weekblad-logo

week 31-2018

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Otto Meyer. De nieuwe opgave komt dus van hem. De vraag is:

Waar is dit?
Hoe heet de steeg die in 't midden uitkomt?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Altijd spannend..., een opgave in het oudste deel van de beroemde grachtengordel. Daar was bij het ontstaan niets chiques aan, weggedrukt tegen de omwalling van 1584. Het waren dan ook onooglijke huisjes die opeens aan de ruim bemeten gracht kwamen te staan. U vindt het hoekhuis en dat trapgeveltje op de Herengracht 79-81. Eerst nr.81 dat voor het eerst in de akten opduikt in 1599 als 't voor de eerste keer verkocht wordt. Het duurt nog tot 1620 tot het in handen van meester-timmerman Pieter Fransz komt die er een nieuw huis voor in de plaats zet, met dat trapgeveltje dus.
Buurhuis nr.79 komt ook in 1599 voor het eerst in de verkoop en belandt na wat heen en weer-geschuif in 1620 ook in handen van Pieter Fransz die ook dit huis in 1625 afbreekt en opnieuw optrekt. Heel anders van stijl, denkt u, maar dat komt omdat dit voor Pieter geldbelegging was en meteen doorverkocht werd. In 1700 verbouwd korenfactor Jan Roelofsz van der Horst het tot deze - toen modieuze - halsgevel.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

In 1810 werd het pand nr.81 een bedrijfspand en moest de stoep weg. De ingang kwam toen in het souterrain (zie foto links).
In 1968 kwam het pand in handen van Dr. Philip J.M.Lamaker die het eerst van binnen volledig verbouwde en naar eigen inzicht in de oude staat terugbracht. Daarna deed hij dat ook met de buitenkant. De trapgevel kreeg toen ook zijn twee bovenste - verloren gegane - trappen terug. In 1974-'75 werd de gevel serieus gerestaureerd waarbij de zolderluiken hersteld werden en de stoep terugkwam. Het Grachtenboek van Caspar Philips liet zien hoe dat moest.

Dan nog even de straat waar hoekhuis nr.79 aan staat: Korsjespoortsteeg.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Op dit detail uit de kaart van Pieter Bast (1597) zien we het oorspronkelijke langsgevelhuis nr.81 aan de binnenvestgracht en tegenover de lijnbanen. Tijdens de Derde Uitleg van 1613 verdwenen de lijnbanen voor de verbreding van het grachtje tot de Herengracht zoals wij die nu kennen. Even daarboven, tegenover het bolwerk, is de Blauwburgwal.

Goede oplossingen kwamen van Otto Meyer, Ria Scharn, Anna Denekemp, Aschwin Merks, Robert Raat, Dick van der Kroon, Anje Belmon, Carol de Vries, Harry Snijder, Ton Brosse, Arjen Lobach, Katja Kronenberg, Mike Man, Adrie de Koning, Jos Mol, Hans Olthof, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Fotoquiz: Ria's keuze

Ria was op zoek naar een pand waar haar grootouders ooit een sigarenfabriek hadden. Vond ze eindelijk een foto, worden net voorbereidselen getroffen het pand af te breken.

Waar is dit?

De huizen staan er, op het half zichtbare rechts na, niet meer. Dat leidt tot de vraag:

Waar moesten deze huizen voor wijken?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Otto's keuze

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Oh..., Otto Meyer, dus een uitsnede zonder de herkenningspunten? Geen onoverkomelijke zoektocht; met een paar welgemikte zoektermen rolde de opgraving naar de Damsluis eruit. Die ging eeuwen schuil onder het Commandantshuis en de sluiskolk onder de beurs van De Keyser, zoals uit nevenstaand grondplan blijkt. Als u meer over de Damsluizen wilt weten leest u de PDF over de Dam nog een keer. De informatie staat over meerdere pagina's verdeeld.

De opgraving van de Damsluis wil niet zeggen dat de resten "weer aan het daglicht gebracht werden"; ze hebben nooit het daglicht gezien want de sluis was vanaf de middeleeuwen al overkluisd. Over de dam was vanaf dag één een druk oost-west verkeer gaande en daar konden geen obstakels bij gebruikt worden. Bovendien verpachtte de graaf van Holland de Dam aan de meest-biedende. Op de etsen (links en onder) staan de in- en uitgang van de sluiskolk gemarkeerd.
De Amsterdamse dam werd ongeveer gelijk met die in Spaarndam en Rotterdam gelegd. Waarom een rivier afdammen? In de 13de eeuw werden de effecten van zout zeewater op de landbouwgronden merkbaar en dit was het primitieve verweer daartegen. Zo konden de effecten enigszins in de hand gehouden worden. Het zoute water werd door de dam gestopt en er kwam meteen een spuisluis om het teveel aan water te kunnen lozen. De schutsluis, waar we 't nu over hebben, volgde snel. Het is wel frappant dat we vandaag juist weer met de problematiek geconfronteerd worden door de oprukkende zoutwaterpegel in het Noordzeekanaal. Elke schutting in de grote Noordzeesluis komt een nieuwe lading zeewater binnen. Dat is zwaarder dan zoet water en kruipt over de bodem onder het zoete door. Je kunt lozen wat je wil, het zoute water blijft op z'n plek. Ze gaan nu proeven doen met 'bellen blazen' om het zoute water te laten opborrelen. Grappig? Als het probleem niet zo serieus was misschien wel.

Goede oplossingen kwamen van Kees Valentijn, Harry Snijder, Anneke Huijser, Ria Scharn, Minne Dijkstra, Kees Huyser, Ton Brosse, Aschwin Merks, Cees Klomp, Hans Goedhart, Robert Raat, Anje Belmon, Arjen Lobach, Jos Mol, Adrie de Koning, Mike Man, Dirk Fuite, Age van der Veer, Hans Olthof, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

Hier wordt alweer iets afgebroken, maar wat precies? Grondig bestuderen, deze foto, om te achterhalen wat er afgebroken wordt en dan nog uitvinden waar.

De opgave werd ingezonden door Otto Meyer. Dat u 't maar weet.

Waar is dit?
Wat wordt hier afgebroken?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Het Kippebruggetje van Kattenburg naar het Wittenburgerhoofd is vrij algemeen bekend, bleek. Het gebouw herbergde twee lagere scholen, de Oosterschool en de Parelschool. 'Schoolgebouw' als oplossing was voldoende. Op de plaats van de speelplaats had tot kort daarvoor het badhuis gestaan, een aantal maanden geleden al eens onderwerp van de quiz.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

En dan de Street View waar we om vroegen. Wat denkt u van de onderstaande?

...of deze uit een minder groene tijd?

Goede oplossingen kwamen van Dick van der Kroon, Ria Scharn, Anneke Huijser, Harry Snijder, Anje Belmon, Rein Aardema, Aschwin Merks, Hans Goedhart, Arjen Lobach, Mike Man, Anna Denekamp, Adrie de Koning, Jos Mol, Robert Raat, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Nou begeven we ons wel heel ver buiten de Singelgracht. Maar met het water in de voorgrond en de bebouwing in de achtergond komt u er wel uit. Na de sloopfoto's van deze en vorige week mag er ook wel weer eens wat gebouwd worden. Hier verrijst iets groots, gezien de enorme spanten.

Wat wordt hier gebouwd?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Wij hadden wel wat namen weggepoetst maar niet het huisnummer 99. Dat heeft een aantal deelnemers een eind in de goede richting geholpen, gaven ze ruiterlijk toe. Verder leek dit toch een moeilijke opgave. We hadden het over de vier huizen Nieuwe Kerkstraat 91-97 die afgebroken zijn en vervangen door het flatgebouw op de foto hieronder.

Foto: Stadsarchief Amsterdam


Nog even laten zien welke gelijksoortige panden wel mochten blijven staan en keurig gerestaureerd werden: Nieuwe Kerkstraat 119-125. Ze zijn zo gelijk aan de vier van de quizfoto dat het mogelijk is dat er van acht deels beschadigde gevels vier gave gemaakt zijn. Dan kunnen we er nog vrede mee hebben.

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Anje Belmon, Ria Scharn, Kees Huyser, Aschwin Merks, Arjen Lobach, Mike Man, Anna Denekamp, Jos Mol, Adrie de Koning, Robert Raat, Hans van Efferen,

Hulp gevraagd...

Pieter Klein kwam bovenstaande foto tegen in de Beeldbank met het volgende bijschrift: Mogelijk links de Kostverlorenvaart en rechts het Jacob van Lennepkanaal. Pieter wist meteen: "Dat kan niet kloppen". Maar wat is 't dan wel? Houvast zou de (toen redelijk) nieuwe woningbouw aan de overkant kunnen bieden.

Weet u waar dit is? Deel het met ons via deze link

Sarphati en Amsterdam -opleiding

Samuel Sarphati zou apotheker worden en werd door zijn vader voor een opleiding tot apotheker voor ƒ500,- ingekocht bij Isaac Coronel, apotheker op de Houtgracht. Na een proeftijd, waarin de 13-jarige Samuel zich als leergierig bewezen had, maakte vader en apotheker een contract op volgens welk Samuel in een leertijd van zeven jaar tot volwaardig apotheker opgeleid zou worden, met de mogelijkheid dat hij dan als partner en opvolger de zaak op den duur zou overnemen.
De keuze voor apotheker was niet toevallig. De Portugees-joodse samenleving was hecht georganiseerd en tegen een tekort aan apothekers in de toekomst - of wat voor zorgberoep dan ook - werd de studierichting hevig gepropageerd. Deze zachte dwang komen we later nog eens tegen als Samuel armenarts voor de Portugees joodse gemeenschap wordt.
Als onderdeel van de opleiding moest Samuel zo nu en dan lessen volgen aan het Atheneum Illustre, vooral om lessen in scheikunde te volgen. De toepassing van de moderne scheikunde in de farmacie stond in 1826 nog in de kinderschoenen en de enkeling die zich daarin verdiepte en proeven deed werd al snel expert op dat gebied. Samuel was gefascineerd door scheikunde en zou dat zijn verdere leven blijven. Op het atheneum kreeg hij o.m. les van hoogleraar H.C. van der Boon Mesch en het was deze leraar die de capaciteiten van Samuel herkende en hem aanzette meer na te streven dan apotheker in de Jodenbuurt te worden. Na anderhalf jaar deelde Samuel zijn vader doodleuk mee dat hij zou switchen van Coronel naar de stadsapotheek van het Binnengasthuis: stadsapotheker Isaak Hugenholtz. De incidentele lessen aan het atheneum blijven doorgaan. In 1829 volgt Samuel colleges van hoogleraar Gerard Vrolijk die op zijn beurt op de universiteit van Leiden geschoold was. Uit Leiden bracht Vrolijk vernieuwende methoden mee die betrekking hadden op de geneeskunde. Het was deze kennismaking die Samuel aanzette nog een keer een move te maken, dit keer naar de geneeskunde. In plaats van in 1833 examen te doen om zijn apothekersopleiding af te sluiten laat hij zich in september van dat jaar inschrijven als student geneeskunde aan de universiteit van Leiden. Zijn vader had toen allang opgegeven zijn zoon in voorbestemde richtingen te duwen en bezag de carrière van zijn zoon met belangstelling, maar van een afstand.

Afbeelding: Het scheikundige laboratorium van A.H. van der Boon Mesch in Leiden

Sarphati was leergierig en ijverig. Het studentikoze leven was aan hem niet besteed. Hij bleef ook braaf de synagoge bezoeken, ook al had Leiden geen aparte Portugese synagoge. Hij volgde met grote interesse de colleges van Anthony Hendrik van der Boon Mesch, de jongere broer van de hoogleraar bij wie Sarphati in Amsterdam eerder colleges volgde. Van der Boon Mesch was meer dan een hoogleraar scheikunde; hij onderrichtte ook in landhuishoudkunde en organiseerde daarin ook een soort masterclasses voor particuliere ondernemers. De zgn. technische scheikunde was een richting die de scheikunde inzette om landbouwgrond en de productie van landbouwgewassen te verbeteren en daar kwam later nog de industrie bij om industriële processen en producten te verbeteren. Na een voorzichtige start werden de colleges door honderden fabrikanten en geïnteresseerden gevolgd. Dat fascineerde Sarphati; hij was vaak aanwezig bij deze industriecolleges en uiteraard viel hij als student in dit gezelschap op. Ze werden ook niet aan de universiteit gegeven, maar in een lokaal van Maatschappij Diligentia waarvan Van der Boon Mesch honorair lid was. Diligentia was de zetel van de Huishoudelijke Maatschappij, departement Leiden, een wetenschappelijk ‘bureau’ voor toegepaste wetenschappen in dienst van landbouw, nijverheid en industrie.
Er gaapte geen enorme kloof tussen leraar en student; deze Van der Boon Mesch was nog geen negen jaar ouder dan Sarphati en ze konden praten als gelijken. In het kielzog van Van der Boon Mesch werd ook Sarphati lid van de Maatschappij. Het zou zijn verdere leven tekenen.

Afbeelding: Tentoonstelling nieuwe ontwikkelingen in de nijverheid, georganiseerd door de Maatschappij t.b.v. Nijverheid

De Huishoudelijke Maatschappij had al een lang leven achter de rug. Het begon medio 18de eeuw met de oprichting van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, door Lodewijk Napoleon omgedoopt tot Hollandsche Huishoudelijke Maatschappij en vanaf 1815 Nederlandsche Huishoudelijke Maatschappij. Vanaf 1832 gaf de Maatschappij een tijdschrift uit: Tijdschrift ter bevordering van Nijverheid. Dat zou in 1849 ook de naam van de Maatschappij worden: Maatschappij ter bevordering van Nijverheid en Handel. Ook in de 20ste eeuw bleef de naam wijzigen: in 1902 Maatschappij van Nijverheid, in 1921 weer Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel en sinds 2009 kortweg: De Maatschappij.

Sarphati rondde tussen neus en lippen zijn studie af, deed in 1838 kandidaatsexamen (cum laude) en promoveerde juni 1839 aan de universiteit van Leiden.

Hij vertrok weer naar Amsterdam en vestigde zich als huisarts, voorlopig in het ouderlijk huis aan de Nieuwezijds Voorburgwal (Postzegelmarkt) maar na zijn huwelijk in 1843 met Abigael Mendes de Leon, dochter uit een zeer rijke joodse familie, op Herengracht 598 vlak bij de Amstel.
Sarphati had niet zozeer profijt van de welstand van zijn schoonfamilie als wel van de uitbreiding van zijn kennissenkring die opeens tot in de hoogste regionen in de stad reikten. Dat zou hem de rest van zijn leven behulpzaam zijn.

Volgende week Sarphati's eerste geslaagde project

Amsterdamse hofjes: Hamer- en Bouwershofje

Hamer- en Bouwershofje

door Adrie de Koning en Jos Mol

Inleiding
Het gaat dit keer over twee hofjes, die van oorsprong niets met elkaar te maken hadden, ook al roepen de namen wel associaties op. Beiden zijn later op een andere locatie wel samengegaan.

Ligging
Het Bouwershofje, dat ook bekend was als de Bouwershuisjes, stond aan de Wijdesteeg 3-7 (zie tekening hieronder links).
Het Hamerhofje (de schrijfwijze is ook wel Hamershofje) bevond zich aan de Herengracht 373-385, bij de Wijde Heisteeg (zie tekening hieronder rechts; binnenplaats).

Ouderdom en stichters
De Bouwershuisjes waren in 1634 gesticht door Sieuwert Pieterzoon Sem en Marietje Arentdochter Bouwers. De naam van het hofje is dus van haar afkomstig en heeft niets met bouwen te maken. Het was bestemd voor behoeftige, katholieke vrouwen. Dus ook hier hebben we te maken met weldoeners. Bij het Bouwershofje was een gevelsteen aangebracht met de initialen van de stichters Sieuwert Pieterzoon Sem en Marietje Arentdochter Bouwers. We zien op bijgaande foto een S, S, M, A en B. Deze gevelsteen is nu aangebracht in de Marnixstraat boven de ingang. Het hofje wordt regelmatig, zelfs in het Amsterdamse Stadsarchief (!), het Brouwershofje genoemd, maar het had niets met bier te maken!

Het Hamershofje was rond 1626 gesticht door de zeepzieder Bijsdorf. Zijn zeepziederij aan het Damrak heette De Hamer en hij wilde graag dat die naam behouden bleef, door deze te verbinden aan een hofje.
Beide hofjes stonden onder beheer van het R.C. Oud Armen Kantoor. Door deze Stichting werd vanwege de ophoging van de stadswal, waardoor de hofjes in de verdrukking kwamen, besloten beide hofjes te vervangen door een geheel nieuw gebouw. Ze werden daarom in 1877 verplaatst naar de Marnixstraat 281. Het daar staande gebouw werd in 1933 gesloopt en vervangen door een nieuw gebouw. Het lijkt eigenlijk niet op een hofje, want er is geen binnenplaats of een tuin.

Bijzondere kenmerken
Het oorspronkelijke Hamerhofje bestond uit 4 huisjes met bovenverdiepingen aan de Herengracht (foto links) en daarachter aan de binnenplaats nog een 4-tal huisjes. Ze hadden de bijnaam De Verdriethuisjes. De bewoners waren kennelijk niet de meest gelukkige mensen!
Het Hamer- en Bouwershofje in de Marnixstraat bevatte 24 éénkamerwoninkjes. Het waren woninkjes waar dus in één en dezelfde ruimte moest worden gewoond, gekookt en geslapen. Er woonden weduwen en ongehuwde vrouwen van boven de 50 jaar. Soms zelfs met twee in één woning! Er was ook nog een conciërgewoning. De weinig riante woongelegenheden hebben toch nog lang bestaan. In 1974 woonden er nog 25 dames, maar nadat die vertrokken of overleden waren, was er weinig belangstelling meer voor. Behalve dan van studenten. Die stelden niet zoveel eisen.
Het gebouw heeft ook dienst gedaan als verblijf voor het stafpersoneel van Hotel Okura. De vele naamplaatjes die tegenwoordig bij de deur zitten, doen vermoeden dat het nu weer huisvesting voor studenten is. De gevelsteen van de Bouwershuisjes in de Wijdesteeg zit nog wel in de gevel aan de Marnixstraat.

Toegankelijkheid
Wat er nog resteert van het hofje is niet zo interessant om te bekijken. En nu het in particuliere handen is, is het ook niet toegankelijk.

Alle afbeeldingen, behalve de kleurenfoto van de gevelsteen: Stadsarchief Amsterdam

Column: Opa en ik -2

Bij de foto's:

Zakje pruimtabak

Opa Dirk

Karamels

Koningsbroodjes

pa Dirk kauwde nog pruimtabak, dus op verjaardagen toog ik lopend naar Noord en kocht onderweg een puntzak pruimtabak en natuurlijk een doosje karamels en koningsbroodjes. Uit de zak tabak haalde hij bruine slierten die vakkundig in de rechterwang werden weggeduwd om het geheel al kauwend tot een natte bruine bal te verwerken. De tabaksbal werd met de minuut sappiger en soms ontsnapte er een bruin spuugstraaltje van genot in de rechtermondhoek. Als het warme eten startte, parkeerde hij de bewerkte bal - tegen oma 's zin - efkes naast zijn bord, klaar voor hergebruik. In de provo-tijd liep ik na een frisse ruzie met mijn ouders meerdere malen helemaal naar opa om stoom af te blazen alwaar 'jongerenwerker' opa Dirk op zijn geëigende manier de triestheid verdreef en de zinnen wist te verzetten. Opa had na zijn zeventigste steeds vaker pijn in de onderbuik en probeerde dat met veel lopen en fietsen te verdrijven. Dat ging steeds moeilijker. Was de pruimtabak de oorzaak? Opa werd met spoed opgenomen in het Binnengasthuis waar ik hem dagelijks opzocht.

Ondanks de nare vooruitzichten en de vele slangen die in en uit zijn hoofd staken, bleef hij de opgewekte grootvader van altijd. Die slangen, grapte hij, waren aangesloten op het buizenstelsel van het ziekenhuis, zodat de energie die opa afgaf, hergebruikt kon worden. De avond voor zijn overlijden bleek ik de enige te zijn die hem opzocht. De darmoperatie had niet het gewenste effect gehad, ze waren er te laat bij. Opa lag er wat stiller bij en was erg vermagerd. Hij gebaarde nog eenmaal om een drupje jus d’orange en een lekkere haring die ik hem stukje voor stukje voerde. Hij genoot zichtbaar van dit laatste maaltje. Na afloop pakte hij mijn hand en hield die lang en voor zijn doen stevig vast. De volgende ochtend ging hij op reis naar zijn Rijpse vader Klaas - ook schilder - en moeder Reintje. Ik kon er maar niet aan wennen dat een van mijn liefste vrienden er niet meer was. Ik mis hem nog dagelijks. Vooral in omgevingen van zure en saaie en levensmoeie lieden. Soms maak ík dan maar de grappen. Genetisch geregeld, zullen we maar zeggen. En dat is het. Opa en ik.

 

Deze week honderd jaar geleden

Zaterdag 1 augustus 1918 - In de Watergraafsmeer overlijdt politiek tekenaar Albert Hahn op 41-jarige leeftijd aan tuberculose. Hahn werd in 1877 in Groningen geboren maar kwam door zijn opleidingen in Amsterdam terecht: Kunstnijverheidsschool en Rijksacademie Beeldende Kunst.
In 1900 werd hij gegrepen door het socialisme en in 1901 illustreerde hij een boekje met een studieverslag over woonomstandigheden in Amsterdamse sloppenwijken. Dan volgt een grote stroom van duizenden politieke prenten, stuk voor stuk aanklachten tegen de uitbuiting van de werkende stand. Hahn was daarin zó succesvol dat de geportretteerden alles deden om hem te stoppen. Tevergeefs. Iconisch is nog steeds zijn prent die opriep tot deelname aan de spoorwegstaking van 1903. Albert Hahn werd op de Nieuwe Ooster begraven.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08
wk09 wk10 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave