weekblad-logo

week 06-2019

Fotoquiz snelste

De eerste met het goede antwoord op de vraag van vorige week was Aschwin Merks. De nieuwe opgave komt dan ook van hem.
Het is een foto van een verdwenen pand, net buiten de Singelgracht. Een paar hints zitten in de foto verborgen. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Je hoeft maar de stalen ophaalbrug over de Scharrebiersluis er af te knippen om een flink aantal deelnemers op het verkeerde been te laten belanden. Dit is niet het Damrak of het Rokin maar de Schippersgracht met op de achtergrond het Rapenburgerplein. Links boven de dekschuit nog net café De Druif.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Aschwin Merks, Wim Huissen, Otto Meyer, Cor van Duinen, Gerard Koppers, Arjen Lobach, Robert Raat, Adrie de Koning, Patrick Nieuwenhuis, Peter Pijst, Ria Scharn, Willem van der Waart, Han Mannaert, Jan Burgers, Harry Snijder, Kees Huyser, Anje Belmon, Mike Man, Ron Huissen, Onno Boers, Ruud Fontijn, Dick van der Kroon, Jos Mol, Katja Kronenberg, Jan Six van Hillegom, Helen van Akkeren, Anna Denekamp, Jan Snijders, Niek de Kroon, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Fotoquiz: Adrie's keuze

Een staaltje Amsterdamse School op een aparte plek. Niet bepaald een buurt die "vol staat" met architectonische juweeltjes. Het was een tijdelijk gebouw in afwachting van nieuwbouw en voor een tijdelijk onderkomen zeker een juweeltje. Kom daar vandaag nog eens om!

Waar was dit?
Wat was dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Anje's keuze

Nog een tijdelijk gebouw dat er wezen mocht. In 1909 werd er een begin gemaakt met het dempen van de Lijnbaansgracht tussen Leidseplein en Leidsekruisstraat. Die demping werd voor een groot deel betaald door modemagazijn Hirsch&Cie die ruimte zocht voor een noodwinkel tijdens de bouw van een nieuw modemagazijn op de hoek van Weteringschans en Leidseplein. Op de gedempte Lijnbaansgracht kwam deze noodwinkel die daar tot 1912 stond, tot de opening van de nieuwe winkel. In 1915 kreeg deze plek de naam Kleine-Gartmanplantsoen.

Veel meer over Hirsch&Cie in de PDF op deze site.

Goede oplossingen kwamen van Otto Meyer, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Harry Snijder, Robert Raat, Katja Kronenberg, Mike Man, Jos Mol, Erwin Meijers, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

Een moeilijke, denken wij, en daarom wat hints. Dit is een situatie die vandaag niet meer bestaat, alleen het lage gebouwtje staat er nog. De leuning op de voorgrond hoort bij een brug die verdwenen is. De fotograaf of een collega van hem maakte van de andere kant een foto die bekend geworden is als prentbriefkaart of kabinetfoto.

Waar is dit?
Hoe werd deze plek met brug genoemd?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

In de Barndesteeg stond ooit het Bethaniënklooster. Na de Alteratie bleef er niet veel van over. Wij kennen allemaal de concertzaal in de oude refter en vooral de middeleeuwse gewelven daaronder. Maar het klooster was natuurlijk veel groter en een ander deel van de ruimte werd begin 18de eeuw gevuld door de (schuil-)kerk van de Oud-Katholieken, de Jansenisten. Tijdenlang was deze kerk in de Barndesteeg 4 de bisschopszetel (cleresie) van de Oud-Katholieken. De kerk heette de Oyevaer en was gewijd aan HH. Petrus en Paulus. De diensten werden in 1914 gestaakt en verplaatst naar een nieuwe kerk in de Ruysdaelstraat, inclusief de preekstoel.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

In de 50-er jaren van de vorige eeuw ontdekte men, na afbraak van een muurtje, een gevelsteen met een ooievaar. Bureau Monumentenzorg ging er mee akkoord dat de steen aan de Oud-Kathoilieke kerk in de Ruysdaelstraat werd afgestaan.

 

Hierboven het interieur van De Oyevaer in 1844; bron: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Jos Mol, Robert Raat, Ria Scharn, Kees Huyser, Jan Burgers, Anje Belmon, Mike Man, Onno Boers, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Wat een wazige foto. Dat krijg je met de vroegste foto's volgens het zilverbromide-procedé. Die verbleken in de loop der tijd. Maar voor u is dat nu een leuke puzzel. Vergeleken met het origineel in de Beeldbank is hier tien keer zoveel te zien. Wij hebben wat gepimpt, de rest moet u brengen. De omschrijving bij deze foto moet u vergeten. Even verderop in de Beeldbank komt deze foto nog als prentbriefkaart voor en daarbij staat de juiste omschrijving. De vraag is:

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Massaal werd er op deze foto gereageerd. Het was duidelijk dat deze foto vanaf het Rijksmuseum genomen werd. Sommigen wisten precies te vertellen waar de fotograaf stond: in de westelijke toren. Men zag Paradiso en de bajes, het Leidsebosje, P.C.Hooftstraat en de villa's aan de Weteringschans.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Cor van Duinen, Anneke Huijser, Jan Burgers, Arjen Lobach, Gerard Koppers, Adrie de Koning, Han Mannaert, Kees Rijpkema, Ruud Fontijn, Peter Pijst, Otto Meyer, Hans Olthof, Fred van Kooij, Ria Scharn, Robert Raat, Harry Snijder, Kees Huyser, Rob Philip, Kees Boas, Jos Mol, Fanta Voogd, Mike Man, Anje Belmon, Onno Boers, Maarten Helle, Fred Dubiez, Dirk Ruijer, Hans van Noort, Mieke Hebink, Dick van der Kroon, Hans Goedhart, Anna Denekamp, Katje Kronenberg, Jan Six van Hillegom, Jan Snijders, Aschwin Merks, Ton Brosse, Erwin Meijers, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Hulp gevraagd... en gekregen

Jos Pronk verzamelt schaatsfoto's en daar zijn er natuurlijk ook onder die in Amsterdam zijn genomen. Wij hebben eerder een van zijn foto's weten te plaatsen en dat gaf hem hoop dat wij ook deze zouden kunnen thuisbrengen, maar hij geeft toe dat er wel erg weinig aanknopingspunten zijn. Zelf vermoedt hij dat deze foto in het Vondelpark is genomen, maar waar?

Als u het weet, laat het ons ook weten via deze link

Wij kregen hierop een reactie van Ria Scharn:

Het is een grote vijver die we hier zien en het meest aannemelijk is dan dat we kijken naar de vijver bij het Openluchttheater. De fotograaf staat hoger dan de schaatsers en dus vermoedelijk op de kant bij dat theater. Links achter de bomen zien we wel wat vage vormen van bebouwing en dat zouden dan de villa's aan de Van Eeghenstraat kunnen zijn.

Een tweede suggestie kwam van Mike Man, die een ander park op 't oog heeft, namelijk het Oosterpark. Dat heeft een grote niervormige vijver die hetzelfde fotobeeld zou kunnen opleveren. De foto zou dan bijvoorbeeld vanaf de oever bij de muziektent genomen zijn.

Weet u nog een andere mogelijkheid of welke van de twee hierboven het is, meld het ons dan via de link hierboven.

Utopie? Of toch mogelijk?

Rogier Noyon, voorzitter VVAB, in Het Parool: Op 6 februari start de gemeente een serie gesprekken met ons, Amsterdammers, over de invulling van een belangrijke doelstelling van dit college: de autoluwe stad. Men wil 7000 tot 10.000 parkeerplaatsen opheffen. Het ligt voor de hand dat dat vooral gebeurt waar veel verschillende verkeersdeelnemers elkaar in de weg zitten. Waar in smalle straten rijdende auto's, geparkeerde auto's, voetgangers, scooters en fietsers gebruik maken van de schaarse openbare ruimte, moeten keuzes worden gemaakt. 
En die keuzes vallen dan vooral uit ten nadele van geparkeerde auto's. Zoals onlangs in West, waar besloten is om zestig parkeerplaatsen voor auto's om te zetten in fietsparkeerplaatsen. Een goed streven, lijkt me.
[...] Maar het zou mooi zijn als we er ook echt iets bijzonders aan zouden overhouden, iets wat Amsterdam nog niet heeft. Mijn idee is om de Keizersgracht om te toveren tot een wandelboulevard.  Stel je voor: overal waar nu geparkeerde auto's schuin langs de walkant staan, wordt ruimte gemaakt voor een comfortabel voetpad, langs de volle lengte van de gracht, van Brouwersgracht tot Amstel. Lees meer...

artist impression: © Andrej Badin

Lichtgas in Amsterdam

Op 25 mei 1816 verzorgde Bernard Koning, predikant en uitvinder, in het Oude Mannen- en Vrouwenhuis aan de Amstel een proef met gasverlichting. Drie kronen met elk een dozijn gaslampen in de grote zaal vulden de ruimte met een ongekende hoeveelheid helder licht. Een keur aan stedelijke en landelijke kopstukken - inclusief enkele uit de Zuidelijke Nederlanden - was getuige van het spektakel.

Op de tekening een schematische voorstelling van de productie van lichtgas

De toeschouwers waren daar omdat koning Willem I zich vastklampte aan elke technische ontwikkeling die hij in Engeland allang had zien functioneren maar hier te lande door de Franse bezetting was tegengehouden. Na deze geslaagde proef zette Willem I alles op alles om de vinding over alle steden van zijn kersverse koninkrijk uit te rollen. Daar waren in eerste instantie gasfabrieken voor nodig.  Van die fabrieken werd het gas via een buizennetwerk over de stad verdeeld en in steeds fijnmaziger netwerk naar de klanten gebracht. Bernard Koning had sinds 1809 geëxperimenteerd met het vervaardigen van lichtgas uit steenkool. De koning voerde zelf een delegatie aan en bracht een bezoek aan diverse Engelse gasfabrieken en liet inkopen doen om in de Nederlanden uitgebreidere proeven te doen. Er volgde een jarenlange reeks van probeersels, testen en kleinschalige gasproductie en gaslevering aan ziekenhuizen en andere instellingen. Ook straatverlichting werd meegenomen. Het verarmde land zag echter geen kans om het hele traject van gaswinning tot levering aan bedrijven en particulieren zelf te bekostigen, ondanks dat de know-how inmiddels aanwezig was. Als vanzelf kwamen met de Engelse techniek ook de Engelse ondernemers met hun kapitaal binnen. Er waren vele miljoenen nodig!

Op de foto het vullen van retorten met steenkool

Heel slim had de Engelse Imperial Continental Gas Association (ICGA)in Nederland patent aangevraagd op een verbeterd systeem van gaswinning uit steenkool en hars in plaats van uit raapolie. Het voordeel van gas uit olie was de veel hogere lichtopbrengst, het nadeel was de onberekenbare prijs van die olie. De ICGA gaf de Amsterdamsche Pijp-Gaz Compagnie (APGC) een licentie om gas te fabriceren met een licentie van de ICGA.  In 1824 werd een experimeteel fabriekje achter de Hoog-Duitse schouwburg (Amstelstraat) overgenomen door een consortium, met instemming van de koning. In 1826 werd een tweede gazometer (gashouder) gebouwd. De klanten waren hoofdzakelijk instellingen, horeca-etablissementen en de naastgelegen schouwburg. Het aantal particuliere aansluiting steeg maar heel langzaam. Het gas dat geleverd werd pakte tamelijk duur uit, door alle voorwaarden van de ICGA en de kosten van de licentie. De APGC zou in 1829 de productie overhevelen naar een nieuwe gasfabriek op de Schans, daar waar vandaag het Hoofdbureau van Politie staat (tekening). De kleine gasfabriek achter de Amstelstraat bleef tot 1830 in bedrijf en sloot toen. Ook aan de Schans werd nog steeds gas geproduceerd volgens de harsmethode en daardoor was de APGC geheel afhankelijk van de ICGA en dat terwijl er een verbeterd procedé op de markt was gekomen waarbij het hars geheel achterwege bleef. De winning van dat pure kolengas was in de praktijk gebracht door L. Roelandt & Co die in Gent een gasfabriek runde. Hij had een octrooi voor de Nederlanden verkregen en wilde dat ook in noordelijke steden aan de man brengen. Het monopoly van de ICGA werd dusdanig uitgebuit dat de gasprijs werd opgedreven tot 35 cent/m3. Het Amsterdamse bedrijf weerde zich uit alle macht tegen de knellende voorwaarden van de ICGA. In 1833 vond die het welletjes met het gezeur van de APGC en liet het bedrijf in het Engelse moederbedrijf opgaan.

Op de tekening van J.M.A.Rieke (1886) de gasfabriek van de ICGA, bron: Stadsarchief Amsterdam

De Amsterdamse suikerraffinaderij C .de Bruyn & Zonen zag wel brood in wat concurrentie en vroeg in 1846 een concessie aan voor een gasfabriek volgens het procedé van Roelandt. De gemeente Amsterdam nam sinds 1840 proeven met straatverlichting met gaslampen en voor de levering van gas hadden zij een leverancier nodig, dus het initiatief van De Bruyn was hen welkom. De Bruyn kocht een leegstaande tulefabriek aan de Schans ter hoogte van de Reguliersgracht, tussen de bolwerken Reguliers en Oudenkerk. Zij kregen de concessie, oindanks hevige weerstand van de ICGA, die het alleenrecht wenste. De gemeente gaf geen krimp en De Bruyn ging van start als Hollandsche Gasfabriek. De ICGA nam drastische maatregelen om het de nieuwe concurrent zo moeilijk mogelijk te maken en liet de gasprijs dalen tot 15 cent/m3. Ook deed ze een offerte voor de levering voor de straatverlichting waar waarschijnlijk geld bij moest en De Bruyn niet aan kon tippen. Dat deden ze door extra lucratieve infrastructurele aanbiedingen die de stad een hoop geld zouden uitsparen. Dat de consument daarvoor de rekening moest betalen door weer stijgende prijzen te berekenen, spreekt vanzelf.

Op het schilderij van C. Springer de aanleg van nieuwe gashouders van de Hollandsche Gasfabriek

De Hollandsche Gasfabriek C. de Bruyn & Zonen  was een eigenzinnig bedrijf. Als er uitgebreid moest worden en de grond ontbrak, werd er een stukje Singelgracht gedempt. Dat was natuurlijk niet naar de zin van B&W maar dat liberale college wilde ondernemers ook niet te veel in de weg te leggen. De gewonnen meters werden verpacht en verder kraaide er geen haan naar. Dat liep volledig uit de hand en er werden steeds grotere stukken gedempt. Toen tussen beide bolwerken de Singelgracht voor een flink deel  verdwenen was, maakte de Gemeente een plan voor de normalisatie van de gracht met de verplichting voor de aangeërfden, alleen De Bruyn, om het normaliseren mede te bekostigen en de nieuwe Stadhouderskade mee aan te leggen. Ook het nieuwe Paleis voor Volksvlijt was in die normalisatie opgenomen. Ook aan de kant van de Weteringschans werden eisen aan de fabriek gesteld en een strook die ze eerst hadden mogen pachten, moest nu weer ingeleverd worden teneinde de straat op 20 meter breedte te kunnen brengen zodat de AOM er tramrails kon aanleggen.

Op de tekening van J.M.A.Rieke de Hollandsche Gasfabriek van De Bruyn, bron: Stadsarchief Amsterdam

De ICGA bleef zich roeren teneinde De Bruyn de nek om te draaien. Zij kregen het met veel beloften voor elkaar het alleenrecht terug te krijgen op het moment dat het pachtcontract met De Bruyn verlengd moest worden. In 1883 zegde de Gemeente De Bruyn inderdaad aan dat per 1 november 1885 de concessie beëindigd werd.  De Bruyn spartelde geweldig tegen, bedreigde zijn afnemers met gerechtelijke stappen als ze van gasleverancier zouden wisselen – ze hadden immers een contract afgesloten - en dat ze alsnog een rekening voor de gratis aangelegde leidingen binnenshuis konden verwachten. De soep werd ook toen niet zo heet gegeten als opgediend en alle dreigementen werden weer ingetrokken. Het enorme grondstuk dat eerst door de gasfabriek gepacht werd en op een gegeven moment door een kortzichtig stadsbestuur aan hen verkocht was, werd door De Bruyn in 1889 voor ƒ1,1 miljoen verkocht. Op dat grondstuk zijn de Nicolaas Witsenkade en -straat, de Den Texstraat en de straat Tweede Weteringplantsoen aangelegd.

Op de kaart ingetekend het gasleidingnet in 1872, met daarop beide gasfabrieken. Klik de kaart om in de Beeldbank er op in te kunnen zoomen.

In 1883 begon de bouw van een nieuwe gasfabriek van de ICGA aan de Haarlemmertrekvaart, de Westergasfabriek (foto boven), die in 1885 operationeel werd. Bijna tegelijkertijd opende in Oost de Oostergasfabriek. De ICGA was er klaar voor om alle huizen op het gasnet aan te sluiten. De aanleg zelf nam de nodige tijd in beslag (zie foto links). In 1890 moest echter ook de IGCA in het stof bijten. Onder invloed van een steeds sterkere SDAP werd het ene na het andere particuliere bedrijf dat voor de gemeente leveringen aan of diensten voor bewoners en bedrijven verrichtte uitgerangeerd en door gemeentelijke diensten overgenomen. De Gemeente nam het hele productiebedrijf van de ICGA over.

Op de foto het leggen van een gaszinker over de Nieuwe Herengracht in 1884; bron: Stadsarchief A'dam
Hieronder de Westergasfabriek aan de Haarlemmer Trekvaart; bron: SAA

Column: Meester Gijsbreght -1

k had gefaald! Het HBS-b-diploma  (tegenwoordig Atheneumdiploma) had ik weliswaar - ondanks mijn vele geestelijke en fysieke absenties - nipt gehaald maar mijn vervolgstudie Bewegingsleer aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in de Nicolaas Maesstraat die enthousiast startte, had veel hinder van het plots opkomende ‘Wein-Weiber-und-Gesangh-fenomeen’ en vertoonde dienaangaande na enige tijd een overduidelijke en onstuitbare sleetsheid waardoor na een viertal jaren rondhangen in het Academiegebouw de boodschap luidde: opnieuw rondkijken maar weer maar innovatieve horizonten. Een frisse start! Dat werd: óp naar de R.K. Onderwijzerskweekschool ‘Magister Vocat’ ten einde in de voetsporen van ons aller Theo Thijsse te treden. Hoe ging een en ander? De R.K. Onderwijzerskweekschool ‘Magister Vocat’ startte in de jaren vijftig in het gebouw van de reeds bestaande R.K. Kweekschool voor meisjes ‘De Voorzienigheid’ aan de Lauriergracht 37 – 49, later residentie houdend  in een eigen gebouw aan de Kerkstraat 136. Mijn oudste broer Aalbreght studeerde daar na zijn vooropleiding op de ULO voor schoolmeester en wist mij te vertellen dat dat vijf jaar hard zwoegen was, veel boeken lezen en veel stage-opdrachten doen - lees: een aantal jaren hele klassen van gemiddeld veertig kinderen draaien -  onder het toeziend oog van de pater-schoolmeester  of non-juf die voor de klas stonden. Na mijn falen wilde ik geen gymnastiekleraar worden en leek het me beter me aan te melden als kadewerker in de Amsterdamse haven of als rondtrekkende poppenspeler met een hond en een bakfiets.

De jongedame die mij in die tijd geestelijk en romantisch bijstond, opperde dat ik typisch een gevalletje leuk-met-kinderen-werken was en dat ik wellicht beter eens kon kijken of het niet beter was dat ik in de voetsporen van mijn oudste broer de schoolmeester zou treden. Dat deed ik. Ik kwam op de laatste dag voor de grote vakantie binnen in de inmiddels nieuwbouw van de R.K. Onderwijzerskweekschool ‘Magister Vocat’ aan de Jan Tooropstraat 136 en na een gesprekje tijdens de receptie van de toevallig net met pensioengaande hoofdbroeder - die tijd nám hij voor me! wát een geweldenaar! - die zei dat HBS-b en een paar jaartjes Sportacademie best een stevig basis vormden, zette hij zijn handtekening onder de afspraak dat ik een verkort traject mocht volgen en dat hij zeker wist dat ik net als Aalbreght een perfecte onderwijskracht zou worden. God wat was ik blij. Na de vakantie startte ik als student aan de P.A. zoals het toen plotsklaps heette. De Pedagogische Academie. De Kweekschool heette nu anders, allemaal in het kader van de onstuitbare drang tot vernieuwing en eufemisme, waardoor BLO-tjes ineens Speciaal Scholen heetten en de opleiding tot nagelvijlster Academie voor Handstyling.
De lessen waren om te huilen. Alle pedagogieklessen, psychologielessen, gymnastieklessen, etc. etc. bleek ik al 1000 keer, en op een wat hoger niveau gehad te hebben! Hmm,…als dat maar goed afloopt, Gijsbreght! 

Wordt vervolgd.


Bij de foto's:

boven:

Magister Vocat in de Kerkstraat 136 (1955-1963)

Magister Vocat in de Jan Tooropstraat 136 (1963-1987)

links:

RK Kweekschool voor meisjes ‘De Voorzienigheid’ Lauriergracht 37 – 49

onder:

Natuurkundelokaal

Kapel

 

YouTube

Ter afwisseling een YouTube-filmpje dat schipperpaul instuurde. Het gaat om het Rambrandtplein met het Rembrandttheater op de achtergrond.

Klik het titelscherm om te starten

In de herhaling: het Marinepaleis

Al in de 17de eeuw beschikte de Admiraliteit over een afgepaalde eigen waal ('s-Lands Dok) voor Kattenburg. Vooruitlopend op de aanleg van het Oosterdok kreeg de Marine een eigen Marinedok. De dijk daarvoor werd tussen 1789-'94 aangelegd door modderstort uit de Amsterdamse haven en grachten. De Marinewerfkade was één deel van die dijk. In die dijk was oorspronkelijk een sluis maar na aanleg van het Oosterdok werd dat een doorvaart met brug.
De quizfoto is genomen vanaf een loods aan (of een schip in) de Nieuwe Vaart. Zie ook de foto bij het kopje Spoorwegemplacement hieronder. We kijken in westelijke richting en als u goed gekeken had was tussen de masten helemaal links de Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade te ontdekken.

De Marinewerfkade lag in het verlengde van de Kattenburgergracht en liet zo de toegang tot de Nieuwe Vaart en de Kattenburgerbrug vrij (op de foto links staat die draaibrug net open). De Marinewerfkade lag tegenover de IJgracht.
Ook aan de noordkant van het Marinedok was een kade, die op enige afstand van de Oosterdoksdijk bleef en zo de Dijksgracht vrijliet. Daar was een drijvend zwembad voor de marine en jarenlang lag daar een woonschip voor marinepersoneel.
Het grote gebouw van de quizfoto en van de foto links was het woongebouw voor marine-officieren, ook wel het Marinepaleis genaamd.

Nog een foto van de andere zijde van het Marinepaleis, nu genomen vanaf 's-Lands Zeemagazijn. In het gebouw op de voorgrond waren, behalve marineofficieren, ook ondergebracht: woning Commandant Maritieme Middelen, het commandement en diverse kantoren. In het stenen gebouw achteraan de Verbindingsschool met leslokalen en verblijven voor instructeurs. Er tussenin een houten barak met een grote kantine en op de verdieping slaapverblijven van manschappen, die les kregen op de Verbindingsschool. Rechts op de foto nog net de sloepenhelling, die bij het theoriegebouw voor electromonteurs hoorde.

Het Marinepaleis en het grootste deel van het Marinedok moesten in 1967 wijken voor de aanleg van de IJ-tunnel. Op de foto links van februari 1967 ligt het zandlichaam al over de kade heen en worden voorbereidingen getroffen het gebouw af te breken en de rest van de kade af te graven.

 

 

 

 

Onderstaande plattegrond met dank aan PW

In deze overzichtsfoto van juli 1967 is het zandlichaam op het tunneldak goed te herkennen. Hier staat nu het NEMO.
De afbraak van het Marinepaleis vordert; alleen de vier torens staan nog overeind.
Na het weggraven van de kade nam het water van het Oosterdok weer bezit van de ruimte. Hier zouden later de aanlegplaatsen komen voor de historische bedrijfsvaartuigen. Liggen ze er nog?

Alle foto's bij dit item: Stadsarchief Amsterdam

Spoorwegemplacement langs Nieuwe Vaart
In 1870 kreeg de HIJSM een concessie voor de Oosterspoorweg, die de Amsterdamse haven uiteindelijk een railverbinding met het Ruhr-gebied zou opleveren waarover massa's kolen getransporteerd zouden worden. Van die lijn werd in 1874 een aftakking gemaakt naar de noordelijke oever van de Nieuwe Vaart die als los- en laadplaats voor zeeschepen diende. De HIJSM mocht langs de hele oever van de vaart (tot de Kattenburgerbrug) een spoorwegemplacement aanleggen; de loods op de foto links was een der eerste gebouwen, samen met dat op de foto beneden, in de voorgrond. Vanaf 1877 werd die oever volgebouwd met een groot aantal houten en ijzeren opslag- en overslagloodsen. Een van de gebruikers van deze havenfaciliteiten was de KNSM die volgens hun eigen historie opslagloodsen aan de Nieuwe Vaart zou hebben gehad. Kantoor hielden zij aan de Prins Hendrikkade, tot 1916 op nr. 161 en daarna in het Scheepvaarthuis. Waar zich die loodsen bevonden vertelt de historie niet. In 1903 verruilde de KNSM de Nieuwe Vaart voor de Levantkade op wat later het KNSM-eiland zou gaan heten. Daarbij sloeg de maatschappij de in 1875-'83 aangelegde Oostelijke Handelskade over.

Deze spoorlijn van de HIJSM had niets te maken met de Doklijn naar de zuidelijke oever van de Nieuwe Vaart. Die was aangelegd door de Ned. Rhijn Spoorwegmij (NRS). De Doklijn takte even voor het kopstation (Rhijnspoorplein) van het Rhijnspoor af door de stad, ging over de Spinozabrug en over de Sarphatistraat. Direct voorbij het Entrepotdok (waar de spoorlijn zijn naam aan dankte) maakte het spoor de bocht naar de Nieuwe Vaart.

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 12 februari 1919 - De gemeente Amsterdam koopt de hofstede Klein Dantzig in de Watergraafsmeer voor ƒ120.000. Dat vraagt om uitleg! Om te beginnen was Klein Dantzig altijd een warmoesierderij geweest en droeg de betiteling hofstede Klein Dantzig pas sinds begin 19de eeuw. Het was nog steeds een tuinderij met een bescheiden woonhuis erop (foto). Minstens zo vreemd is het dat de Watergraafsmeer geen Amsterdams grondgebied is. Amsterdam had echter ver gevorderde plannen de Meer te annexeren, wat in 1921 ook beklonken wordt.
De oplossing van het raadseltje is dat Artis sinds 1892 de hofstede gebruikt voor de aanplant van haar dierenvoer. Dit vergt nogal wat van het kapitaal van de dierentuin en daarom wordt het de Gemeente te koop aangeboden. Artis mag de grond voorlopig blijven gebruiken en zelfs na 1921 blijft Artis de grond bewerken en het huisje blijft de woning voor de beheerder. In 1922 stelt de stad de 7ha grote tuinderij ter beschikking van de Bond van Volkstuinders. Een klein stukje van 80a bleef in gebruik bij Artis omdat er in de Meer zulk geweldig gras groeit. Pas in 1958 moet een deel van Klein Dantzig wijken voor woningbouw. Het huisje werd in 1925 gesloopt.

Klein Dantzig bestaat nog steeds als volkstuincomplex. Het ligt vanaf de Middenweg gezien achter Frankendael en loopt haaks op de Ringdijk de Meer in. Een flink deel wordt ingenomen door schooltuintjes.

Woensdag 12 februari 1919 - De Gemeenteraad bespreekt de uitbreiding van het brandweercorps met 23 extra mensen. Volgens het voorstel van B&W kan dan de 'koortsdag' afgeschaft worden. Zelfs in de Raad moet nog uitgelegd worden wat een koortsdag is. Het is bij wijze van spreken en gaat over werken op de vrije zondagen. Door deze extra 23 mensen kan de zondagse dienst tot één keer per drie weken beperkt worden. Dat functioneert niet als vandaag, met 24-uurdienst op de kazerne. Op een koortsdag verblijft de diensthebbende in zijn eigen omgeving maar kan elk moment opgeroepen worden.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave