmeerd en tot vreugde van alle partijen; ik kreeg  soms ‘op mijn kop’ met de woorden: hè, waarom speel je niet even door?

De stages waren intens. Op de stagescholen liepen ook nog vele broeders en nonnen in hun nadagen rond en ik moet zeggen, ik heb veel van ze geleerd, de katholieken waren nog niet zo gek op didactisch gebied! Mensen zijn vaak anders als je ze wat langer meemaakt; van mijn stagebegeleidster de lieve zuster Berendina op de Paulusschool leerde ik dat nonnen ook opgewektheid hebben en dat ze soms zelfs een stout mopje vertellen aan de klas niet schuwen! In de hoogste groep van de Lukasschool liep ik stage bij broeder Ancillus, die al snel hele dagdelen zijn hielen lichtte ten einde lessen voor te bereiden of de schooladministratie bij te werken; lesgeven en overleven móést je dan wel, zó leerde je het!! De lagere akte had ik in mijn binnenzak na een jaartje onderwijs. Het slagen was nogal nipt omdat de heer Verwoerd van Nederlands erop stond dat ik de taalkundige en redekundige ontledingen ook zou moeten kunnen kennen volgens de nieuwste internationale benamingen, maar ik was op de HBS al zes jaar lastig gevallen met dit soort kwellingen, daar deed ik dus echt mijn best niet meer voor. Ik ging nog wat langer door, voor de hoofdakte zoals dat nog steeds heette. Maar met de lagere akte op zak, kon ik in elk geval een invalklus klaren in maanden juni en juli op de Lukasschool. Dat zorgde voor extra pecunia en de nodige ervaring. Na nog een jaartje rondhangen had ik mijn hoofdakte en werd ik leraar aan de eerste lomschool van Nederland, de RK lomschool de Kobald de Brouwerschool aan de Eerste Keucheniusstraat 32 te Amsterdam, een school waar mijn goede vader in de jaren dertig nog ouderwets lager onderwijs genoot.

Wordt vervolgd

 

Sint Lukasschool Osdorp                                        Sint  Paulusschool Osdorp

YouTube

Carol de Vries speurde YouTube af naar alles wat met (Oud-) Amsterdam te maken heeft en daar pikken wij er af en toe eentje uit die u zou kunnen interesseren.

Deze week een verkeersfilm die ons tussen een heleboel goedbedoelde maar volledig achterhaalde adviezen een hoop dan de stad rond 1920 laat zien. Een digitalisatie door Eye Film.

Klik het titelscherm om te starten

In de herhaling: metamorfose Leidsestraat

De bron voor deze metamorfose was nevenstaande quizfoto. We kijken naar het laatste bouwblok van de Leidsestraat, tussen Lange en Korte Leidsedwarsstraat, oneven zijde.

De metamorfose voltrok zich in drie fasen, die hieronder toegelicht worden.

Alle afbeeldingen bij dit item komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.

Op 22 maart 1806 begonnen een aantal panden aan de oostelijke huizenrij in de Leidsestraat tussen Lange en Korte Leidsedwarsstraat te verzakken. Binnen de kortste keren was het hele blok aan het verzakken, het ene huis nam het andere mee. Het was al voor de 22ste begonnen in het huis ‘De Vergulde Wagen’ dat bewoond werd door een stalmeester. De afbraak daarvan was al begonnen, omdat het niet meer te redden was. Het tussentijds stutten van de huizen kon de verzakkingen niet stoppen. "De vloeren zakten onder de voeten weg", schreef de krant. "De wanden spleten en barstten en het glas sprong uit de sponningen". Gelukkig ging alles zo langzaam dat er geen ongelukken gebeurden.
Aan ouderdom was het gebeuren zeker niet te wijten. Sommige huizen in het rijtje, waaronder de bakkerij in het hoekhuis Lange Leidsedwarsstraat, waren net 60 jaar oud. Veel meer moet de oorzaak gezocht worden in inzakken van het vulmateriaal in een voormalige weersloot. Dat was de consequentie van het onder een ophooglaag verstoppen van de oude polderstructuur.

Er werd direct daarna begonnen men het afbreken van die panden die gevaar opleverden. Als u nu denkt dat in Amsterdam kostbare bouwgrond wel snel weer bebouwd zou worden, vergist u zich. Een plan van stadsbouwmeester Abraham Hart uit 1807 voor een aaneengesloten rij statige stadshuizen werd nooit uitgevoerd. Meer dan een halve eeuw bleef deze plek braak liggen en medio 19de eeuw was van sommige percelen niet eens te achterhalen wie de eigenaar was. Rond 1860 maande iemand als Potgieter zijn stadgenoten dat dit toch niet kon! Met name werd deze plek aan het Leidseplein genoemd. Dat waren echter de naweeën van de Franse overheersing, die het land financieel aan de afgrond had gebracht. Eindelijk werden vanaf 1863 alle percelen weer bebouwd, maar de kwaliteit was nog steeds niet een winkelstraat als de Leidsestraat waardig.
De quizfoto, die in 1916 van hetzelfde blok werd gemaakt, was ter documentatie omdat de afbraak van het grootste deel van het blok aanstaande was. Het betrof de huisnummers 103-109, die gesloopt gingen worden om de nieuwbouw van Maison De Vries mogelijk te maken.

Maison De Vries
De Hoornse ondernemer S.I.de Vries bouwde met diverse vestigingen, waarvan twee in Amsterdam, een waar mode-imperium op. Maison De Vries had in 1911 een filiaal geopend in de Kalverstraat, hoek Spui en in 1909 al een op het adres Leidsestraat 83-93. Dat laatste werd hem al snel te klein. Het oog viel op de krakkemikkige bebouwing op de hoek Leidseplein en -straat. De Vries kocht de percelen 103-109 en liet die in 1917 afbreken. In 1921 opende op die plek een nieuw modehuis de deuren in een kapitaal pand van de hand van Alfons Jacot i.s.m. architect A.H. Zinsmeister. De Vries had niet voor niets zo uitgepakt. Hij zag zich min of meer gedwongen door het succes van concurrent Hirsch&Cie tegenover hem op het Leidseplein.
In 1936 sloot De Vries weer de deuren en trok zich terug op de vestiging Kalverstraat, hoek Spui.

KLM
Na drie jaar leegstand ging het pand in 1939 in eigendom van de KLM over. Die verliet het kleine gebouwtje op het Kleine Gartmanplantsoen en opende een passagebureau en vrachtkantoor in het pand. In die hoedanigheid kennen de meeste Amsterdammers het pand: het KLM-gebouw.
Vandaag is het pand een verzamelgebouw voor ontelbare kleinere bedrijven geworden. Om die te beschrijven heeft geen zin; voor de ‘inkt’ opgedroogd is zijn ze weer failliet. Het grootste deel van de benedenverdieping wordt ingenomen door H&M.

Starbucks
In de Leidsestraat bleven op 99-101 nog tijdenlang de oude pandjes uit 1863-’64 staan. In 1973 werden ze afgebroken en in 1974 verrees een nieuw gebouw met winkels op de begane grond. In 2011 opende Starbucks daarin een der eerste Amsterdamse vestigingen. Op de verdieping vinden we – godbetert – een wedkantoor, symbool voor de verloedering van de Leidsestraat.

foto: Google Street View

Deze week honderd jaar geleden

Vrijdag 7 maart 1919 - Kleene's (toen nog met dubbel-e) drop- en suikerwerkfabriek aan de Looiersgracht 47 brand volledig uit. Dit stuk Looiersgracht is ná het Prinseneiland het brandgevaarlijkste plekje in Amsterdam. Om de omliggende bedrijven te beschermen tegen het vuur wordt groot materieel ingezet. Ook de blusboot Jan van der Heijde is van de partij. De voorgevel geeft niet de indruk dat er zulke grote schade is maar de achtergevel is totaal verwoest.

Op de foto Klene's fabriek in een latere situatie, waarbij ook gebouw Hercules al in gebruik is.
Bron: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave