weekblad-logo

week 12-2018

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Anneke Huijser. Van haar komt dan ook de nieuwe opgave. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Daar zijn we weer eens in de Jordaan. De fotograaf staat op de Lauriergracht ter hoogte van de Konijnenstraat en kijkt over het water naar de Eerste Laurierdwarsstraat. Het hielp dat het derde pand vanaf de zijstraat er nog steeds staat.

Foto boven: Street View
Foto links: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Mike Man, Jos Mol, Anna Denekamp, Robert Raat, Aschwin Merks,

Fotoquiz: Ria's keuze

U staat op een dak en de vraag is natuurlijk: welk dak?

Waar is dit het dak van?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Jan's keuze

Dit was een niet te moeilijke opgave voor de deelnemers, De fotograaf staat op de Keizersgracht, hij richt zijn camera op het hoekhuis Reguliersgracht 39. En passant komen twee bruggen in beeld: #39 over de Reguliersgracht en #38 over de Keizersgracht, ook wel Oetgenssluis genoemd. Medio 2016 is deze naam vervallen verklaard omdat in de Amstel over de Prinsengracht brug #76 tot Oetgensbrug benoemd is.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Kees Huyser, Ria Scharn, Anje Belmon, Mike Man, Anna Denekamp, Jos Mol, Robert Raat, Aschwin Merks, Adrie de Koning,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Lekkere plek voor kinderen om te spelen. Als ze konden zien hoe het er hier vandaag uitziet....

Hoe heet dit plantsoentje?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

In 1921 ging de helft van de Vliegendesteeg plat om de bouw van het grote gebouw van Gerzon te kunnen realiseren. Daarin werden ateliers ondergebracht en later ook kantoren. In 1922 werd deze ets vervaardigd van de gevelrij die behouden bleef in in grote lijnen nu nog steeds aanwezig is. Het pand links is dat van restaurant d'Vijf Vlieghen van Nicolaas Kroese in de Spuistraat.
De Vliegendesteeg vindt u tussen Raamsteeg en Heisteeg.

Ets: collectie DvdK; dezelfde ets van Frans Everbag bevindt zich ook in het Stadsarchief Amsterdam

Er zijn ook diverse foto's gemaakt van dit unieke moment dat de geveltjes eens behoorlijk in beeld gebracht konden worden. Deze foto maakt E. van Houten.

Lees nog eens over Gerzon en Nicolaas Kroese in het weekblad week 33 van 2016.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Ria Scharn, Mike Man, Anna Denekamp, Jos Mol, Robert Raat, Aschwin Merks, Anthony Kolder, Anje Belmon,

Met de camera op pad...

Nog een prentbriefkaart uit particulier bezit.

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

PBK: collectie DvdK

Foto van vorige week

Deze prentbriefkaart is gemaakt op het Mariniersplein op Kattenburg. Rechts zien we het Marine-emplacement. De lange muur staat er nog steeds, de rest is in de 60-er jaren gesloopt. Cor Fijma zag een tram op de foto die hier maar kort gereden heeft: van 1906 tot 1913. Toen werd deze lijn 7 weer ingekort tot het Rapenburgerplein. U heeft nu meteen een indicatie wanneer deze foto gemaakt is.

Foto: collectie DvdK

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Kees Huyser, Wim de Rue, Anna Denekamp, Ria Scharn, Cor Fijma, Maaike de Graaf, Anje Belmon, Mike Man, Jos Mol, Robert Raat, Aschwin Merks, Adrie de Koning, Leo van Geuns,

Het kan verkeren...

In 1854 nam de Haagse regering een sensationeel besluit: de afschaffing van allerlei regelingen die de productie van meel en brood betroffen. De belangrijksten waren het vervallen van accijnzen op meel en de afschaffing van het verbod het meel meer dan één keer te malen. Dat had tot dan toe een grof product opgeleverd maar de snel toenemende import van Amerikaans meel deed de regeling wankelen. Amerikanen hadden geen last van knellende regels en leverden voor een concurrerende prijs prachtig fijn meel voor sneeuwwit brood. Eén geweldig probleem rees: windmolens met hun grove maalstenen waren onbruikbaar om dit meel ook in Nederland te vervaardigen. Daar had je stoommachines en maalwerken met gladde walsen voor nodig. In allerijl werden tientallen meelfabrieken opgericht. Tien jaar later stonden er 21 meelfabrieken in Nederland, waarvan er 11 ook brood bakten.

In 1855 opperde Samuel Sarphati het idee om in Amsterdam een meelfabriek op te richten en er meteen een broodfabriek aan te koppelen. De hype die door de plotselinge ommezwaai van Den Haag was ontstaan, maakte de financiering van de onderneming tot een peuleschilletje. De MBF was geboren. Er ontplofte een bom in de Amsterdamse bakkerswereld. Er waren toen meer dan 500 broodbakkerijen in Amsterdam en 760 broodslijters (venters). Zij waren gewend geweest hun kartel ongestoord in werking te houden en keken nu opeens tegen een geduchte concurrent aan. Sarphati kreeg het voor elkaar zijn brood minstens 3 cent goedkoper aan te bieden dan de gemiddelde bakker. Daarboven was zijn brood oneindig veel beter en smakelijker. Niet zo gek als je bedenkt dat er toen in ‘t algemeen met de blote handen of zelfs voeten gekneed werd. Sarphati had het geluk dat zijn MBF direct vooraf ging aan het begin van Amsterdams industriële revolutie, waardoor de stad snel in inwonertal toenam. Binnen de kortste keren was de MBF volledig belast en werd er in ploegen gewerkt. Aan de Zoutkeetsgracht werd een tweede meelfabriek gebouwd en andere fabrieken, zoals Ceres, volgden.

De ambachtelijke broodbakker had er allemaal zelf naar gemaakt; het kartel van broodbakkers-verenigingen functioneerde als een ouderwets gilde, had voor permanent hoge prijzen gezorgd en verzuimde kwaliteitscontroles uit te voeren. Gevolg was een eindeloze reeks knoeierijen met het meel en brood die afbreuk deed aan de kwaliteit. De regering had er vrolijk aan meegewerkt; door de vrees de bevolking niet te kunnen voeden was het hermalen (builen) van meel verboden geweest. Bij een tweede maling  gaat namelijk 25% van het gewicht verloren door afval, dat niet alleen uit omhulsels bestaat maar ook uit andere ongerechtigheden als stof en fijn grind.
Door de populariteit van het fabrieksbrood verschoof het dieet van de laagste klassen van aardappelen naar brood.

De hygiëne was ook een punt van kritiek, al langer dan er broodfabrieken waren. Spreekwoordelijk was het kneden met de voeten en het reinigen van bakkerij en oven met dweil en grachtenwater. Al eerder maakten grote bakkerijen reclame met hygiënische maatregelen, zoals het kneden door met stoom aangedreven machines. Ook specialiseerden sommige bakkers zich op het leveren van fijner brood naar Duits of Frans recept. Wèl tegen meerprijs natuurlijk.
De ambachtelijke bakker had het verbruid en alle campagnes ten spijt heeft men die schade vandaag nog niet helemaal ongedaan gemaakt. Ambachtelijk gebakken brood moet zoveel duurder zijn dat je je het moet kúnnen veroorloven en voor een stokbroodje dat zijn Parijse voorbeeld evenaart, fiets je de halve stad door.

Wij maken u in dit verband opmerkzaam op de PDF over de eerste Amsterdamse broodfabriek aan de Vijzelgracht 28, de MBF. Klik hier om nog eens te lezen.

Hulp gevraagd... en gekregen

Diverse deelnemers spraken hun verwondering uit dat de Beeldbank zelf deze foto nog niet gelocaliseerd had. Temeer omdat het gros van de huizen er gewoon nog staat. We kijken hier over de Warmoesgracht naar de huizenrij die nu de noordwand van de Raadhuisstraat tussen Singel en Herengracht uitmaakt. Vooral het markante hoekhuis is de blikvanger van deze oude huizenrij in de Raadhuisstraat.

Goede oplossingen kwamen van Martin Ex, Arjen Lobach, Harald Advokaat, Ria Scharn, Anna Denekamp, Anje Belmon, Erik-Jan Noomen, Mike Man, Robert Raat, Aschwin Merks,

In de herhaling... de Buffel

Ramtorenschip de Buffel als logementsschip langs het Marine-etablissement in Amsterdam.

De tekst heronder werd ingezonden door Bram Huijser.
"De Buffel was bedoeld voor de verdediging van de Nederlandse kustwateren. Omdat Nederland zelf over onvoldoende kennis beschikte om pantserschepen te bouwen, vond de bouw plaats in Schotland. Tijdens de bouw van de Buffel werd ervaring opgedaan die voor de bouw van Zr. Ms. Guinea werd gebruikt, later door de Amsterdamse Rijkswerf.
Na een rustige carrière als pantserschip werd de Buffel omgebouwd; vanaf 1896 deed het schip dienst als logementschip. Tijdens de Duitse aanval op Nederland in 1940 was de Buffel nog in dienst als logementschip en lag het in de Rijkswerf Willemsoord in Den Helder. Na de val van Nederland werd het schip door de Duitse bezetter naar Amsterdam versleept, om daar als logementschip dienst te doen".

Op de foto links de Buffel in Den Helder

"Na de Tweede Wereldoorlog werd het schip intact teruggevonden en als logementschip ingedeeld bij de onderzeedienst in Rotterdam. In 1948 keerde het schip terug naar Amsterdam om te gaan dienen als logementschip bij het Marine Etablissement Amsterdam (zie quizfoto).
Eén jaar na de uitdienstname van het schip in 1973 werd de Buffel verkocht aan Rotterdam. In Rotterdam werd het schip in de originele staat, als pantserschip, hersteld.

Op de foto links de Buffel in het Jan Blanken-dok in Hellevoetssluis

"Sinds 1979 was het schip te bezichtigen in het Maritiem Museum Rotterdam, waar het in de Leuvehaven als museumschip lag.
Vanwege bezuinigingen werd de Buffel in het najaar van 2013 verplaatst naar Hellevoetsluis. Sinds 5 oktober ligt het schip in het Timmerdok van Droogdok Jan Blanken. De Buffel had daar ook al van 1896 tot 1920 als logementschip gelegen. De gemeente Rotterdam is nog steeds eigenaar van het schip, maar het beheer is nu door Stichting Museumschip de Buffel overgenomen. Later krijgt de Buffel zijn definitieve ligplaats aan de Koningskade, die nu onder constructie is. Het is de bedoeling van de vrijwilligers van de Stichting Museumschip de Buffel om het schip in goede conditie te houden, zodat de volgende generaties er ook kennis van kunnen nemen.
Vanaf 15 december 2013 is het schip voor bezoek open op de tijdelijke ligplaats in het Droogdok Jan Blanken. Aan de Koningskade is een Maritiem Kwartier worden ontwikkeld, waarin de Buffel naast andere historische schepen, zoals de mijnenveger Bernisse, het lichtschip de Noord-Hinder en het stenen Droogdok Jan Blanken uit 1806, kan worden bezichtigd. Sinds 7 februari 2015 ligt de Buffel afgemeerd aan de Koningskade 2 in Hellevoetsluis waar het bezoekers kan ontvangen".

Veel deelnemers wisten dat het schip van Amsterdam naar Rotterdam gesleept werd om ook weer als logementsschip te dienen. Daar is het in 1979 ook gerestaureerd en werd museumschip. Dat het tegenwoordig in Hellevoetssluis ligt was sommigen ontgaan. De Buffel lag tot september 2013 in de Rotterdamse Leuvehaven. Het schip lag daar jaren bij het Maritiem Museum, de voormalig eigenaar, maar moest verhuizen vanwege bezuinigingen. Het was de bedoeling dat het marineschip toen al meteen naar de Koningskade in Hellevoetsluis zou worden gesleept, maar dat ging niet door omdat de kade nog gerenoveerd moest worden. Ook werd gedacht dat er munitie in het water lag, waardoor De Buffel eerst naar het droogdok Jan Blanken ging. Na een jaar wachten, is het schip in 2015 naar de definitieve ligplaats gegaan. Sinds het scheepvaartmuseum De Buffel heeft afgestoten, is het in handen van Stichting Museumschip De Buffel.

Column: Rembrandt's huis

n 1607 werd in de nieuw aangelegde Breestraat een dubbel woonhuis opgeleverd dat, als het niet door Hendrick de Keyser is neergezet, dan toch wel door een kundige volger werd gebouwd. Het was een parmantig renaissancehuis met twee trapgevels. De man die er in 1627 ging wonen zag niets in trapgevels en wilde iets moderners. In die tijd had een piepjonge Jacob van Campen net zijn visitekaartje in Amsterdam afgegeven met zijn Coymanshuis en het gerucht gaat dat zijn volgende daad het huis in de Breestraat was. In 1626-’27 werd het tweede huis in de Breestraat gewijzigd. Het kreeg een eigen dak met lijst en timpaan in classicistische stijl. Het dak van het ernaast staande huis werd noodgedwongen ook gewijzigd en kreeg later een halsgevel.
In 1639 tekende Rembrandt van Rijn het koopcontract voor het huis in de Breestraat. De koopprijs bedroeg ƒ13.000. Hij had niet genoeg geld en kwam overeen de rest in termijnen af te betalen. Rembrandt was best kredietwaardig; zijn reputatie als schilder zat in de lift en hij had net de opdracht voor de Nachtwacht gekregen. Het is moeilijk dat over een bijna-heilige te zeggen, maar het succes steeg hem naar het hoofd en hij betaalde nooit een termijn op het huis af. In tegendeel, hij bouwde steeds meer schuld op en in 1652 werden hem de duimschroeven aangedraaid. Het lukte hem van geen meter om de schulden in te lossen; in 1658 werd het faillissement uitgesproken en kort daarna werd huis en inboedel geveild. Rembrandt verdween naar een huurhuis op de Rozengracht waar hij zijn laatste jaren sleet.

Het huis in de Breestraat zou allang gesloopt zijn als die beroemde schilder er niet een tijdje in gewoond had. In 1906 werd ter gelegenheid van de 300-ste geboortedag een Rembrandtjaar georganiseerd. De stad Amsterdam kocht de bouwval Jodenbreestraat 4 en liet het door architect Karel de Bazel restaureren met het doel om er een Rembrandtmuseum van te maken. Koningin Wilhelmina opende het museum in 1911. De inmiddels gevormde Stichting Rembrandthuis kon zich natuurlijk geen echte Rembrandts veroorloven, dus het museum kreeg de vorm van een prentenkabinet. De collectie werd langzaam maar gestaag uitgebouwd maar het particuliere museum leed toch een kwijnend bestaan. Dat veranderde aan het eind van de 20ste eeuw, door het toenemen van het toerisme in Amsterdam. Plotseling kwam er geld ter beschikking om uit te breiden. Jodenbreestraat 6 werd gekocht en in 1998 werd in een walgelijk misplaatste nieuwbouw extra expositieruimte geopend. Toen dat klaar was, werd het huis zelf onder handen genomen. De inventarislijst die opgemaakt was ter gelegenheid van het faillissement van Rembrandt gaf inzicht hoe het huis door de schilder gebruikt werd en dat werd het uitgangspunt voor de nieuwe inrichting. Die werd in 1999 gepresenteerd en onlangs heb ik het geheel weer eens bekeken. Om eerlijk te zijn…, het wordt nooit een echt museum; het blijft te kleinschalig. Nee, dan Rembrandt, die pakte de zaken groots aan!

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 20 maart 1918 - Het Emma Kinderziekenhuis publiceert het jaarverslag over 1917. Het ziekenhuis meldt een verlies van ƒ16.313,95. Gemiddeld kost een dag verpleging ƒ2,30 per patiënt. Verder memoreert het ziekenhuis de in 1917 overleden directeur Blömen.

Woensdag 20 maart 1918 - Amsterdam verkeert in financiële nood. B&W van Amsterdam bedelen bij de regering om toestemming te geven dat de stad opcenten gaat heffen over dividend- en tantièmebelastingen. Ook wordt er toestemming gevraagd voor een progressieve inkomstenbelasting om de hoge inkomens zwaarder te kunnen belasten. Daarvoor moet óf de Gemeentewet aangepast worden óf de percentages aangepast worden. Een reactie uit Den Haag laat op zich wachten. Maatregelen die de Gemeente zelfstandig kan nemen zijn o.a. het duurder maken van vergunningen. Hernieuwde plannen de goedkope vroegritten van het openbaar vervoer af te schaffen en op de tot nu toe gratis pontveren toch tarief in te stellen zijn in beraad. Dat gaat echter de verkeerde burgers treffen en dat is eigenlijk niet de bedoeling.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08
wk09 wk10 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave