weekblad-logo

week 17-2018

Regelmatig krijg ik een enkele melding dat een e-mail niet te bestellen is. De reden is vaak cryptisch. Het zijn adressen die eerder maanden of zelfs jaren goed terecht kwamen en ook de week erop wel weer goed terecht zullen komen. Als u dus een week geen e-mail ontvangt is dat de reden. Zonder bijbehorend bericht van uitschrijving schrap ik geen namen.
Roep de vorige quiz in uw browser op en vervang in de adresbalk het weeknummer. Als de quiz er dan wel staat is uw e-mail tussen wal en schip gevallen. Anders komt'ie nog.

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. Haar vraag is:

Welk adres had dit huis?

Het huis is afgebroken en vervangen door lovenswaardige nieuwbouw.

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Op de foto ziet u de zogenaamde Vinkenpoort, een erepoort die ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898 werd opgericht. Maar waar? In de beeldbank komt deze foto minstens vier keer voor met variërende beschrijvingen, Ook andere foto's van de feesttooi in 1898 staan er in met steeds andere beschrijvingen. De straatnaam die het meest genoemd wordt is Rapenburgerstraat. Laten we even bekijken waar de poort precies stond.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Rechts staat eenduidig de laagbouw (dienstwoningen) rond de Portugese synagoge, met de adressen Rapenburgerstraat 195-199 waarbij 197 de synagoge zelf is (niet in beeld). Vandaag is dit het Mr.Visserplein. Achter de laagbouw staat het huis Muiderstraat 1, het huis op de hoek met de Rapenburgerstraat. Links van de poort staan op de foto de huizen Jodenbreestraat 103-105 (v.l.n.r.). Door de poort zien we de huizenrij Markenplein 1-7 (v.l.n.r.). De poort stond dus in lijn met de Jodenbreestraat-Muiderstraat over de Rapenburgerstraat. De verwarring is ontstaan door het doornummeren van de Rapenburgerstraat oneven zijde tot het Jonas Daniël Meijerplein toe, terwijl de even zijde ophoudt aan het einde van de Markengracht. Daar ontstond een open ruimte die Markenplein werd gedoopt.
Alle vetgedrukte toponiemen zijn goedgerekend. Foute straatnamen die zijn ontstaan door onjuiste beschrijvingen in de Beeldbank, zoals Rapenburgerplein, hebben we laten passeren.

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Ria Scharn, Aschwin Merks, Anna Denekamp, Kees Huyser, Maaike de Graaf, Harry Snijder, Dick van der Kroon, Arjen Lobach, Jos Mol, Jan Six van Hillegom, Bob Bommellaan, Anje Belmon, Adrie de Koning, Hans Goedhart, Robert Raat, Otto Meyer, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Fotoquiz: Anneke's keuze

De tweede keuze van Anneke Huijser was iets moeilijker en daarom verschijnt die in deze rubriek. Uw houvast moet het poortje in het midden van de foto zijn. Erboven een gevelsteen met een regenpijp dwars er overheen. Dat is eerder vertoond in deze kolommen en in minstens één PDF.

Welke straat is dit?
Waar geeft het poortje toegang tot?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Carol's keuze

De foto links maakte Breitner in 1897 van de achtergevels van huizen op het Begijnenhof. Hij stond natuurlijk op het Spui met de rug naar het Maagdenhuis.
Zoals u aan onderstaande recentere foto kunt zien is er niets aan veranderd. Op onderstaande foto is het dak van de Engelse kerk op het hof te zien.
Aan de hand van de foto maakte Breitner onderstaand schilderij dat zich in particulier bezit bevindt.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Gerard Beerman, Anna Denekamp, Ria Scharn, Dick van der Kroon, Otto Meyer, Aschwin Merks, Hans Goedhart, Anje Belmon, Mike Man, Robert Raat, Jos Mol, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Een van de vele schilderachtige hoekjes in Amsterdam die opgeofferd zijn aan het verkeer.

Waar staat de fotograaf?
Welk gebouw met boogramen staat links?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Wie die twee filmsterren waren, dat moest even opgezocht worden, maar die man links..., dat is toch Sylvain Poons? Hij stond op 1 juli 1932 met o.a. Magda Jansens (kleine foto) op het CS te wachten op de aankomst van de twee door hem gestrikte sterren die een rol in zijn zomerrevue in de Stadsschouwburg zouden gaan spelen. Dat waren Felix Bressart en Lizzy Waldmuller. Hij een Duitse acteur die later zelfs in Hollywood carrière zou maken. Zij een Oostenrijkse zangeres van operettes en 'singspiele', iets dat we vandaag musical noemen. Beiden waren door hier vertoonde films goed bekend en werden inderdaad als sterren gezien.
De gasten werden per koets naar het Carlton gereden.
De volgende dag werd meteen met de repetities begonnen in de rookruimte van de Stadsschouwburg. Sylvain Poons was de leider van het gezelschap en vertolkte ook de hoofdrol..., een notaris. Lizzy zong iin de proloog een lied en Felix deed in een tweetal sketches mee. Hoe die duitstaligen in het verder hollandse gebeuren pasten, vertelt de geschiedenis niet.
Poons had misgegokt; op 22 juli al meldde de krant dat de stekker eruit getrokken was vanwege tegenvallende belangstelling. De eerste dagen waren de zalen stampvol, nieuwsgierig om de filmheld in het echt te zien. De revue was echter dermate belabberd dat het zich snel rondsprak en de klanten wegbleven. Geen der acteurs, technici, musici, enz. kreeg verder betaald. De buitenlandse medewerkenden moesten met behulp van hun consulaat terug naar Duitsland geholpen worden. Géén beste beurt!

Het is ook bekend geworden waarom Bressart dit experiment aanging. De reden is klassiek, iets dat we vandaag het Swiebertje-effect noemen. Hij zat in Duitsland zo vastgeroest in steeds weer dezelfde typetjes dat hij de studio's meedeelde daar niet meer voor te krijgen was. Net als Joop Doderer dacht hij dat een buitenlands avontuur dit effect doorbreken kon. Joop lukte het aardig maar Felix voorlopig niet. Later in Hollywood lukte het beter. Op de foto links zien we hem met o.a. Greta Garbo in de film Ninotchka (1939). In 1949 overleed hij in Los Angeles.

Foto: William Daniels

Met behulp van alle bijgeleverde krantenknipsels, foto's en links naar nadere informatie hadden we een aardig boekje kunnen vullen. Bij nader inzien is het gebeuren niet van genoeg belang voor die moeite. Wie kent nu deze filmsterren nog? Een van de deelnemers had zelfs nooit van Sylvain Poons gehoord. Was natuurlijk wel een 'jonkie'.

Goede oplossingen kwamen van Anna Denekamp, Anneke Huijser, Kees Huyser, Maaike de Graaf, Harry Snijder, Arjen Lobach, Ria Scharn, Mike Man, Robert Raat, Jos Mol, Adrie de Koning, Anje Belmon, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...


Omdat het zo lekker gaat..., nog een versierd gebouw. Wel een echt gebouw deze keer, ook al is het later gesloopt.

Welk gebouw is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto van vorige week

De waarschuwing was niet voor niets. Carol voer hier door de Singelgracht, richtte zijn camera inderdaad naar buiten, naar de Mauritskade en knipte de dakpartij van het Tropenmuseum. Tenminste..., zo noemen wij dat gebouw al heel lang. Het werd in 1926 door koningin Wilhelmina geopend als Koninklijk Instituut voor de Tropen. Het gebouwencomplex bestaat nog steeds uit twee delen, het Tropenmuseum met een ingang in de Linnaeusstraat en het (Koloniaal) Instituut met een ingang aan de Mauritskade. Van die ingang is deze foto gemaakt. Dat 'koloniaal' is al een tijdje in de ban.

Foto: Carol de Vries

Goede oplossingen kwamen van Ton Brosse, Ria Scharn, Kees Huyser, Arjen Lobach, Mike Man, Aschwin Merks, Anje Belmon, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Robert Raat, Jos Mol, Mike Man, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Hulp gevraagd... en gekregen

Het pothuis en het feit dat voor deze zijstraat geen brug ligt, hielp bij het vaststellen van de locatie van dit grachtenpand. Het is het huis De Drie Traancoopers op Herengracht 77, hoek Korsjespoortsteeg.
Altijd spannend, de oneven zijde van de Herengracht. De eerste huizen waren 16de eeuws en het zou zomaar kunnen dat er een in basis nog uit die tijd stamt. Niet dit pand. Toen de Herengracht door de Derde Uitleg sjieker werd, bouwde Jan Gerritsz Backer in 1632 in plaats van het eenvoudige - deels houten - huisje deze stenen renaissance-trapgevel met het front niet meer in de steeg, maar aan de gracht. Het pand is een rijksmonument #1538. Foto: Stadsarchief Amsterdam

Bij de gevelsteen in de buurt staat een jaartal 1621 maar alle geleerden zijn het er over eens dat dit niet het jaar is dat het huidige huis gereed kwam. Over gevelsteen gesproken: bij de VVAG zult u tevergeefs zoeken naar bijzonderheden over die in Herengracht 77. Er is ook al jarenlang niets aan gedaan, anders dan keer op keer overschilderen. Daardoor is de voorstelling moeilijk te ontcijferen. Met de naam van het huis, de Drie Traancoopers, komen we nog tot twee spuitende walvissen. Wat de drie attributen bovenin voorstellen, is niet duidelijk. Misschien dat iemand van u nog iets weet?

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Erwin Meijers, Kees Huyser, Ria Scharn, Maaike de Graaf, Anje Belmon, Robert Raat, Adrie de Koning, Mike Man, Hans van Efferen,

De eerste treinstations -4 (slot)

Met lede ogen zag de HIJSM de spoorlijn van de NRS tot de belangrijkste vanuit Amsterdam groeien. Dat was niet omdat de NRS het zo goed deed, maar omdat halteplaats Utrecht door zijn centrale ligging tot het belangrijkste spoorknooppunt van Nederland uitgroeide.
In 1874 opende de HIJSM het Oosterspoor Amsterdam-Hilversum-Amersfoort: de Gooilijn. De plannen voor het Centraal Station waren al zover gevorderd dat het CS de beginhalte van de Gooilijn zou worden en tot dat gereed was, werd een hulpstation op het oostereiland gebouwd (zie aflevering 3). De bedoeling was de lijn spoedig door te trekken via Apeldoorn naar Zutphen wat in 1876 gereed kwam. De aap kwam uit de mouw door de openstelling van de aftakking Hilversum-Utrecht (Lunetten, waar overgestapt kon worden op andere spoorlijnen). De HIJSM wilde ook de reizigers naar Utrecht ‘meepakken’. Andere aftakkingen verbonden de lijn met Deventer (1876), Winterswijk (1878) en vanaf Zutphen kon men naar Duitsland (Ruhrgebied) doorreizen. Hiermee plaatste de maatschappij zich terug onder de belangrijkste spoorwegondernemingen van het land.

Afbeelding: Station Oosterdok; bron: Stadsarchief Amsterdam

Foto: Eerste station Muiderpoort; bron: Stadsarchief Amsterdam

Het Oosterspoor had tussen Amsterdam en Amersfoort haltes in Weesp, Naarden-Bussum, Hilversum en Baarn. Ook in Amsterdam-Oost kreeg het Oosterspoor een halte ter hoogte van de Javastraat. Dat werd Station Muiderpoort gedoopt, ook al was de Muiderpoort meer dan een kilometer verwijderd. Dat gebeurde in 1896 ter gelegenheid van het ontstaan van de Indische Buurt. Het was een wel heel eenvoudig stationnetje met alleen een overkapping voor het enkele perron.

Net als het Rhijnspoor kreeg ook het Oosterspoor zijn ‘doklijn’, in dit geval naar de havenactiviteiten langs de noordzijde van de Nieuwevaart, waar o.a. de KNSM zijn faciliteiten had, voordat die verhuisden naar het IJ-eiland (nu: KNSM-eiland). Eind 19de eeuw krijgt de Doklijn van de NRS een verbinding met die van de HIJSM over de Nieuwevaart, waarna het spoor over de Sarphatistraat (zie afl.2) opgeheven kon worden. Wanneer u meer over beide doklijnen wilt lezen klikt u hier.

Foto: Nieuwevaart met Oostenburgerkade in 1896; bron: Stadsarchief Amsterdam

Behalve deze aftakking kwam er nog een tweede in de stad voor de verbinding van het Oosterspoor met het Rhijnspoor, ofwel stations CS en WP. Die aftakking kruiste de Linneausstraat en van alle hinder voor het wegverkeer bezorgde die de meeste last. Aan de overlast zou een einde komen zodra de plannen uitgevoerd waren de spoorbaan te verhogen en zodoende kruisingsvrij te maken. Naarmate de Indische Buurt groeide tot een volwaardig stadsdeel, dat zich door de spoorbaan afgesloten zag van de rest van de stad, werd de situatie onhoudbaar. Alleen loopbruggen voor voetgangers konden enige verlichting brengen.

Foto's: 3x overgang Linnaeusstraat (SAA)

In de vorige aflevering van deze serie zagen we de samenwerking van de Staat, het Staatsspoor en de gemeente Amsterdam om een einde te maken aan de overlast door het spoor. Behalve diverse viaducten moest ook een nieuw station Muiderpoort gebouwd worden. Dat kwam enkele honderden meters zuidelijker te liggen, nog voorbij de Insulindeweg. Het kwam ingebed tussen de afgetakte lijn richting Rhijnspoor/Amstelstation en de Gooilijn. De verhoogde spoorbaan werd op 15 oktober 1939 officieel ingewijd, waarna het oude station MP afgebroken kon worden.

Alle afbeeldingen bij dit item: Stadsarchief Amsterdam

Column: 1672 - het kan verkeren...

Bij de afbeeldingen (SAA):

Boven: verdedigingsplan voor Haarlemmerpoort
Links: Prent (fragment) over alle rampen in de periode 1672-1675
Rechts: Lachende derde: Willem III die in 1672 weer aan de macht kwam
Onder: Prent (fragment) Eerbetoon aan Willem III door de stad Amsterdam

et kan verkeren..., inderdaad. In de winter van 1672, het jaar dat de boeken inging als het Rampjaar, vroren alle stadsgrachten dicht, zelfs het IJ. Dat was nou net de achilleshiel van de stadsverdediging; het ijs was dik genoeg om er een heel leger over te laten passeren. Gevraagd en ongevraagd kreeg het stadsbestuur ontwerpen voor verbetering van de verdediging voorgelegd, slechts weinige werden ook uitgevoerd. In plaats van krachtige steun vanuit Den Haag maakte men daar plannen om de regering en de munt te verhuizen naar Amsterdam omdat Den Haag nauwelijks te verdedigen was. De munt kreeg in 1672 een dependance in de aanbouw van de voormalige Regulierspoort die we sindsdien dan ook trots 'Munt" noemen. Het duurde maar twee jaar....
In Den Haag brak paniek uit door de steeds dichterbij komende legers van Frankrijk, Münster en Keulen. Op zee legden de Engelsen het scheepsvaartverkeer plat. De Staten van Holland drongen bij de Raadspensionaris aan op onderhandelingen om te voorkomen dat men echt onder de voet gelopen werd. Behalve Amsterdam, dat aandrong op vervanging van de zwakke regering van Johan de Wit. Amsterdam zag een kans in het terughalen van Oranje, nu de zoon van Willem II op een leeftijd was gekomen dat hij het leger zou kunnen aanvoeren en vooral..., motiveren. Dat uitgerekend Amsterdam nog eens om een Oranje zou vragen..., het kan verkeren!
Amsterdam legde in Den Haag voldoende gewicht in de schaal dat er serieus over nagedacht werd. De tijd was er rijp voor want de De Witten hadden veel van hun aanhang verloren door de oorlog.
Nou waren er niet alleen in het land maar ook in Amsterdam twee facties: die de Oranjes het land uit wilden en die Oranje in alle ambten wilden herstellen.

Ook de Vroedschap was verdeeld en zelfs de drie burgemeesters waren het niet eens. Gevolg: onlusten in de stad waarbij doden vielen. Twee burgemeesters wilden Oranje terughalen en stuurden op eigen houtje een delegatie naar Den Haag om dat kenbaar te maken. Bij de Haarlemmerpoort werden ze door gepeupel tegengehouden en ze wisten niet beters te bedenken dan terug te keren naar het stadhuis.
Op 1 juli 1672 besloot de Vroedschap in vergadering dat Willem II terug diende te keren en op z'n minst de functie kapitein-generaal aangeboden moest krijgen. Den Haag bleek echter al een delegatie voor onderhandelingen naar de Franse koning te hebben gestuurd, zonder Amsterdam daarin te kennen. Op 3 juli keerden ze terug zonder resultaat; Lodewijk XIV had een handje geholpen door zulke exorbitante eisen te stellen dat - met een variant op de Godfather - de regering het aanbod alleen maar wijgeren kon. Den Haag zwichtte en op diezelfde 3de juli was de benoeming van Willem III een feit. Wat er daarna gebeurde vertellen diezelfde boeken uitgebreid. Willem III verrichtte een wonder, Münster en Keulen haakten af, Engeland gaf er de brui aan want ze hadden geen geld voor een serieuze oorlog. Lodewijk XIV stond er nu alleen voor maar verloor ook de animo omdat het niet langer van een leien dakje ging. De Fransen gaven in 1678 ook op, ondanks dat Willem III toch regelmatig een pak slaag kreeg. De Fransen beten in Nijmegen in het stof en gaven nagenoeg alle veroverde gebieden weer prijs.
Amsterdam ontving op 14 augustus 1672 de nieuwbakken stadhouder voor een vierdaags bezoek. Een beetje uitgever maakt daar dan een prent van en daar ziet u hieronder een deel uit.

Deze week honderd jaar geleden

Vrijdag 3 mei 1918 - Op het Leidsebosje wordt in het onderstation voor de GTA een nieuwe 'omvormer' in werking gesteld. Het gebouwtje is door Publieke Werken gebouwd naar een ontwerp van hun eigen architect A.R.Hulshoff (tekening).
Dat 'omvormer' is aanleiding om eens de beginjaren van de elektrificering van Amsterdam te bekijken. Gelijk met de naasting van de AOM streefde de GTA naar elektrificering van het tramnet. Daar werd meteen werk van gemaakt en in 1901 werden al proefritten gemaakt. Daartoe stond in de v.m. AOM remise aan de Brouwersgracht een installatie voor opwekking van stroom voor de eerste lijn Leidseplein-Zoutkeetsgracht. Later werd dus het onderstation op het Leidsebosje gebouwd. De beginjaren betekenden een ratjetoe aan stroomsoorten, stroomsterktes en materialen waarmee de stroom getransporteerd werd. Een omvormer is een transformator waarmee de aangevoerde stroom veranderd wordt in voor het apparaat of in dit geval voertuig bruikbare stroom. Dat is dus in elke situatie een apart ingestelde transformator. Er was ook nog geëxperimenteerd met omvormers op de daken van de trams. Er zijn geen gegevens bekend van de stroomsterkte die aan de omvormer geleverd werd maar in de regel was dat in de beginjaren 3000V. Ook de stroomsterkte op de leiding was veel hoger dan onze 240V in onze huizen en er gebeurden ook fikse ongelukken met nog argeloos personeel dat geëlektrocuteerd werd bij werkzaamheden op het dak van een tram.

Foto: Centrale Oost Hoogte Kadijk; Bron: SAA

In 1904 werd voor leverantie van stroom de Gemeente Electriciteitswerken (GE) opgericht. Daarvoor was opwekken van stroom nog een private zaak geweest die meestal voor eigen gebruik was (bijv. Krasnapolsky). De firma die zich - met een concessie tot 1918 - richtte op bedrijven en particulieren was 'Electra' (Maatschappij voor electrische stations Electra) actief in het centrum van Amsterdam, waar ze een bescheiden netwerk hadden opgebouwd. Zij leverden aan hun klanten wisselstroom van 2000V. De klanten dienden zelf een omvormer te regelen naar de stroomsoort die zij wensten. In 1913 nam de GE dit Electra over, inclusief hun netwerk en centrale aan de Haarlemmerweg 299. Noodgedwongen begon zij de leverantie van dezelfde stroomsoort als Electra, om zo snel als ze kon over te schakelen op de eigen centrale op de Hoogte Kadijk (Centrale Oost). Die was geheel geïnstalleerd door AEG (D), alleen het gebouw was door PW neergezet.

Foto: Centrale Noord; bron: HCAN

Een tweede centrale kwam in 1918 in Amsterdam-Noord (Papaverweg). Ze was bedoeld voor de vele zware industrie die intussen naar Noord verhuisd was. Door het snel volbouwen met woonhuizen voor fabriekspersoneel was de capaciteit al snel onvoldoende en kreeg de centrale een uitbreiding met 'Noord 2'.
Tot slot verscheen in 1953 de Centrale Hemweg gereed. Door de juiste aanpassingen op het juiste moment gaat deze centrale tot vandaag mee. Alle regionale centrales zijn intussen met elkaar in een landelijk netwerk gekoppeld. Dat kon alleen na verregaande normalisering van de stroomsoort.

Dan nog de uitzonderlijke spanning van 127V in de Amsterdamse binnenstad, overblijfsel uit het prilste begin van de stroomvoorziening. Opziend tegen de hoge kosten van aanpassing - alle kabels moesten vervangen worden - was in de 80-er jaren Amsterdam de enige plek in West-Europa waar deze stroomsoort nog geleverd werd. Er waren bloksgewijs wel aanpassingen geweest, zoals bij de sanering van Kattenburg en de Jordaan, maar toch was het 1986 voor men klaar was met de klus. Zelfs België was eerder van het probleem af. Bij 127V ging voor de consument alles goed omdat er op twee phasen spanning stond en tussen de phasen 220V ontstond en alle apparaten normaal werkten. Probleem bij 127V is de geringe capaciteit in de huizen. In de regel waren de zekeringen vroeger 10A wat een maximaal stroomverbruik van net 2kW toeliet. Met steeds meer huishoudelijke apparaten in huis werd dat echt een probleem. De nieuwe industriestandaard was 380V draaistroom waarbij elke phase 220V geeft (zie schema). Aangevuld met een nul-leider geeft een enkele phase ook de gewenste stroomsoort 220V. Overigens is men in Europa nu in heel kleine stapjes aan het opschalen naar 240V. We zijn al over de 230.

Het zou jammer zijn als we het fenomeen 'peperbus' hier onbesproken zouden laten. Eerder zagen we dat de centrale een zeer hoge voltage produceerde en op transport zette. Meteen al in 1904 10.000V die echter in de jaren opliep tot 15, 20 en 30.000V. Dat doen centrales omdat het verlies tijdens het transport dan minder een rol speelt. De onderstations verdelen dat in hun wijken over transformatorzuilen, bij ons beter bekend als peperbus. Op het schema hierboven zijn we dan nog twee stappen verwijderd tot de stroom bij de afnemer aankomt en in elke stap wordt de voltage naar beneden gebracht.
De transformatorzuilen - in de toptijd stonden er 150 in de stad - waren voor de GE ontworpen door een andere architect van PW: J.M. van der Meij.
In de rest van Nederland zijn deze zuilen allemaal weggehaald, in Amsterdam staan ze nog hier en daar. Als er een vervangen moet worden is die van beton.
In Diemen staat nog zo'n zuil rijksmonument te wezen. Hij is wel van Amsterdamse makelij omdat Amsterdam al vroeg stroom leverde aan o.a. Diemen. Die keurig grijs gespoten zuil zegt ons niet zo veel; wij kennen de peperbus alleen maar rondom beplakt met affiches, laag over laag.

Foto: Han Vogel

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08
wk09 wk10 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave