weekblad-logo

week 48-2017

Fotoquiz snelste


De snelste met het goede antwoord op de vraag van vorige week was Ria Scharn. De nieuwe opgave komt dan ook van haar.
De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Oplossing vorige week

Dit is de Egelantiersgracht en het huisnummer is 17.
U kijkt naar een jeugdwerkje van architect Hein Berlage. Die had zich in 1889 als zelfstandig architect gevestigd. Dit is zijn tweede project en dat beperkte zich tot de voorgevel van een huis dat constructief door collega Y. Bijvoet was neergezet. De stijl is neo-renaissance, gedwee de smaak van die tijd volgend.
Berlage was sinds 1884 bij zijn oudere collega Th. Sanders actief in dezelfde neo-stijl, maar overvleugelde deze al snel. Aan hun gezamenlijke ontwerp voor een nieuw beursgebouw aan het Damrak hing al meer het naamkaartje van Berlage dan van Sanders. Het ontwerp voor Focke & Meltzer in de Kalverstraat (1886) staat al helemaal op naam van Berlage.
Pas met het kolossale gebouw voor 'de Algemeene' (Damrak 70; C&A) zette Berlage in 1893 voor het eerst een stevig persoonlijk stempel. Hierin zijn invloeden van de Jugendstil merkbaar, een stijl (rationalisme) die hij ongeveer een decennium volgt met als uitschieter de nieuwbouw voor De Nederlanden van 1845 aan het Muntplein. Dan gaat hij steeds strakker te werk, van zijn beursgebouw aan het Damrak (1903) tot het Haags Gemeentemuseum (1935).
Berlage was een voorganger in het verlaten van de 19de-eeuwse neostijlen en de introductie van een aantal oorspronkelijke stijlen in de 20ste eeuw.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Arjen Lobach, en Aschwin Merks.

Fotoquiz: Otto's keuze

Hier is er weer een. Een detail uit een grotere, bekende foto. Aan u uit te dokteren waar dit is en/of de hele foto als antwoord te retourneren.

Welke straat kijken we in?

Laat het ons weten via deze link

Oplossing: Bob's keuze

De vader van Bob loopt hier aan de hand van zijn vader aan de Amstel ter hoogte van het Israëlitisch jongensweeshuis Megadlé Jethomim. Wat we daarvan zien is het gymnastieklokaal (laagbouw) dat rechts van het hoofdgebouw stond. De straat langs de Amstel is pas in een campagne in 1880-1883 aangelegd. Voor die tijd was hier water tot aan de achterkant van de percelen aan de Zwanenburgerstraat. Gelijktijdig werd de Leprozengracht gedempt en de Blauwbrug vernieuwd tot vaste brug. Ook Megadlé Jethomim kreeg wat meer ruimte achter en in 1889 werd een begin gemaakt met een uitbreiding met o.a. dit gymnastieklokaal. Lees meer bij JoodsAmsterdam.
Het huis op de achtergrond is Amstel 31 op de hoek met de Nieuwe Amstelstraat en bestaat nog steeds.

Op de prentbriefkaart links (1890) is de uitbreiding van het weeshuis gereed maar staat het buurhuis nog in de steigers

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Hans van Efferen en Ria Scharn.

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Wij hebben het tot een gewoonte gemaakt wazige details in foto's wat herkenbaarder te maken door wat verbetertechnieken in Photoshop. Digitale restauratie,. om een mooie term te gebruiken. Deze week hebben we geen vinger uitgestoken omdat het wazige deel deze week de 'wat'-vraag is.

Waar is dit?
Wat hoort er in de wazige achtergrond herkenbaar te zijn?

Maakt u het zich niet al te moeilijk. We zijn tevreden met een aanwijzing dat u een idee hebt wat er zich op die hoogte bevindt.

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Dit is Herengracht 183-189, een gebouw van de hand van Philips Vingboons of een volger. Het bestond uit twee woonhuizen, de Noordpool en de Zuidpool onder één dak met in het midden een doorgang naar een inpandig huis met huisnummer 187. Ten tijde dat deze foto gemaakt werd, was het inpandige huis in gebruik als kantoor voor de Associatie Cassa. Dat complex hield ook een aantal panden aan het Singel in. In 1900 liet dit bedrijf de panden 179-189 afbreken en vervangen door een nieuw kantoorgebouw 'De Grooten Heeren'. In 1916 volgden nog Herengracht 191-197 en een aanbouw die tot de Driekoningenstraat reikte.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Lees ook wat we eerder schreven over de nieuwbouw bij de oplossing van "Met de camera op pad" van week 7 in 2016. Ook toen ging het over De Grooten Heeren.

Goede oplossingen kwamen van Erwin Meijers, Anneke Huijser, Kees Huyser, Arjen Lobach, Otto Meyer, Robert Raat, Jos Mol, Ria Scharn en Anthony Kolder.

Met de camera op pad...

Het ziet er misschien niet zo uit, maar dit was een tijdelijk gebouw. Het is uit de tijd dat het maken van een foto kon bewerkstelligen dat zelfs bij heren met een 'hoge zije' nog stilhielden en poseerden. We hebben wel de naam geblurrd van de ondernemer die het etablssement uitbaatte. De ijzersterke hint is het gebouw rechts achter dat al eerder figureerde in deze quiz.

Waar stond dit tijdelijke gebouwtje?

Uw oplossing graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

"Bossage" was de hint. Deze kiosk stond op - of liever in - het Leidsebosje. Op de achtergrond zien we de huizen aan de Leidsekade.

Er is druk gespeculeerd over het jaargetijde, dat naar aanleiding van de veronderstelling dat het wel eens een stapel kerstbomen kon zijn, daar achter de kiosk. De een zei dat de bloemenverkoper al voorjaarsbloemen in de aanbieding heeft, de ander dat hij wel een dikke winterjas draagt en ook dat de bossage een rodhodendron is die zijn bladen nog in de winterstand laat hangen. Heel vroeg vooorjaar dus!

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Kees Huyser, Jos Mol, Arjen Lobach, Maaike de Graaf, Ria Scharn, Otto Meyer, Adrie de Koning, Aschwin Merks, Robert Raat en Anthony Kolder.

Destructie van zwerfdieren

Tegenwoordig kennen gemeenten een bewaarplicht waar het om levende zwerfdieren gaat. Dan hebben we het over 'gezelschapsdieren', huisdieren dus. Na een bepaalde tijd geprobeerd te hebben een nieuwe baas voor zulke dieren te vinden, gaat men alsnog over tot destructie van zulke dieren: opruimen..., dood maken. Dat hebben steden al eeuwenlang tot hun taak gemaakt. Het doden van zwerfdieren is zo oud als de mensheid. Hoe ging dat in Amsterdam?

Wij vonden dit toestel, in gebruik bij de Stadsreiniging vanaf 1908. Het is een asphyxiatietoestel, een fraai woord (uit het Engels) voor verstikken door gebrek aan zuurstof. Geen mens dat zich bekommerde om de grenzenloze paniek van een stikkend dier. Dat zette ons met de nodige schrik aan het zoeken welke methode men vóór 1908 gebruikte. Die vonden we!
In 1906 kreeg Herman Misset toestemming een nacht 'mee te lopen' met de hondenmeppers van de politie. Het werden twee nachten en we danken er een hele serie tekeningen aan die hij daarover maakte. Men ging bij het begin van de nacht met een gesloten kar door de stad en ving alle loslopende honden die men te pakken kreeg. Dat waren er altijd maar enkele. Op de tekening hieronder de kar in zijn stalling aan de Lauriergracht 116.

Voor het krieken van de dag reed de kar naar de Beltweg aan de Kostverlorenvaart, het terrein van de Stadsreiniging. Daar stond de schuur van de tekening links en daar werden de honden drie dagen opgeborgen. Als er dan nog geen eigenaar was gekomen om zijn hond weer op te eisen - of een nieuw baasje gevonden was - werden de honden opnieuw in de kar geladen en via de helling die op de tekening links te zien is, in de Kostverlorenvaart gereden..., tot de honden verdronken waren.

Het laatste station was de verbrandingsoven, die ook op het terrein aanwezig was. U ziet de schoorstenen rechts op de tekening hierboven.

Het zou best eens kunnen zijn dat de reportage van Herman Misset de aanleiding is geweest tot het vinden van een "humanere" manier van verdelging. Met als resultaat het verstikkingsapparaat van de eerste foto. Een "sprong" vooruit.

 

Foto en tekeningen: Stadsarchief Amsterdam

Herinnert u zich deze nog?

De parlevinker - door Jos Mol

Parlevinkers waren ondernemers die met een bootje langs de binnenvaartschepen voeren en levensmiddelen verkochten. De naam parlevinker of zoetelaar werd vooral op de rivieren gebruikt. Ze waren echter ook te vinden op de Friese meren en de Nederlands havens (zie YouTube-filmpje).

Waar komt de naam parlevinker vandaan?
Waar het woord parlevinker vandaan komt is niet met zekerheid vast te stellen. Wel lijkt het erop dat parlevink(er) een vogel is die zich ophield bij een vinkenbaan. Dit was een terrein bespannen met netten waarin vinken werden gevangen, eerst voor zangwedstrijden later voor wetenschappelijke doeleinden. ''Op het vinkentouw zitten'' is een uitdrukking die daar nog aan terug doet denken. Waar komt het woord 'parle' vandaan? In de etymologische Van Dale wordt gewezen op de uitdrukking par l'occasion (bij toeval), gebruikt voor vinken die nauwelijks in de baan vliegen en die je dan bij toeval te pakken krijgt. Vroeger kon een parlevinker ook een 'kromprater' zijn. Hier zou wellicht het woord 'venter' uit ontstaan kunnen zijn. Dus de afkomst van het woord parlevinker is nog steeds onzeker!

Een parlevinker woonde bij ons in de straat!                                       
Ik heb voor mijn trouwen in de Senefelderstraat gewoond (bij de Middenweg). Op nummer 13hs woonde het gezin Dijk. Vader Evert was een echte parlevinker. Hij was de jongste uit een gezin van zes kinderen. Zijn ouders zijn Zevende-dags Adventisten, een stroming binnen het christendom die de joden als uitverkoren volk ziet.  Hij is 12 jaar als zijn ouders onderduikers in huis nemen. Zij woonden in eerste instantie op een woonschip, maar moesten dat in de oorlog verlaten en zijn terecht gekomen op de Nieuwe Herengracht. Het parlevinkers gezin Dijk bood een schuilplaats aan joodse onderduikers. Op YouTube staat een video van Evert Dijk (zie YouTube-filmpje).

Deze bijdrage van Jos Mol werd eerder in de Amsterdamsekrant (v.m. Oud-Amsterdammer) gepubliceerd en is met toestemming van die krant ook door ons opgenomen.

Gesloopt, verdwenen, zonde of zegen?

Het Stedelijk Gymnasium, foto uit 1880

Zoekend in de Beeldbank stuit ik soms op afbeeldingen van gebouwen die ik niet ken en het duurt dan even voor ik die kan plaatsen. Zo ook  deze keer; een fraai pand aan het Singel en de begeleidende tekst vermeldt dat het hier om het Stedelijk Gymnasium gaat. Tijd voor een nadere kennismaking.
Het Stedelijk Gymnasium is voortgekomen uit de ‘Hoofdschool’ die in 1342 werd opgericht en daarmee één van de oudste scholen van Nederland is. In de 16de eeuw ging de school verder onder de naam ‘Latijnse School’ en kwam er een tweede bij. Ze waren respectievelijk gevestigd bij de Oude Kerk en de Nieuwe Kerk. Na samenvoeging verhuisden ze in 1678 met zo’n 200 leerlingen naar dit pand aan het Singel. Daar waren ze niet de eerste bewoners.

1663 - Het Aalmoezeniersweeshuis

Even een zijstapje naar: Het Aalmoezeniersweeshuis. In 1613 richtten de stadsbestuurders van Amsterdam ‘Het College van Aalmoezeniers’ op. Het bestond uit stadsregenten en kreeg de taak om de allerarmste kinderen van de stad op te vangen en te voeden. De eerste decennia was het weeshuis gevestigd aan het Singel in het pand waarin later de Latijnse School zou komen. In 1666 werd een groot nieuw weeshuis aan de Prinsengracht in gebruik genomen. Het was bedoeld voor zo’n 800 kinderen, maar veertien jaar later was het aantal al opgelopen tot 1300. Verschillende keren moest het daarom worden uitgebreid. Het gaat te ver om hier de hele verdere geschiedenis van het weeshuis uit de doeken te doen. Wij kennen het gebouw als ‘Het Paleis van Justitie’  dat hier, na verbouwing, ruim 175 jaar gevestigd was. Momenteel wordt het omgetoverd in, jawél, het zoveelste hotel.

1789 - De Latijnse School

Terug weer naar het Singel. Nadat de weesjes vertrokken waren, is de Latijnse School hier ruim 200 jaar, van 1678 tot 1885, gevestigd geweest. De naam ‘Stedelijk Gymnasium’ dateert uit 1846. In de loop der tijd verdubbelde het aantal leerlingen en kampte de school met gebrek aan ruimte en slechte verlichting en ventilatie. Er werd een nieuw pand opgetrokken aan de Weteringschans en in 1885 verhuisde de school naar dit nieuwe gebouw. Sinds 1927 staat de school bekend onder de naam Barlaeus Gymnasium; nog steeds één der beste scholen van Amsterdam.

Huidige situatie

Na het vertrek van het Stedelijk Gymnasium verrees in 1897 op de plek aan het Singel een nieuw gebouw waarin het ‘Bureau van de Burgerlijke Stand en Bevolking’ werd gehuisvest. In 1905 kwam rechts hiervan een politiebureau met een vrijwel identieke trapgevel in neo-renaissancestijl. Hiermee deden de gebouwen met opzet enigszins denken aan het vroegere Aalmoezeniersweeshuis. Bij de verbouwing in 1997 tot winkelcentrum De Kalvertoren zijn alleen deze voorgevels blijven staan. De wat uit de toon vallende colonnade die bovenaan de twee trapgevels verbindt, is toen toegevoegd. De poort in het middendeel, oorspronkelijk de toegang tot de Kloostersteeg, dient tegenwoordig als ingang van het winkelcentrum. Zonde of zegen? Moeilijk te zeggen in dit geval. Dat laat ik aan de lezer.            -Ria Scharn

Column: Stoer

oms moest je ergens naar toe. Dan ging je lopen, fietsen of je nam de tram. Of je vader bracht je. Je schaamde je wel. Omdat je met de tram kwam of omdat je door je vader gebracht en gehaald werd. Het kwam niet echt stoer over. Je kon ook je fiets om de hoek parkeren en zeggen dat je op de brommer was. Dat moest dan wel een brommer van aanzien zijn. Een Kaptein Mobyletje ging eigenlijk niet. Daar reden meiden en slapperiken op. Jongens reden op een Puch of een Tomos met verhoogd stuur of op een Kreidler Florett. Ik wilde naast mijn ouwerwetse ‘degelijke’ Roemeense outlet-fiets van laagwaardig Ossie-staal die mijn vader goedkoop had geregeld ook een slank Peugeot racefietsje met eenentwinig versnellingen. Dat lukte. Met de fiets naar Engeland gingen mijn buurjongen en ik en onderweg ontmoetten we veel fietsende Nederlandse medepubers en bakvissen die de Britse zuidkust onveilig gingen maken per fiets, Mobyletje of ouwe Eend.
Ikzelf wilde ook wel zo’n stoere brommer. Zo’n mooie witte Tomos met verhoogd stuur die Arnout uit klas 3c had. Hij had er eigenlijk geen geld voor, maar hij had een krantenwijkje of vijf die hij door een paar tienjarigen liet doen, en zo vergaarde hij aardig wat kapitaal. Hij had een kop om op te schieten, maar je zag het steeds weer, meiden vielen op knullen met spierballen, of met geld, of…met een hippe Tomos.
Ik ging vast oefenen op mijn vaders Mobylet-achtige brommertje als hij naar zijn werk was. Dat ging fout toen ik crossmotortje ging spelen op de ringdijk en er allerlei onderdelen waaronder de uitlaat vanaf floepten.


Na veel vakantiewerk kon ik een gloednieuw op een Mobylet gelijkend Fair-Lady-brommertje in de aanbieding kopen; het reed op zich wel lekker, maar ja….het duozitje bleef desondanks leeg, want erg stoer kwam het voertuig en ook de naam niet over op het meidenvolk.

Inruilen tegen een tweedehands Rap Crown met een hydraulieke voor- en achtervork dan maar. Het ding kwam traag op gang, maar oogde wel stoer, een beetje een motor! Om mensen te imponeren kocht ik er de zwaarste knijptoeter bij die er was en sjeesde ermee over de Amsterdamse grachten. Ik bemerkte al snel dat de toeter het idee gaf van een naderende vrachtwagen, dus als ik via de negen straatjes de grachten kruiste, gingen medeweggebruikers netjes op de rem staan en keken mij verbluft na. Een helm was toen niet nodig. Wel een geel plaatje op je voorspatbord!
Na de dansles vroeg ik aan mijn danspartner of ik haar naar huis mocht brengen. Nee dank je, zo’n klein brommertje…… Nee nee, bezwoer ik, ik heb een iets grotere sinds vorige week. Dat liep meteen al wat soepeler en toen ik luid toeterend het verkeer dat van links en ook van rechts kwam, tot stoppen had gedwongen, voelde ik aan mijn duopassagiere dat het wel goed zat.

Bij reparaties hielp vader, de schilder/ fietsenmaker. We hesen de brommer aan een touw aan het balkon omhoog en konden zo zonder te bukken de hele brommer reviseren.

Bovenste rij: mijn Peugeot-fietsje (stoer) en de Kaptein Mobylette (niet stoer)

Hierboven: Tomos, Puch en Kreidler Florette

Links: Fair Lady en Rap Crown

Links: de knijptoeter

Onder: brommer aan het balkon ter reparatie

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 28 november 1917 - De Raad strijkt de hand over het hart en staat de winkeliers toe de etalageverlichting in de week voor Sinterklaas 's avonds aan te laten. Het 's avonds etalages kijken is een deel van het feest geworden en moest tijdens de oorlog gemist worden wegens de distributie.

Woensdag 28 november 1917 - Amsterdam-Noord krijgt een financiële injectie. De Raad stemt in met het verlenen van rentedragende voorschotten aan drie woningbouwverenigingen om bijna 400 woningen in Vogeldorp te bouwen (ten NO van de Havikslaan; ten Z was al vanaf 1912 gerealiseerd). Buiten dat worden de leningen voor andere projecten met bijna ƒ3 miljoen verhoogd. Eindelijk krijgt de Raad zijn zin en zal de bouw van 500 noodwoningen starten en worden 53 verplaatsbare noodwoningen gekocht.

Woensdag 28 november 1917 - De Raad stemt voor verhoging van de tarieven voor elektriciteit en tram. Met één stem (20-19) meerderheid wordt een amendement aangenomen de vroegritten niet te verhogen. Deze vroegritten worden speciaal voor werkvolk ingezet.

Op de foto (detail): 1917 is het laatste jaar van de passeervakken in de Vijzelstraat. Door de verbreding kan binnenkort dubbelspoor gelegd worden.
Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2017. De keuze 2016, 2015 of 2014 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09
wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44 wk45
wk46 wk47 wk48 wk49 wk50 wk51 wk52 oudjaar        
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave