weekblad-logo

week 43-2018

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Ria Scharn. De nieuwe opgave komt dus van haar. De vraag is:

Waar is dit?
Welke straat kijken we in?

Moeilijk maakt zij het u niet, maar mogelijk wilde ze helpen om weer eens uit de Jordaan te ontsnappen. Wij kregen eerder knorren vanwege de overmaat aan Jordaan-foto's die niet iedereens pakkie-an zijn. Dit is dus niet in de Jordaan.

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Wij waren al bang voor misverstanden bij de formulering van de tweede vraag: tussen welke straten dit straatdeel met de gang is. Onze poging om met een tussentekst de vraag beter te omschrijven heeft ook geen goed gedaan. Wij gaan die vraag daarom negeren. Jos' bedoeling was dat u zou uitzoeken dat dit stukje Derde Goudsbloemdwarsstraat zich tussen Lindengracht en Goudsbloemstraat bevindt.

De op deze foto afgesloten gang was de achteruitgang van de Suikerbakkersgang op de Lindengracht. Vaak werden in de loop der tijd dit soort uitgangen niet alleen door poorten afgesloten maar ook nog door schuttingen op perceelgrenzen. Of dat hier ook gebeurde, is niet bekend.

Enkelen van u gaven te kennen niet de namen van gangen te kunnen achterhalen, zeker niet deze van de foto. Wij willen u nog eens op de vele buurtkaarten wijzen in de Beeldbank, van buurt A tot buurt ZZ. Daarop staan meestal de namen van de gangen vermeld. De foto betreft buurt QQ.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

De wirwar van inpandige huisjes (foto links, genomen vanuit de Goudsbloemstraat) tussen Lindengracht en Goudsbloemstraat en Tweede en Derde Goudsbloemdwarsstraat werd onderdeel van het bewijs dat er nodig iets aan moest gebeuren. Het was in 1894 aanleiding voor de oprichting van de filantropisch ingestelde Bouwvereniging Jordaan waarin Helena Mercier zo'n grote rol speelde en Louise Went opzichteres werd. Op bovenstaande foto, net voor de demping genomen, vijf van de tegen de twintig gangen naar dit binnengebied: v.l.n.r. Suikerbakkersgang, Sint Jacobsgang, Goudsbloemgang, Oude Slijpersgrang en Roodehanengang.

Op de foto het huizenblok dat de Bouwonderneming Jordaan ervoor in de plaats zette. Dit is de zijde Lindengracht maar die aan de Goudsbloemstraat zag er identiek uit. Het gebouw rechts is de Stadsbank van Lening.

Alle foto´s: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Anneke Huijser, Robert Raat, Aschwin Merks, Mike Man,

Onze excuses aan diegenen die niet instuurden omdat ze geen antwoord wisten te verzinnen op de tweede vraag.

Fotoquiz: Anneke's keuze

We weten het: dit kan overal zijn. En dan toch die vraag:

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

En voordat u denkt "zal wel allemaal afgebroken zijn", hieronder de huidige situatie. Precies!

Oplossing: Erwin's keuze

De firma Metz & Con vindt zijn oorsprong in een in 1740 gevestigde zaak in zijde en andere luxe stoffen. Eind 19de eeuw verwierf een toenmalige mede-vennoot Joseph de Leeuw het agentschap van het Engelse concern Liberty of London in woningdecoratie, meubelen en mode. Dat was een hele eer maar Metz & Co maakte dit geheel waar. In dit voor Metz gebouwde pand Kerkstraat 45-49 vestigde zij ateliers voor de vervaardiging van items die in de winkel in de Leidsestraat verkocht werden. Het gebouw werd in 1926-'27 door architect Henri Antoon van Anrooy (1885-1964) verwezenlijkt in een stijl die soms als expressionistisch wordt omschreven, maar zeer Engels aandoet: de Glasgow Style van o.a. Charles Rennie Mackintosh. Het ziet er naar uit dat Liberty een flinke vinger in de pap heeft gehad, wat maakt dat het gebouw flink detoneert in de Kerkstraat.
Van Anrooy dankte de opdracht aan de succesvolle herinrichting van de zaak aan de Leidsestraat.
In 1973 heeft Liberty of London de firma Metz & Co geheel overgenomen.

Foto: NAI/Nieuwe Instituut

 

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Carol de Vries, Jos Mol, Onno Boers, Maaike de Graaf, Otto Meyer, Ria Scharn, Anje Belmon, Adrie de Koning, Fanta Voogd, Anneke Huijser, Mike Man, Paul Graalman, Harry Snijder, Robert Raat, Aschwin Merks, Anna Denekamp, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

We hoorden dat u nu tabak had van al die geveltjes? Hier dan eens wat anders..., een park. De foto is uit het laatste kwart 19de eeuw.

Welk park is dit?
Hoe heette het park ten tijde dat deze foto gemaakt werd?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Verderop zullen we zien dat niet alle twijfels over beschrijvingen in de Beeldbank terecht zijn, maar dit is er wel een. En een dubbele zelfs.
Allereerst het adres: weinig mensen namen de moeite om te controleren hoe Spuistraat 3 er vandaag uitziet. De foto laat niet dat huis zien maar dat op Spui 3. Een tweetal advertenties die Maaike de Graaf toezond laten ook dat adres voor de fa. Battefeld zien en elders op de Beeldbank staat een soortgelijke foto van Battefeld met het juiste adres. Omdat de fout in de Beeldbank staat hebben wij het adres niet meegeteld.
En dan de veronderstelling dat hier de 'vorderingen' van de geallieerden bij de bevrijding worden bekeken: het is ondenkbaar dat in het nog niet bevrijde Amsterdam een winkelier zoiets in zijn etalage kon laten zien. De bezetter had daar korte metten mee gemaakt. Paul Graalman en Anna Denekamp onderzochten het gegeven en stelden vast dat dit 1939 moet voorstellen met de toen beroemde 'kaart van Battefeld'. En van vorderingen was toen niet vaak sprake. Laten we het maar op troepenbewegingen houden. In het pand zit vandaag een Argentijns Steakhouse.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Phillippus Lodewijk Battefeld maakte tijdens de Eerste Wereldoorlog al zelfgetekende kaarten waarop de troepenbewegingen bijgehouden werden en stelde die tentoon in zijn etalage (afb.links). Hij begon zijn sigarenwinkel op de Weteringschans, hoek Vijzelgracht en verhuisde op een niet bekende datum naar de winkel op het Spui. Toen in 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak nam Battefeld het kaarttekenen weer op en dat moet het moment van de quizfoto zijn. Daarvan getuigt een artikel in De Groene Amsterdammer van 1939. Battefeld zelf is in 1942 overleden en werd ogevolgd door E. Rutgers. Afgezien van het feit dat Rutgers géén cartograaf was, zoals Battefeld, blijft het onwaarschijnlijk dat de bezetter deze hobby door de vingers zou hebben gezien. In het Nationaal Archief wordt zo'n handgetekende kaart van Battefeld bewaard. Helaas is die nog niet gedigitaliseerd. Een door Senefelder gedrukte facsimile kaart van Battefeld is antiquarisch nog wel te koop.

Petje af voor Paul Graalman en Anna Denekamp! Dit is het onderzoekswerk dat we graag zien. Aschwin Merks volgde ongeveer hetzelfde traject en meldde nog dat Battefeld al in WO1 actief was.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Adrie de Koning, Otto Meyer, Maaike de Graaf, Ria Scharn, Anneke Huijser, Paul Graalman, Aschwin Merks, Anna Denekamp, Anthony Kolder, Robert Raat,

Met de camera op pad...

De uitvinding van de fotografie heeft meteen een handjevol fotografen ertoe aangezet de toenmalige stad te fotograferen. Ze deden dat met volle overgave; menige prentbriefkaart werd op basis van hun werk gemaakt. Hier zo'n beeld uit derde kwart 19de eeuw. Hier staat 't een en ander op dat er óf niet meer is, vervangen werd óf flink verbouwd is.

Wat is het adres van het gebouw met het torentje?
Waar staat de fotograaf?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Behalve de geschonden gevel met festoenen en jaartalsteen staat dit rijtje Singel 350-356 er vandaag nog steeds zo bij. U vindt ze op de hoek met de Oude Spiegelstraat.
Nr.354 is voorbeeldig gerestaureerd en kreeg (het timpaan op) zijn klokgevel terug. De jaarsteen laat 1679 zien. Het meest recent is nr,356 gerestaureerd; de deelnemers die in Street View het rijtje opzochten zagen dat huis nog in de steigers staan.
Fotograaf C.P.Schaap maakte deze foto in 1962 voor Bureau Monumentenzorg.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Jos Mol, Otto Meyer, Mike Man, Anna Denekamp, Robert Raat, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Hans van Efferen, Hans Olthof, Anthony Kolder, Han Mannaert,

Hulp gevraagd... en gekregen

Hierboven vertelden we al dat twijfels over beschrijvingen in de Beeldbank niet altijd terecht zijn. Wij kregen op deze foto diverse reacties dat dit echt Prinsengracht, hoek Spiegelgracht is. Het probleem is dat bijna alle huizen verbouwd of vernieuwd zijn sinds deze foto gemaakt werd. Het fraaie hoekhuis met klokgevel en pothuis is afgebroken en vervangen door een fantasieloos geheel waar Café Heuvel nu zit. De gevelsteen verdween naar de collectie van het Rijksmuseum, zo meldde Onno Boers. De steen laat een staand schaap zien met het jaartal 1672.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Paul Graalman en Anneke Huijser vonden nevenstaande foto van het hoekpand Spiegelgracht, Lange Leidsedwarsstraat en ook werd meermaals de tekening van Wenckebach getipt, waarop het hoekhuis van de quizfoto op staat.

Afb.: Stadsarchief Amsterdam

Oplossingen kwamen van Onno Boers, Paul Graalman, Anneke Huijser, Harry Snijder,

De Nes,  pretstraat van de 19de eeuw -1

In de 19de en begin 20ste eeuw was de Nes ‘the place to be’ als je uit wilde. En dat was niet persé voor een toneelstuk of concert, nee, dat was ook om variété of vaudeville te zien, om een van de vele dans- of nachtlokalen te bezoeken of een kelder-etablissement met keiharde muziek en willige meiden. Net wat je maar zocht.

Alle tekeningen en prenten komen uit de beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam

Meteen vooraan, op nummer  13-15 was ‘de Vic’ ofwel café-chantant Victoria.  De Vic in zijn betere dagen was de plek waar toneelspelers als Nathan Judels, Michel Solser en Louis Bouwmeester hun carrière begonnen voor ze bij het ‘grote’ toneel terecht konden. In de nadagen verloederde de Vic. Moos, de stoepier bediende zich niet van wervende spreuken maar bediende met een koord twee klapdeuren die een inkijkje in het interieur vrijmaakten. Goed gekozen werd achterin dat blikveld een toneeltje zichtbaar met altijd wel een aantal schaars geklede dames die een liedje zongen of in een wervelende dans  hun beste kant lieten zien. Als een passend gezelschap langsliep trok Moos de deuren open en je moest van goeden huize komen als je blik niet naar binnen getrokken werd.
Vrolijkheid alom!

Op nummer 33 was ‘Toontje’, het nachthuis van M.E.Hoady. Dit befaamde lokaal stamde al van midden 18de eeuw en werd in 1810 overgenomen door ene Hoady. Geen theater, geen danshuis, geen concerten…, alleen drinken, kroelen en lachen.

Op de hoek van de Kuiperssteeg waren de Salon des Variétés en Tivoli. Tivoli wilde een schouwburg zijn maar in de Salon zag men vaudeville-theater met vertaalde Franse en andere kermisstukken: het lach-of-ik-schiet toneel. Louis Bouwmeester maakte er een tussenstop; hij was er van 1873 tot 1879 directeur.

-- wordt vervolgd

Amsterdamse hofjes: het Nieuwe Suykerhofje 

Het Nieuwe Suykerhofje

door Adrie de Koning en Jos Mol

Inleiding
Een kenmerk van sommige hofjes is dat ze een beetje verscholen liggen. En zo'n schuilplaats leent zich dan ook goed voor een schuilkerk. Dit keer gaan we naar zo'n afgelegen hofje met een schuilkerk, het Nieuwe Suykerhofje. Omdat er al een Suyckerhoff-hofje bestond aan de Lindengracht werd dit het Nieuwe Suykerhofje genoemd.

Ligging
Het Nieuwe Suykerhofje ligt op een binnenterrein aan de Prinsengracht 383-397, tussen de Reestraat en de Berenstraat. Via twee toegangspoorten is het hofje bereikbaar. Aan de gracht is in het eerste toegangspoortje slechts een eenvoudige deur aangebracht waar achter een deels inpandige steeg leidt naar een tweede toegangspoort. Zo komen we op een binnenterrein waar het hofje is gebouwd.

Ouderdom
Het hofje is in 1755 gesticht en in 1936 als liefdadigheidshofje opgeheven. Daarna dreigde sloop, maar gelukkig is dat voorkomen door het te gaan verhuren aan kunstenaars en jongeren.

Stichters
Het hofje is uit liefdadigheid gesticht door Gerrit ten Sande en zijn vrouw Maria de Groot. Het hofje dankt zijn naam aan het beroep van Ten Sande, die uit een familie van suikerbakkers kwam. De familie had verschillende vestigingen in de stad. 

Bijzondere kenmerken
Het hofje bestond uit in totaal zes huizen met verdiepingen en een bleekveld. Een deel van de huizen bestond uit vóór- en achterwoningen met aanvankelijk gemeenschappelijke verwarming. In totaal waren er 27 woninkjes en konden er 54 vrouwen wonen. De éénkamerwoninkjes waren niet groot, maar wel voorzien van tweepersoons bedsteden, een kachel en kasten. De woninkjes werden vroeger 'cameren' genoemd, waaruit al blijkt dat het eigenlijk kamers waren. Een soort voorloper van een flatgebouw dus.

Ruim twintig jaar na de bouw van de woningen werd er ook nog een kapel gebouwd in de tuin. De kapel lijkt van buiten niet op een kerk, maar meer op een tuinhuis. Waarschijnlijk omdat het een schuilkerk was, waar geen ruchtbaarheid aan het bestaan ervan moest worden gegeven. De kapel is ingericht in Vlaamse barok-stijl. Op de verdieping van de kapel bevindt zich onopvallend de regentenkamer.
Het complex is van 1999 tot 2002 gerenoveerd waarbij veel van de oorspronkelijke elementen uit de woninkjes hergebruikt zijn of bewaard zijn gebleven. Er zijn nu nog vijf appartementen. De oorspronkelijke kapel is nu zelfs in gebruik als woonkamer.

In het hofje heeft Gerard Reve zich een tijdlang gewijd aan zijn literaire werk. Hij was er alleen overdag. 's Nachts sliep hij elders. Ook Gerrit Kouwenaar woonde er en de schrijver W.F. Hermans noemt het hofje in zijn boek In de mist van het schimmenrijk.

Doelstelling
Het hofje was bestemd voor behoeftige, rooms-katholieke vrouwen. Familieleden van de stichters kregen voorrang, maar er waren voldoende kamers om ook andere vrouwen onderdak te bieden.
Iedere bewoonster kreeg met Nieuwjaar een nieuw hemd en tijdens de vasten- en slachttijd grutters- en vleeswaren. 

Toegankelijkheid
Omdat het hofje is opgeheven en er nu particuliere woningen zijn, kan het niet meer bezocht worden en blijft het dus een verscholen plekje in Amsterdam.

Alle foto's bij dit artikel komen uit het Stadsarchief Amsterdam

Column: Helena Mercier (1839-1910)

Bij de oplossing van de opgave van Jos Mol kwam de rol van Helena Mercier ter sprake. Tijd voor enige uitleg.

elena Mercier was feministe, maar geen activiste. Dat wil allerminst zeggen dat ze niet actief was. Mercier wordt gezien als de grondlegger van het moderne maatschappelijk werk in Nederland. Behalve sociaal bewogen dus ook sociaal geëngageerd. Ze had een 'living' aan vertaal- en correctiewerk en leefde haar hele laven samen met haar zuster Elise en werd financieel ondersteund door haar broers.
Ze had al een hele carrière in de vrouwenbeweging achter zich toen ze in 1880 kennis maakte met de sociaal-liberaal Arnold Kerdijk. Hij was het die haar denken over de emancipatie van de arbeidersbevolking een nieuwe richting gaf. Ze was wars van klassenstrijd en zocht het meer in het verbeteren van de zelfredzaamheid van de arbeider. Daarbij zorgde zij dan weer dat de rol van de vrouw niet vergeten werd; die had een nog grotere inhaalslag te maken. De vrouw moest zorgen dat de voeding verbeterde. Ze wist niet beter dan daarover te publiceren in elk blad dat maar ruimte bood. In 1887 richtte zij met Kerdijk een eigen blad op: Sociaal Weekblad. In 1887 opende op haar initiatief in de Jordaan een volksgaarkeuken. Gratis kreeg de bevolking dit eten niet; elke vorm van liefdadigheid moest vermeden worden.
Het belangrijkste actiepunt was echter de woonsituatie van de arbeiders, die ronduit belabberd was. Met Kerdijk bestudeerde zij de buitenlandse experimenten en de binnenlandse initiatieven, zoals van de Engelse Octavia Hill en haar 'woningwerk'.
Mercier schreef talloze artikelen over de slechte woonsituatie in volkswijken, met name de Jordaan.


In 1894 werden alle plannen en ideeën over volkswoningbouw concreet door de oprichting van de Bouwonderneming Jordaan N.V. samen met Kerdijk en met geld van P.W. Janssen, directeur van de Deli Maatschappij. Met dat geld werden in de Jordaan 131 krotten opgekocht, gesloopt en vervangen door goede en goedkope arbeiderswoningen. Het toezicht op de bewoning liet zij over aan Louise Went, eerder onderwerp voor een beschouwing in deze kolommen.
Het was niet alleen de woonsituatie die Merciers aandacht had. Ook de vrijetijdsbesteding was een punt dat de belangstelling verdiende. In 1892 opende het eerste gemeenschapshuis van 'Ons Huis' in de Amsterdamse Rozenstraat waar Mercier een grote rol in speelde. Ook dit was weer een variant op een Engels initiatief dat bekend geworden is als het 'Toynbeewerk'.
In 1899 was zij nauw betrokken bij de eerste school voor maatschappelijk werk 'Opleidingsinrichting voor Sociaal Werk'. Ondanks aandringen weigerde zij directeur van die school te worden gezien haar gezondheid en gevorderde leeftijd. Zij bleef echter wel nauw betrokken.
Door haar publicatiedrift werd zij als vanzelf gezien als de belangrijkste promotor van het maatschappelijk werk in Nederland, ondanks dat zij voorgegaan was door mannen als Emile Knappert en natuurlijk alle voorbeelden in Engeland en Amerika.
Op 1 februari 1910 overleed Mercier. Zij was haar hele leven ongehuwd gebleven. Haar inspanningen waren in 1896 al bekroond door een koninklijke onderscheiding.

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 30 oktober 1918 - Willem de Vlugt wordt tot wethouder van Publieke Werken en Handelsinrichtingen benoemd. De Vlugt (ARP) volgt het pad van een bliksemcarrière; hij is pas raadslid sinds 1915 en zal in 1921 al tot burgemeester benoemd worden. Hij is niet vies van een bijbaantje; hij is houtkoper en aannemer maar eigenlijk is het zo dat de Gemeenteraad zijn bijbaantje is. Als hij in 1921 burgemeester wordt en daar een dagtaak aan heeft, laat hij zich dat duur betalen. Aan hem danken we de burgemeesterswoning aan de Herengracht. Wij willen niet het gras voor de voeten van het duo Mol-de Koning wegmaaien. De Vlugt zal ongetwijfeld figureren in hun nieuwe serie artikelen voor volgend jaar.

Donderdag 31 oktober 1918 - In de Warmoesstraat op nummer 15 wordt het nieuwe gebouw van de vereniging Middernachtzending geopend. De vereniging werd in 1890 opgericht, bestreed de prostitutie in het algemeen maar die op de Wallen in het bijzonder en bestond volledig uit mannen. Oprichters waren Gerard Velthuysen en Johannes van der Steur.
Beiden waren Haarlemmer en protestant met banden met de Reveil-beweging, maar geloof en kerk speelden geen rol in hun streven de prostitutie terug te dringen. In 1888 waren beiden naar Amsterdam getrokken om daar het in Haarlem begonnen werk voort te zetten. Er waren al vele instellingen bezig met bestrijding van de prostitutie via de meisjes zelf, maar deze heren gooiden het over een andere boeg, spraken de bezoekende heren aan niet naar binnen te gaan en dat met het nodige succes. Aanvankelijk reageerde het zondige publiek op de Amsterdamse Wallen nog laconiek. Die eerste avonden werden Velthuysen en Van der Steur nauwelijks serieus genomen; ze werden beschouwd als ‘een onverklaarbaar verschijnsel, als zonderlingen, lieden met zekere afdwaling’. Twee gekken dus. Maar toen ze na verloop van tijd resultaat begonnen te boeken, veranderde de hoon in haat en agressie. Uit angst voor teruglopende inkomsten ontketenden bordeelhouders en hoerenmadammen geregeld ware klopjachten op de zendelingen. Het moet een wonderlijk tafereel zijn geweest: twee lijkbleke zedenpredikers, hartje Amsterdam, ‘opgejaagd door ’n gillende en schreeuwende groep woestelingen’. Van de politie hoefden de zendelingen weinig hulp te verwachten. Ook het plaatselijk gezag had de zak vol van de ‘opstootjes, volksverzamelingen en ordeverstoringen’ die de zendelingen veroorzaakten. Prostitutie was legaal (sinds 1911; red). Dus wie was nu in overtreding?
Het gebouw Welkom in de Warmoesstraat was een opvanghuis voor prostituees die het vak wilden verlaten. Het bood overnachtingsmogelijkheden en er werd gezocht naar een verblijf buiten Amsterdam zodat de vrouwen veilig waren. De vereniging zelf noemde het dan ook een doorgangshuis. Deze nieuwe activiteit was te danken aan de nieuwe voorzitter van de Middernachtzending, de Reveilman Hendrik Pierson, die daarvóór werkzaam was in de bestrijding van prostitutie via de vrouwen zelf. Er is bijzonder weinig bekend over het functioneren van het tehuis. De indruk bestaat dat het eerder opvang bood aan te oude of zwangere prostituees die niet langer konden werken.

Op de recente foto het pand Warmoesstraat 15 dat in 2009 door Stadsherstel verworden werd en in 1912 gerestaureerd werd. Sindsdien is een serie horeca-gelegenheden zijn geluk komen beproeven maar weer afgedropen.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08
wk09 wk10 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
wk34 wk35 wk36 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44 wk45 wk46
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave